Geen celstraf voor pedo die zichzelf aangaf

De rechtbank veroordeelt een 27-jarige man uit Apeldoorn voor het plegen van ontuchtige handelingen met het destijds 9-jarige broertje van zijn vriend. De man krijgt een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 jaar, met een proeftijd van 5 jaar. Ook moet hij een taakstraf van 240 uur uitvoeren.

De man kwam via de kerk in aanraking met het gezin van het slachtoffer. Het slachtoffer kreeg gitaarles van de man en bleef daarna vaak bij hem slapen. Tijdens deze logeerpartijtjes kwam het meerdere keren voor dat de man het jongetje betastte. Dit alles speelde in de periode maart 2015 tot september 2016.

Veiligheidsafspraken
De man maakte uiteindelijk zelf de keuze om over het misbruik te vertellen aan de ouders van het slachtoffer. Daarmee stopte het misbruik. De man zocht vervolgens contact met een psycholoog en volgde daar sinds 2016 een behandeling. In de zomer van 2018 stapte hij over naar De Waag, een centrum voor ambulante forensische geestelijke gezondheidszorg (ggz). Hier volgde hij een intensieve behandeling op vrijwillige basis. Ook bracht de Apeldoorner zijn sociale omgeving op de hoogte van zijn pedofilie en maakte hij veiligheidsafspraken.

Verminderd toerekeningsvatbaar
Een psycholoog onderzocht de man en daaruit blijkt dat de man al langere tijd worstelde met zijn pedofiele geaardheid. Van daaruit heeft hij een aanpassingsstoornis ontwikkeld met angst en depressie. Dit dempte hij door het kijken naar kinderporno. Volgens de deskundigen was de man verminderd toerekeningsvatbaar. De man werkt heel goed mee aan de behandeling en er is inmiddels een fragiel persoonlijk evenwicht bereikt. Het advies is om dit niet in gevaar te brengen met een gevangenisstraf.

Openheid van zaken en probleembesef
De rechtbank vindt, als je kijkt naar de ernst van het feit en naar de jonge leeftijd van het slachtoffer, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend. Maar aan de andere kant kan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf maatschappelijk gezien onaanvaardbare gevolgen hebben. De man verliest dan zijn woning en baan en raakt daarmee alle structuur kwijt. Dit heeft tot gevolg dat de kans op herhaling aanzienlijk stijgt, met mogelijk andere slachtoffers tot gevolg. Uiteindelijk is het voorkomen van herhaling ook een belangrijk strafdoel en dit doel wordt hier uiteindelijk het meest gediend met het niet-doorkruisen van de behandeling met gevangenisstraf.

In deze specifieke situatie ziet de rechtbank ruimte om geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Daarbij kijkt de rechtbank naar het feit dat de man - anders dan veel andere zedendaders - zelf het misbruik aan het licht heeft gebracht. Ook geeft hij volledig openheid van zaken, en zwakt hij zijn eigen handelen niet af. De man lijkt volledig probleembesef en acceptatie te hebben en volgt al 3 jaar op vrijwillige basis intensieve hulpverlening, waarbij ook al lange tijd vrijwillig vergaande veiligheidsmaatregelen van kracht zijn. Daar komt bij dat de man accepteert dat hij nog voor een langere periode een behandeling moet ondergaan.

Bijzondere voorwaarden
De rechtbank legt de voorwaardelijke gevangenisstraf met een lange proeftijd op, om te voorkomen dat de man opnieuw een soortgelijk strafbaar feit begaat. Aan deze straf zijn bijzondere voorwaarden verbonden. Zo geldt gedurende 5 jaar een meldplicht bij de reclassering en een (forensische) behandelplicht. Ook moet de man zijn gegevensdragers laten controleren op kinderporno en mag hij geen contact hebben met kinderen jonger dan 15 jaar. Daarnaast moet hij medicatie innemen.

Tot slot legt de rechtbank aan de man de maximale taakstraf, van 240 uur, op.