Dixon wint chaotische IndyCar-race Detroit

Scott Dixon heeft zijn 45e zege in de IndyCar Series te pakken. De Nieuw-Zeelandse vijfvoudig en regerend kampioen won op de straten van Belle Isle in Detroit, waar de tweede race van het weekeinde flink chaotisch verliep.

Met Josef Newgarden op poleposition werd het veld onder een prima zonnetje op pad gestuurd. Voorin behield Newgarden vóór Alexander Rossi de leiding, maar de caution kwam al snel wegens wat chaos in het middenveld: Pato O'Ward ging de rondte in, Tony Kanaan tikte Simon Pagenaud rond en wat andere coureurs liepen nog wat lichte schade op.

De caution zorgde voor een reeks pitstops, waarin Dixon de leiding nam door niet naar binnen te komen, net als Spencer Pigot, Santino Ferrucci, Graham Rahal en Max Chilton. Newgarden en Rossi kwamen wel binnen en sloten achter het zestal aan. De zachte banden van Dixon en Pigot waren er even later ineens hélemaal klaar mee en dus schoof de een na de ander er simpel langs.

Dixon maakte zijn pitstop, Pigot wilde dat ook doen...maar dat liep niet helemaal lekker. Bij het insturen zat Sebastien Bourdais aan de binnenkant en de Fransman knalde er vol achterop, waardoor zijn neus afbrak en Pigot in de muur eindigde. Met Ferrucci en Rahal voorop werd het groen weer gezwaaid, maar Newgarden, Rossi en James Hinchcliffe - die al wél gestopt waren - reden er vlak achter.

In de 33e ronde ging het pas echt goed fout: Hinchcliffe kwam na zijn pitstop pal voor Newgarden de baan op, met Rossi in diens achterkant. Dat leverde natuurlijk een fel gevecht op bij de eerstvolgende bocht en zoals iedereen aan kon zien komen eindigde dat in tranen. Rossi viel Newgarden aan, Newgarden viel Hinchcliffe aan en plotsklaps ging Rossi rond - waarna hij verder kon - en lagen Hinchcliffe en Newgarden in de bandenstapel.

Door alle chaos voorin viel de hele top-3 weg en dus had Dixon de leiding bij de herstart in handen, voor de ineens flink naar voren gekomen Marcus Ericsson en Takuma Sato. Will Power kwam door de pitstops van de voorste mannen aan de leiding en viel na zijn eigen pitstop terug naar de vierde plek, achter Ed Jones, die in principe - in tegenstelling tot de mannen om hem heen - nog een stop moest maken.

Voorin kwam Ericsson langzaam wat dichter in de buurt van Dixon, terwijl Power tien seconden achter de leider de derde plek af kon pakken van Jones. Het geluk lachte hem echter toe: Hinchcliffe kwam stil te staan en de volgende caution was een feit, waardoor alles ook voorin weer bij elkaar zat. Dixon leek daarna alsnog op weg naar de zege, voor Ericsson en Power, tot Felix Rosenqvist 'm zes ronden voor het einde in de muur hing.

Na een korte rode vlag, zodat de race niet onder geel zou eindigen, werd het veld voor drie ronden op pad gestuurd. In die slotronden gebeurde niet veel meer: Dixon pakte zijn eerste zege van het jaar, Ericsson eindigde als tweede, Power pakte de derde plek.