Spaanse politie arresteert meerdere spelers op verdenking van matchfixing

De Spaanse politie heeft meerdere (oud-)voetballers gearresteerd op verdenking van manipulatie en witwassen. Onder anderen Raúl Bravo, Borja Fernández, Carlos Aranda, Samuel Sáiz Alonso en Iñigo López Montaña zijn aangehouden. Bravo en Fernández zijn de bekendste namen die worden verdacht van matchfixing, want het tweetal speelde in het verleden bij Real Madrid.

Bravo, die veertien keer het shirt van de nationale ploeg van Spanje droeg, is volgens Spaanse media de spil in het corruptieschandaal. Hij speelde tussen 2001 en 2007 voor Real Madrid en won in 2002 de Champions League. Hij kwam in 2004 uit voor Spanje op het EK en maakte drie jaar later de overstap naar het Griekse Olympiacos. Ook de voorzitter van degradant Huesca (Agustín Lasaosa) en het hoofd van de medische staf (Juan Carlos Galindo Lanuza) van de club zijn gearresteerd. De kantoren van Huesca zijn enkele uren doorzocht.

Het persbureau EFE meldt dat de politie werkt aan het ontmantelen van een omvangrijk goknetwerk. De politie kwam in actie nadat er in mei 2018 mogelijk een wedstrijd in LaLiga werd gefixt. In totaal zijn acht mogelijke gevallen van matchfixing doorgegeven aan de Spaanse politie. Fernández (Real Valladolid), Sáiz (Getafe), López (Deportivo La Coruña) en de gestopte Aranda behoren tot de verdachten. Zij zouden zich bezig hebben gehouden met het manipuleren van wedstrijden in LaLiga en de Segunda División.