Richtlijn voor maximale residulimieten in honing

Honing kan residuen van werkzame stoffen uit gewasbeschermingsmiddelen bevatten, via door honingbijen verzamelde nectar en pollen. Hiervoor is nu een richtlijn opgesteld. Dit heeft onder meer gevolgen voor de sierteelt, ook daarop kunnen bijen immers foerageren.

De middelen voor toepassing in de sierteelt worden nu dus niet meer alleen beoordeeld op risico’s voor het milieu of schadelijke gevolgen voor bijen, maar ze moeten ook voldoen aan de maximale residulimieten voor honing vanwege menselijke consumptie en voortaan net als middelen voor eetbare gewassen op residuen worden beoordeeld.

Tot nu toe was er geen geschikte methode beschikbaar om voor residuen in honing een passende maximale residulimiet (MRL) vast te stellen, waardoor deze voor de verschillende stoffen in honing standaard werd vastgesteld op 0,05 mg/kg (default). Om deze leemte op te vullen heeft de Europese Commissie hiervoor nu een richtlijn opgesteld, de ‘Technical guidelines for determining the magnitude of pesticide residues in honey and setting Maximum Residue Levels in honey’ (SANTE/11956/2016 rev.9). Deze richtlijn wordt geïmplementeerd en opgenomen in de Evaluation Manual per 1 januari 2020.

Vanaf 1 januari 2020 moeten aanvragers deze MRL-richtlijn hanteren voor potentiële residu-niveaus van hun werkzame stof of middel in pollen en bijenproducten. Dat geldt ook voor aanvragen voor alleen sierteelten.