In 2017 vooral meer dierproeven met zebravissen en muizen

In 2017 zijn in Nederland 530.568 dierproeven uitgevoerd. Dat zijn er 80.694 (17,9%) meer dan in 2016. Dat staat in het in het jaarverslag dierproeven 2017 van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Het aantal dierproeven verschilt van jaar tot jaar. Het aantal dierproeven in 2017 is vergelijkbaar met het aantal in 2013 en 2015. Er zijn in 2017 vooral meer dierproeven gedaan met genetisch gemodificeerde zebravissen en muizen.

De zebravissen worden ingezet voor onderzoek naar geneesmiddelen tegen kanker en voor een onderzoek naar hormoon-verstorende stoffen in het kader van een groter EU-project. Muizen worden voor verschillende onderzoeken ingezet, met name voor onderzoek naar kanker.

Hoge naleving
De NVWA heeft in 2017 211 inspecties uitgevoerd bij de in totaal 80 universiteiten, academische ziekenhuizen, onderzoeksinstellingen en farmaceutische bedrijven die een vergunning hebben voor het uitvoeren van dierproeven. Hierbij werd één keer een schriftelijke waarschuwing gegeven. Bij de andere inspecties bleek dat de vergunninghouders de regels voor het uitvoeren van dierproeven goed naleven.

Naast aantallen dierproeven en inspecties bij vergunninghouders publiceert de NVWA ook jaarlijks hoeveel dieren worden gefokt voor dierproeven, maar daar vervolgens niet voor worden ingezet. Het aantal proefdieren dat is gedood of is doodgegaan zonder dat zij onderdeel waren van een dierproef is ten opzichte van 2016 minimaal gestegen met 1,7% tot 448.252 dieren. Hiervan zijn 104.166 dieren wel ingezet als fokdier.