90% van de volwassenen is tevreden

Het merendeel van de Nederlandse volwassenen is tevreden met zijn of haar leven. Bijna 6 op de 10 zijn bovendien optimistisch over hoe het in het algemeen gaat in Nederland. Ruim 3 op de 10 zijn daarover pessimistisch, 1 op de 10 is zelfs sterk pessimistisch. Tot deze laatste groep behoren relatief vaak ouderen, laagopgeleiden, mannen en personen met een Nederlandse achtergrond. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.

Bijna 9 op de 10 volwassenen zeggen in 2018 dat zij tevreden zijn met hun leven, 12 procent is niet tevreden en niet ontevreden, 2 procent is naar eigen zeggen ontevreden. Het percentage tevredenen is 2 procentpunt hoger dan in 2013. Het is de eerste keer dat het CBS rapporteert over de mening van de bevolking over hoe het gaat met Nederland.

Tevreden én optimistisch
Meer dan de helft, 56 procent, is in 2018 optimistisch over hoe het gaat in Nederland, 35 procent is pessimistisch en vindt dat het in meer of mindere mate de verkeerde kant op gaat. De overige 8 procent weet niet of het in Nederland de goede of de verkeerde kant op gaat.

Van degenen die tevreden zijn met hun leven is 59 procent optimistisch over de samenleving, 33 procent is pessimistisch, de rest weet het niet. Omgekeerd geldt ook: van degenen die ontevreden zijn over hun leven ziet ruim de helft (54 procent) het de verkeerde kant opgaan met Nederland, 31 procent is optimistisch. Degenen die tevreden zijn over hun eigen leven zijn dus ook vaker optimistisch over Nederland.

Jongeren minder vaak pessimistisch
Mannen en vrouwen zijn in 2018 naar eigen zeggen even vaak tevreden met hun leven. Ze waren ook even vaak optimistisch of pessimistisch over Nederland. Jongeren (18 tot 25 jaar) zeggen het minst vaak pessimistisch te zijn over Nederland. Ruim een kwart ziet de toekomst van Nederland enigszins of zeer somber in. Ze zijn niet vaker optimistisch dan 25-plussers, maar geven relatief vaak aan niet te weten of het in Nederland de goede of verkeerde kant op gaat (14 procent).

Hoogopgeleiden optimistischer
Hoogopgeleiden zijn vaker optimistisch dan laag- en middelbaar opgeleiden. Van de hoogopgeleiden is 65 procent optimistisch over Nederland, van de middelbaar opgeleiden 54 procent en van de laagopgeleiden 49 procent. Mensen met een Nederlandse achtergrond zeggen vaker dat zij pessimistisch zijn dan mensen met een westerse of niet-westerse migratieachtergrond.

Dit wordt niet verklaard door persoonskenmerken, zoals het feit dat westersen en niet-westersen gemiddeld jonger zijn, of door verschillen in ervaren gezondheid of huishoudensinkomen. Alleen personen met een westerse achtergrond zijn ook vaker optimistisch. Personen met een Nederlandse of niet-westerse achtergrond verschillen niet in hun optimisme over Nederland.

Een groep van 10 procent vindt dat het duidelijk de verkeerde kant op gaat. Deze groep die sterk pessimistisch is over Nederland is relatief vaak een man (55 procent), tussen 45 en 75 jaar oud (61 procent), laagopgeleid (39 procent) en heeft een Nederlandse achtergrond (81 procent).

Onderzoeksvragen
De mate waarin mensen optimistisch of pessimistisch zijn over Nederland is gemeten door de vraag: ‘Hoe vindt u dat het over het algemeen gaat met Nederland?’ De antwoordmogelijkheden zijn:
1. duidelijk de goede kant op;
2. een beetje de goede kant op;
3. een beetje de verkeerde kant op;
4. duidelijk de verkeerde kant op;
5. weet ik niet.

Antwoordmogelijkheid 1 wordt getypeerd als ‘sterk optimistisch’, optie 2 als ‘beetje optimistisch’, optie 3 als ‘beetje pessimistisch’ en optie 4 als ‘sterk pessimistisch’. Optie 1 en 2 zijn in dit nieuwsbericht samengenomen als optimistisch, optie 3 en 4 als pessimistisch.