Minister pakt fokkers aan

Het Fairfokprogramma is in 2014 met steun van de overheid geïnitieerd door de Raad van Beheer in samenwerking met belangrijke partners die betrokken zijn bij de hondenfokkerij. Het programma bevatte een reeks ambities om honden binnen redelijke termijn gezonder en socialer te maken. De eindrapportage van Fairfok is onlangs aangeboden aan minister Carola Schouten. 

Schouten: "Ik maak uit dit rapport op dat een aantal ambities is gerealiseerd, maar ook een deel niet. Fairfok heeft geleid tot een goede samenwerking tussen de betrokkenen. Binnen Fairfok zijn een tal van instrumenten ontwikkeld die bij kunnen dragen aan een gezonde en sociale hond. Zo zijn een aantal rasverenigingen al goed bezig, bijvoorbeeld door het kruisen van het ras met andere rassen om gezondere nakomelingen te krijgen. En werkt het Expertisecentrum Genetica Gezelschapsdieren van de faculteit Diergeneeskunde samen met rasverenigingen en fokkers aan diverse erfelijke ziektes."

Ze vervolgt: "In een aantal gevallen heeft dit al geleid tot een DNA-test, waarmee bij het juist inzetten in de fokkerij, een erfelijke ziekte gefaseerd uit kan worden gefokt. Ook heeft de Raad van Beheer rasspecifieke instructies opgesteld voor keurmeesters die ervoor moeten zorgen dat gezondheid en welzijn leidend zijn bij het keuren. En krijgen de keurmeesters hiervoor een verplichte nascholing."

Wel ziet de minister nog een flink aantal uitdagingen: "Er zijn nog rasverenigingen waarbij de nodige weerstand zit. Dit moet veranderen. Ook moet het goede voorbeeld gegeven worden op tentoonstellingen. Keurmeesters zullen gezondheid en welzijn leidend moeten laten zijn bij hun beoordeling. Bij aandachtrassen zal de winnaar van het ras op gezondheid beoordeeld moeten worden om te voorkomen dat dieren die niet gezond zijn winnen."

Fokken met kortsnuitige honden
Om de handhaving van de wetgeving op het terrein van de fokkerij beter mogelijk te maken heeft het Departement Dier in Wetenschap en Maatschappij en het Expertisecentrum Genetica Gezelschapsdieren van de faculteit Diergeneeskunde in opdracht van LNV criteria ontwikkeld voor de beoordeling van kortsnuitige honden.

De minister heeft het het rapport “Fokken met kortsnuitige honden” met deze criteria aan de Tweede Kamer doorgestuurd. De criteria gelden voor alle kortsnuitige honden, dus niet alleen voor rashonden. De criteria zullen worden benut door de NVWA en de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) bij de handhaving van de regels op het terrein van fokkerij. Ook dierenartsen en fokkers zullen de criteria kunnen gebruiken bij het selecteren van gezondere ouderdieren.