4 jaar cel voor dodelijk ongeval Anna Paulowna

De rechtbank heeft 4 jaar gevangenisstraf opgelegd aan een 20-jarige man voor het veroorzaken van een zeer ernstig verkeersongeval op 1 september 2018 in Anna Paulowna. Ook mag hij 5 jaar lang geen auto besturen nadat hij zijn straf heeft uitgezeten. Bij het ongeval kwamen twee jongens van 16 jaar en een jongen van 15 jaar om het leven en raakte een meisje van 17 jaar zwaargewond. Zij zaten allemaal in de auto. Het ongeval met de verschrikkelijke gevolgen leidde tot veel emoties in de gemeenschap van Anna Paulowna.

De man zegt niet te weten of hij de bestuurder van de auto was ten tijde van het ongeval. De rechtbank vindt dat er voldoende bewijs is om vast te stellen dat verdachte die nacht de auto heeft bestuurd: de auto is eigendom van verdachte, hij is na het ongeval ter plaatse gewond aangetroffen, getuigen hebben hem die avond vanaf het gemeentehuis in Anna Paulowna zien wegrijden met de inzittenden terwijl hij achter het stuur zat en hebben gezien dat de auto tot aan het ongeval (500 meter verder) niet is gestopt. Wisseling van plek in de auto is om die reden uitgesloten.

Het verkeersstrafrecht is complex. Een kleine onoplettendheid kan verschrikkelijke gevolgen hebben terwijl een grove verkeersfout zonder slachtoffers kan aflopen. De rechter moet altijd onderzoeken of iemand het ongeval heeft veroorzaakt en zo ja, in hoeverre dat hem/haar te verwijten is. De rechter moet daarbij oorzaak en gevolg scheiden, wat op onbegrip kan stuiten, helemaal als er dodelijke slachtoffers vallen. Voor de bewezenverklaring is echter niet het letsel of de dodelijke afloop bepalend maar de mate van verwijtbaarheid die de veroorzaker van het ongeval kan worden gemaakt. In deze zaak vindt de rechtbank bewezen dat verdachte te hard heeft gereden, op gevaarlijke wijze een auto heeft ingehaald en met onverminderde snelheid een bocht is ingereden terwijl hij onder invloed was van alcohol en cannabis. Hij verloor vervolgens de macht over het stuur en raakte een verkeerspaal en een boom. Door al deze gedragingen heeft hij allereerst (juridisch) schuld aan het ongeval.

Vervolgens heeft de rechtbank zich gebogen over de mate van schuld bij verdachte. Roekeloosheid is de zwaarste vorm van schuld en grenst aan opzet. Deze mate van schuld is volgens uitspraken van de Hoge Raad voorbehouden aan uitzonderlijke situaties en wordt niet snel aangenomen in de rechtspraak. Een voorbeeld van zo’n uitzonderlijke situatie kan een straatrace zijn. Er moet sprake zijn van buitengewoon onvoorzichtig rijgedrag met onaanvaardbare risico’s op ernstige gevolgen, van welke risico’s verdachte zich bewust moet zijn geweest. De rechtbank vindt - alles afwegend - dat het gedrag van verdachte zeer onvoorzichtig en onoplettend is geweest met verschrikkelijke gevolgen maar komt - anders dan de officier van justitie – niet tot roekeloosheid. Het verschil zit er met name in dat de rechtbank niet heeft kunnen vaststellen dat er sprake was van een wedstrijd en dat het gedrag van verdachte daarop was gericht.

De rechtbank is zich ervan bewust dat geen enkele strafoplegging het verdriet en gemis van de nabestaanden kan compenseren. De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat zijn gedrag heeft geleid tot de dood van drie jonge jongens en zwaar lichamelijk letsel heeft veroorzaakt bij een jong meisje. Daarmee is de nabestaanden groot en onherstelbaar leed aangedaan zoals zij op de zitting op indrukwekkende wijze hebben verwoord. De mate van schuld van verdachte en de uitzonderlijk ernstige gevolgen kunnen slechts leiden tot een aanzienlijke onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank houdt bij de strafoplegging rekening met de jonge leeftijd van verdachte. De rechtbank komt tot oplegging van een lagere straf dan door de officier van justitie geëist omdat de rechtbank uitgaat van zeer onvoorzichtig en onoplettend rijgedrag en niet van roekeloosheid.