Skeletonner Dukurs neemt wraak met zesde wereldtitel

Skeletonner Martins Dukurs heeft een voor zijn doen matig seizoen bekroond met zijn zesde wereldtitel. De legendarische Let was op de olympische baan van Whistler in Canada een klasse apart.

Na dag één stond Dukurs al aan de leiding en daar kwam geen moment verandering in op vrijdag. Net als in de eerste twee runs was hij ook in run drie en vier de snelste van iedereen en dat betekent uiteraard goud. De Rus Nikita Tregubov bleef vooral op vrijdag keurig in de buurt en wist zijn tweede plek zonder grote problemen vast te houden, 0,51 seconden achter Dukurs. De voornaamste winnaar van de dag was de Zuid-Koreaan Yun Sung-bin, die nog een matige eerste dag kende.

Door twee keer vlak achter Dukurs de tweede tijd neer te zetten ging Yun voorbij aan World Cup-kampioen Alexander Tretiakov, Martins' oudere broer Tomass én de Duitser Christopher Grotheer. Het leverde de olympisch kampioen alsnog brons op, 0,88 seconden achter Dukurs en één tiende voor Grotheer. Bram Zeegers sloot zijn eerste grote optreden af als 32e.

Bij de vrouwen pakte Tina Hermann haar wereldtitel terug, nadat ze deze in 2017 aan landgenote Jacqueline Lölling af moest staan. Lölling bleef op dag twee beduidend dichter in de buurt en noteerde in de laatste run zelfs een baanrecord, maar ze moest wel 0,38 seconden toegeven over vier runs en pakte dus zilver.

Op grote achterstand (+1,17) ging het brons naar Sophia Griebel, die zo de Duitse sweep completeerde. Sterker nog, Anna Fernstaedtova werd op 1,77 vierde namens Tsjechië, waar ze dit seizoen na haar overstap vanuit Duitsland voor uit is gaan komen. Kimberley Bos klom vooral dankzij een prima laatste run nog wat plekken en eindigde als dertiende op 4,21 seconden.