Schuldig aan doodslag, geen straf want noodweerexces

De rechtbank Overijssel oordeelt dat een 47-jarige man schuldig is aan doodslag, maar legt de man hiervoor geen straf of maatregel op. De rechtbank vindt het aannemelijk dat sprake was van noodweerexces toen hij op 3 augustus vorig jaar zijn slachtoffer om het leven bracht door hem met een mes in de linkerborst te steken.

Worsteling
In de nacht van 3 augustus vorig jaar belde het slachtoffer – onder invloed van alcohol - aan bij het huis van de man en zijn vriendin. Een maand eerder had er al een incident plaatsgevonden, naar aanleiding van een vermeende affaire tussen het slachtoffer en de vriendin van de man. Na het openen van de voordeur kwam de vriendin van de man in de gang direct in gevecht met het slachtoffer.

Er werd geduwd, getrokken en gespuugd. De man wilde zijn vriendin te hulp schieten en samen probeerden zij het slachtoffer hun huis uit te duwen en schreeuwden daarbij steeds dat hij weg moest gaan. Omdat het slachtoffer hieraan geen enkel gehoor gaf, heeft de man een koksmes uit de keuken gepakt.

Pressiemiddel
Met zijn armen boven zijn hoofd dreigde de man het slachtoffer neer te steken als hij niet weg zou gaan. Het slachtoffer stond inmiddels buiten, maar ging toch onverstoord door om te proberen het huis binnen te dringen, terwijl de man met het mes op de drempel stond. Het slachtoffer riep naar de man dat hij seks had gehad met zijn vriendin en daagde de man uit om te steken. De man heeft het slachtoffer vervolgens hoog in zijn borst gestoken, waarna hij in elkaar is gezakt op de grond in de tuin.

De rechtbank is van oordeel dat de man op zich het recht had om zichzelf en zijn gezin te verdedigen en het mes als pressiemiddel te gebruiken. Omdat het slachtoffer onbewapend was, vindt de rechtbank het steken met het mes niet aanvaardbaar en disproportioneel.

Noodweerexces
De rechtbank is van mening dat deze disproportionele reactie van de man echter een gevolg is van de heftige emoties die het handelen van het slachtoffer bij hem hadden opgeroepen en geen direct gevolg was van eventuele boosheid over de vermeende affaire. Het slachtoffer wilde maar niet weggaan en de man vreesde voor de veiligheid van zijn vriendin en kinderen.

Ook was hij zelf, gezien zijn COPD, fysiek niet opgewassen tegen het slachtoffer die veel forser en gezonder was dan hijzelf. Ook de vriendin van de man was erg bang voor het slachtoffer. Zij schreeuwde naar omstanders dat zij 112 moesten bellen. Getuigen hebben verklaard dat zij de man tientallen keren hoorden smeken dat het slachtoffer weg moest gaan.

De emoties van de man waren zo krachtig dat hij de situatie niet meer koel heeft kunnen beoordelen en dat hij onder invloed van deze emoties de grenzen van de noodzakelijke verdediging heeft overschreden. De rechtbank heeft dan ook geoordeeld dat het beroep op noodweerexces terecht is en dat de man niet strafbaar is.