Frankrijk en Duitsland vernieuwen vriendschap

Frankrijk en Duitsland tekenen dinsdag een nieuw vriendschapspact, een hernieuwing van het verdrag dat de twee landen in 1963 tekenden. Maar niet alle EU-lidstaten zijn gecharmeerd. Zo wil Italië met Polen een tegenwicht bieden. De Frans-Duitse as zou te dominant worden, helemaal nu de Britten aanstalten maken om de EU te verlaten.

In de ontwerpverklaring wordt gesteld dat de twee landen samen gaan optrekken bij belangrijke EU-kwesties. Ook binnen de Verenigde Naties willen ze een gezamelijk machtsblok vormen. Frankrijk is permanent lid van de VN-Veiligheidsraad is en heeft vetorecht.

De Fransen en Duitsers willen tevens hun economieën verder integreren door middel van een Frans-Duitse economische zone. Ook willen ze de Europese militaire capaciteiten verder uitbouwen en daarin hiaten opvullen, wat "zowel de EU als de Navo moet versterken". Dit moet vorm krijgen in een Frans-Duitse defensieraad. Daarnaast willen de landen de mate van tweetaligheid in de grensstreken versterken, en culturele uitwisselingsprogramma's voor jongeren opzetten. Ook moet er een 'Franco-Germaanse' universiteit komen.

Oude doelstellingen
De BBC wijst op de significantie van de plek van ondertekening, Aken, een stad die door de eeuwen heen afwisselend in Franse en Duitse handen was. De ondertekening van het pact uit 1963 is dinsdag precies 56 jaar geleden. Aan het toenmalige streven zou niet zo gek veel zijn veranderd. "Het zet de oude doelstellingen voort en vertaalt ze in de uitdagingen van vandaag", zegt professor Dirk Leuffen van de Universiteit van Konstanz.

Maar Alistair Cole van de Universiteit van Cardiff, in het Verenigd Koninkrijk, denkt dat het om meer gaat dan symboliek. Het zou de bedoeling zijn in de EU van na de Brexit de "centrale rol van Frankrijk en Duitsland te onderstrepen". En de Duitse bondskanselier Angela Merkel heeft het specifiek over de Europese integratie, die volgens haar in 1963 "nog niet goed was uitgewerkt".

Ongemak
Binnen de EU heerst ongemak over de macht van Parijs en Berlijn, met name in Italië. Migratiekwesties wil dat land bijvoorbeeld niet aan die twee overlaten. "Het is tijd om tegenover de Frans-Duitse as een Italiaans-Poolse as te zetten", reageerde de Italiaanse minister van Binnenlandse Zaken Matteo Salvini.

Maar ook Nederland is niet onverdeeld blij, want het vertrek van Groot-Brittannië uit de EU is een grote stap terug. In de jaren 60 moest Den Haag hard lobbyen bij de Fransen om de Britten erbij te krijgen, als tegenwicht tegen Frankrijk en Duitsland. Als voorstanders van liberaal economisch beleid en als tegenstanders van te vergaande politieke integratie trokken de Nederlanders en de Britten vaak samen op.

Nederland zoekt het wat dat betreft nu in een samenwerkingsverband met Ierland, Denemarken, Zweden, Finland, Estland, Letland, Litouwen en Tsjechië. Maar dan zijn er dus wel acht landen nodig om vergelijkbaar gewicht in de schaal te kunnen leggen zoals dat eerder alleen al samen met de Britten kon.