Rechter: 'Een woonwagenwoning is geen woonwagen'

De woonwagenbewoners in Gouda hoeven hun woonwagens niet uit. Dat heeft de kantonrechter in Gouda vandaag beslist in een zaak die Woonpartners had aangespannen tegen vijf woonwagenbewoners. Woonpartners heeft de kantonrechter er niet van kunnen overtuigen dat de bijna gerealiseerde woonwagenwoningen gelijk kunnen worden gesteld aan woonwagens.

Woonpartners vroeg de rechter om beëindiging van de huurcontracten en ontruiming zodat gestart kan worden met de bouw van tien sociale huurwoningen. Volgens Woonpartners heeft zij de woonwagenbewoners een passend alternatief aangeboden in de vorm van woonwagenwoningen. Hoewel de kantonrechter niet twijfelt aan de goede bedoelingen van Woonpartners heeft zij de kantonrechter er niet van kunnen overtuigen dat de (nagenoeg) gerealiseerde woonwagenwoningen gelijk kunnen worden gesteld aan woonwagens.

Bij het aanbieden van alternatieve huisvesting kan de woonbehoefte van woonwagenbewoners niet gelijk worden gesteld aan die van bewoners van reguliere woningen. Het woonwagenleven is namelijk dermate specifiek dat eenzelfde woongenot alleen mogelijk is in een woonwagen.

Woonpartners heeft aan de ene kant voldoende aannemelijk gemaakt dat met de realisering van de sociale woningen tegemoet wordt gekomen aan de bestaande behoefte aan dergelijke woningen in de gemeente Waddinxveen. Aan de andere kant is niet aannemelijk geworden dat vervangende en adequate huisvesting voor de woonwagenbewoners beschikbaar is.