'Zaak tegen Jos B. op losse schroeven'

Woensdag is de eerste, niet-inhoudelijke, zitting in de zaak tegen Jos B., die verdacht wordt van de moord op Nicky Verstappen. Maar vandaag meldt de Telegraaf dat het toch al weinige bewijs nog verder in twijfel getrokken wordt.

Volgens de Telegraaf bleek al in 2008 uit onderzoek van het NFI dat de DNA-sporen die aangetroffen zijn op de kleding van Verstappen niet zonder meer aan te merken zijn als dadersporen. Ze zouden ook na de dood of op onschuldige wijze tot stand gekomen kunnen zijn. 

Er zijn 17 DNA-sporen aangetroffen op de kleding van Verstappen. Het meeste op de tailleband van zijn onderbroek en aan de voorkant daarvan. Een spoor zat op de pyamabroek. Zowel de pyjamabroek als de onderbroek zat binnestebuiten, de onderbroek ook achterstevoren. Uit het onderzoek kan niet worden vastgesteld of de sporen verband houden met een misdrijf, evenmin kan worden vastgesteld op welk moment de sporen op de kleding zijn gekomen.

Ook is niet duidelijk waaruit de sporen bestaan, een deel zou bestaan uit speeksel. Maar ook ander lichaamsmateriaal wordt niet uitgesloten. Naast DNA zijn er ook 25 haren op het lichaam aangetroffen. Drie daarvan zouden van B. zijn, van wie de andere haren zijn is onduidelijk. 

Ook zijn er twijfels bij de destijds gehanteerde methode voor het verzamelen van sporen. Mogelijk zijn daarbij gegevens vernietigd of veranderd. Dat is nu niet meer aan te tonen.

Het OM vervolgt B. voor doodslag, ontucht en vrijheidsberoving. Een groot probleem voor justitie is dat de doodsoorzaak nooit vast is komen te staan. Daardoor wordt de bewijsvoering heel lastig en met deze ontwikkelingen nog een stukje lastiger.