Geldvorderingen op failliete Russische oliemaatschappij Yukos terecht

De rechtbank Amsterdam heeft opnieuw over de boedel van Yukos Oil Company (YOC) geoordeeld: twee “kleindochterondernemingen” van de failliete Russische oliemaatschappij mogen grote geldvorderingen (46 miljard roebel en 335 miljoen dollar plus 79 miljard roebel – omgerekend in totaal circa 2 miljard euro) op YOC incasseren.

Russische rechter erkende vorderingen niet
De ene onderneming, FPH, had een vordering wegens orderbriefjes (een soort schuldbekentenis) bij YOC uitstaan toen de oliemaatschappij in 2006 failliet werd verklaard. De andere onderneming, Yukos Capital, had geld uitgeleend aan YOC. De Russische rechter erkende hun vorderingen in het faillissement echter niet. FPH en Yukos Capital accepteerden dat oordeel niet en legden beslag op de aandelen die YOC had in een dochteronderneming: Yukos Finance. Die inbeslaggenomen aandelen in Yukos Finance werden na het beslag door de Russische curator verkocht aan het Russische bedrijf Promneftstroy. Ook Promneftstroy erkent de aanspraken van FPH en Yukos Capital niet: de orderbriefjes en geldleningen zouden volgens Promneftstroy onderdeel hebben uitgemaakt van een door YOC opgezette, illegale belasting/witwasconstructie.

Niet gebonden aan Russisch oordeel
Omdat Yukos Finance in Amsterdam is gevestigd, konden FPH en Yukos Capital de zaak voorleggen aan de rechtbank Amsterdam. Die is niet gebonden aan de oordelen van de Russische rechter: omdat het Russische faillissementsvonnis (en daarmee de bevoegdheid van de Russische curator) niet wordt erkend in Nederland en omdat niet vaststaat dat de Russische beslissingen in een onafhankelijke en met voldoende waarborgen omklede gerechtelijke procedure tot stand zijn gekomen.

Verhalen op inbeslaggenomen aandelen
De Amsterdamse rechtbank oordeelt nu dat de Russische vonnissen (waarin de vorderingen van FPH en Yukos Capital in het faillissement van YOC niet werden erkend) in Nederland niet geldig zijn. Daarnaast oordeelt de rechtbank dat de orderbriefjes van FPH en de geldleningsovereenkomsten tussen Yukos Capital en YOC wel rechtsgeldig zijn. Daarmee hebben de 2 “kleindochterondernemingen” inderdaad vorderingen op YOC. Om hun vorderingen ook daadwerkelijk te kunnen effectueren, mogen zij zich verhalen op de inbeslaggenomen aandelen in Yukos Finance. Promneftstroy moet dat dulden.