Schipper Amicitia vrijgesproken van dood door schuld

Rechtbank Noord-Nederland spreekt de schipper en eigenaar van het zeilschip Amicitia vrij. De schipper stond terecht voor dood door schuld vanwege een ongeval aan boord van zijn schip. Hierbij kwamen drie opvarenden om het leven. Tegen de man was door de het Openbaar Ministerie een onvoorwaardelijke werkstraf van 200 uur geëist. Daarnaast eiste het OM een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden.

Mast was vanuit kern gaan rotten
Op 21 augustus 2016 gebeurde er bij Harlingen een ernstig ongeval aan boord van een klipper die aan het varen was met Duitse gasten. De voorste mast brak af en viel op drie opvarenden die op het dek waren. Zij zijn alle drie kort daarna overleden aan schedel- en/of hersenletsel. Onderzoek door TNO heeft uitgewezen dat de mast achter de gaffelplaat vanuit de kern was gaan rotten. In twee tot vier jaar tijd was de mast zo aangetast dat hij bij normale belasting afbrak. De Officier van Justitie was van mening dat verdachte had kunnen en moeten weten dat de mast in slechte staat verkeerde.

Wel verwijt, geen veroordeling
De rechtbank stelt vast dat verdachte wel het verwijt valt te maken dat hij zich onvoldoende heeft laten informeren over de staat van onderhoud van de mast en onvoldoende toezicht heeft gehouden op de verrichte werkzaamheden. Voorts heeft hij reparaties niet gemeld bij de keuringsinstantie. De rechtbank is echter van oordeel dat deze vaststelling op zichzelf onvoldoende is om verdachte te kunnen veroordelen voor dood door schuld.

Ook als verdachte zich meer had laten informeren over de staat van onderhoud van de mast, hij meer toezicht had gehouden op de verrichte werkzaamheden en de reparaties had gemeld, had dit waarschijnlijk niet gemaakt dat de aantasting van het hout achter de gaffelplaat tijdig was onderkend. De rechtbank spreekt verdachte daarom vrij.