Bruggink over ontstekingsremmers: "Ze gingen in de kleedkamer rond als snoepjes"

Op het WK in Rusland waren er per wedstrijd gemiddeld elf spelers die ontstekingsremmers hadden genomen.

In de 72 uur voor een wedstrijd werd 726 keer een ontstekingsremmer voorgeschreven. Er waren zelfs teams waar alle voetballers voor dit medicijngebruik kozen, inclusief de derde keeper. Hoewel het aantal schrikbarend hoog is, was het gebruik van ontstekingsremmers in Brazilië, tijdens het WK van 2014, nog groter. In Rusland werden de ontstekingsremmers echter ook vaak vervangen door analgetica, een pijnstiller.

Ook in de Eredivisie is het gebruik van ontstekingsremmers de normaalste zaak van de wereld. Arnold Bruggink deed zelf als speler niet anders, hoofdzakelijk vanwege een chronisch slechte enkel. "Als je dan om de drie dagen een wedstrijd had, dacht je bij de tweede 'dit gaat niet zo fijn'. Het ging op een gegeven moment ook tussen je oren zitten dat je iets moest nemen, ook al wist je dat het slecht voor je was", vertelt de oud-aanvaller in het Algemeen Dagblad . "Ik had een zeurende pijn in mijn enkel. Kraakbeenschade, bot op bot, dus dat ging ontsteken. Meestal hielp het wel als ik dan iets nam."

Bij PSV gebruikte Bruggink een Cataflam, dat diclofenac als werkzame stof heeft. Hij was bepaald niet de enige. "Ze gingen rond als snoepjes. Het was ook geen geheim. Maar ik was geen grootverbruiker. Ik heb ook nooit ergens last van gehad. Ik geloof wel dat je klachten kunt krijgen als je te veel neemt", besluit de analyticus van FOX Sports . Ook Danny Buijs zocht vroeger geregeld zijn heil in diclofenac. "Het leken net Smarties", zegt de huidige trainer van FC Groningen. "Ik nam ze om pijntjes te onderdrukken."

"Maar dat deed ik alleen als ik ergens last van had, niet uit bijgeloof of omdat ik ze lekker vond ofzo. Ik heb veel voetballers om mij heen gezien die hetzelfde deden." Buijs denkt dat het nu nog gebeurt. "Spelers hebben soms een pijnstiller nodig om een prestatie te kunnen leveren. Dat gaat wel altijd in overleg met de fysio en de dokter. Als een speler zegt dat hij pijn heeft, zegt ik niet 'hier heb je een pilletje'. Ik bepaal dat niet." Adrie Poldervaart, trainer en voorheen fysiotherapeut van Excelsior, beaamt dat. "Artsen zijn daarin geschoold", benadrukt de trainer van de Rotterdamse club.

"Ik neem aan dat zij weten wat goed is voor spelers. Artsen geven niet zomaar wat. Het heeft altijd een medische reden en het moet wel een meerwaarde hebben. Als de schade dermate groot is, kan daar geen medicijn tegenop. Diclofenac kun je niet zomaar kopen. Daar is altijd een arts bij betrokken." Bruggink denkt dat er in de Eredivisie nog steeds veel geslikt wordt. "Als het op het WK zo gaat, zal het hier niet veel anders zijn." De KNVB ziet geen bezwaar tegen het gebruik van ontstekingsremmers, zolang deze medicijnen maar onder 'goede controle' worden verstrekt.