Chinese turners met miniem verschil wereldkampioen, Nederland 8e

Op het wereldkampioenschap turnen in Doha heeft China wederom de wereldtitel gepakt in de landenwedstrijd bij de mannen. Het land onttroonde Japan, wat in 2015 de titel pakte, en werd voor de elfde keer in de laatste dertien WK's kampioen - Wit-Rusland was in 2001 naast Japan het enige land waar China sinds 1994 door is verslagen op WK's.

De strijd ging met name tussen China en Rusland en dat was mooi: de twee landen zaten in dezelfde rotatie en werkten dus telkens hetzelfde toestel af. Op vloer namen de Russen een flinke voorsprong, op het voltigepaard was China iets beter en aan de ringen waren de Russen dan weer sterker.

Na de ringen scheidden de twee landen zich af van de rest, waarna het op sprong gelijk op ging. Aan de brug met ongelijke leggers scoorde China vooral dankzij Zou Jingyuan zeer hoog, waarmee de strijd volledig open was: 216,134 punten voor China tegen 215,186 voor de Russen, met alleen de rekstok nog te gaan.

Regerend meerkampkampioen Xiao Ruoteng deed het niet geweldig aan de rekstok, maar Sun Wei en Lin Chaopan scoorden prima. Bij de Russen moest men alles uit de kast trekken, maar David Belyavskiy, Artur Dalaloyan en Nikita Nagornyy kwamen net tekort om het gat te dichten: China won goud met 256,634 punten, Rusland pakte zilver met 256,585 punten, ruim voor het Japan van meerkampkoning Kohei Uchimura.

Bart Deurloo, Bram Louwije, Frank Rijken, Casimir Schmidt en Epke Zonderland kwamen tot de achtste plek in de finale van acht landen. Een zevende of zelfs zesde plek was prima mogelijk geweest, maar vooral een dramatische ofening van Rijken op vloer leverde veel puntverlies op, terwijl het aan de ringen ook niet best ging.

Dinsdag is het om 14.00 uur de beurt aan de landenwedstrijd voor de vrouwen, zonder Nederland. Ook deze zal live op de NOS te zien zijn - net als alle finales tot en met zaterdag - met uiteraard Hans van Zetten als commentator.