Woning kopen? In Amsterdam betaal je de hoofdprijs

Woningkopers in Amsterdam betalen in doorsnee 5 procent meer dan de vraagprijs. Daarmee ligt de verkoopprijs van bestaande woningen in Amsterdam relatief het verst boven de vraagprijs. Ook in de gemeenten rondom Amsterdam en in een aantal andere grote steden worden relatief vaak bedragen boven de vraagprijs betaald. Dit blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Kadaster naar spanning op de koopwoningmarkt, bekostigd door het Ministerie van Binnenlandse Zaken.

Na de verkoop van een bestaande koopwoning kan de ratio verkooprijs / vraagprijs worden berekend. Een ratio van 1 wil zeggen dat de verkoopprijs van een bestaande woning gelijk is aan de laatst bekende vraagprijs. In 2017 werd in vijftien gemeenten een mediane ratio van 1 of hoger gemeten.

Van de twintig gemeenten met de hoogste mediane ratio in 2017 liggen er twaalf in Noord-Holland. Ook in Almere is dit effect zichtbaar. Hier werd in doorsnee 1,3 procent meer betaald dan de vraagprijs. Naast Amsterdam, Haarlem en Almere maken de gemeente Utrecht en gemeente Groningen de top 5 van 2017 compleet.

Ratio in Nederland loopt op
In april 2014 lag de mediane verkoopprijs van een bestaande woning 5,5 procent onder de vraagprijs. Dit is de afgelopen jaren geslonken. Halverwege 2018 is de mediane ratio over heel Nederland bijna 1. Van 90 procent van de koopwoningtransacties in juni 2018 lag de verkoopprijs binnen een bandbreedte van 8 procent onder en 10 procent boven de laatst bekende vraagprijs.

Vier jaar eerder lag 90 procent van de verkoopprijzen tussen de vraagprijs en 15 procent daaronder. Gedurende deze vier jaar veranderde het beeld van de boven- en ondergrens. De ondergrens schuift dichter naar de mediaan toe, terwijl de bovengrens van de mediaan afschuift. Dit betekent dat er steeds meer transacties zijn gesloten waarbij de verkoopprijs van een bestaande woning relatief hoog boven de vraagprijs lag.

Gemiddelde aanbodtijd verkochte woningen neemt af
Zowel in juni 2014 als in juni 2018 stonden woningen het kortst te koop in Noord-Holland. In juni 2018 is de gemiddelde aanbodtijd daar twee maanden. Dit is de periode tussen het voor het eerst te koop aanbieden van het huis en de registratie van de overdracht bij het Kadaster.

In alle provincies van Nederland worden koopwoningen in 2018 minder lang aangeboden dan in 2014. De verschillen in aanbodtijd tussen provincies zijn toegenomen tussen 2014 en 2018. De afname van de aanbodtijd is met zeven maanden het sterkst in de provincie Flevoland en het minst sterk in de provincie Groningen (twee maanden).

Rapport Spanning op de woningmarkt
Het Kadaster en het Centraal Bureau voor de Statistiek hebben voor het rapport de Staat van de Woningmarkt van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gezamenlijk onderzoek gedaan naar indicatoren om de spanning op de woningmarkt te meten. Naast vraag- en aanbodindicatoren, zijn ook kenmerken van de kopers geanalyseerd.

Zo is de gemiddelde leeftijd van de huizenkoper sinds de crisis geleidelijk opgelopen. Ook worden huizen vaker door meerdere personen gekocht. Het volledige onderzoek naar de kenmerken van kopers is te vinden op de site van het Kadaster.