Van der Graaf krijgt schriftelijke meldplicht

Volkert van der Graaf moet zich elke acht weken melden door middel van het indienen van een schriftelijk verslag. Daarnaast blijft er elke zes maanden een evaluatiegesprek plaatsvinden met het Openbaar Ministerie (OM).

Dat is de uitkomst van het hoger beroep dat de Staat der Nederlanden had ingesteld tegen het vonnis van de voorzieningenrechter in Den Haag. Op basis van diens uitspraak was de meldplicht komen te vervallen sinds 29 mei 2018. Die meldplicht is nu met onmiddellijke ingang hervat. De reclassering krijgt de opdracht het toezicht in deze vorm voort te zetten.

Het hoger beroep van de Staat is op een zitting op 10 september bij het Gerechtshof Den Haag behandeld. Tijdens die zitting hebben het OM en Van der Graaf op suggestie van het hof besloten met elkaar in gesprek te gaan. Dit om een oplossing te bereiken voor het geschil tussen de Staat en Van der Graaf over de meldplicht. De schriftelijke meldplicht is daarvan het resultaat. De geplande zitting van 3 oktober gaat dan ook niet door. Over de inhoud van de meldplicht wordt geen mededeling gedaan.

De overige voorwaarden die aan de voorwaardelijke invrijheidstelling waren verbonden blijven van kracht. Dat betreft de evaluatiegesprekken met het OM, het mediaverbod en het contactverbod met slachtoffers en nabestaanden. De proeftijd van Van der Graaf loopt tot en met 30 april 2020.