OM eist in hoger beroep 12 jaar cel voor 21 jaar oude moord

Het Openbaar Ministerie (OM) in Amsterdam heeft in hoger beroep een gevangenisstraf van 12 jaar geëist tegen een 47-jarige man. Hij wordt ervan verdacht in 1997 de toen 47-jarige Pieter Teunissen uit Alkmaar te hebben beroofd en om het leven te hebben gebracht.

Op 31 augustus 1997 wordt het levenloze lichaam van Teunissen aangetroffen in een auto in Schagen. Teunissen vertrok een dag eerder vanuit zijn autobedrijf om een proefrit te maken met twee mannen, waaronder verdachte, die zich voordeden als potentiële kopers. Uit het dossier blijkt dat het tweetal het plan had om snel geld te verdienen. De mannen zouden bijna een uur met het slachtoffer hebben rondgereden.

Wurggreep
In de visie van het OM was het de verdachte die het slachtoffer vanaf de achterbank een groot gedeelte van de rit in een wurggreep heeft gehouden. Aan het einde van die rit zou het tweetal het inmiddels overleden slachtoffer van de inhoud van zijn portemonnee hebben beroofd. De mannen lieten de auto en het levenloze lichaam van het slachtoffer vervolgens achter.

Filippijnen
De medeverdachte werd kort na de gebeurtenissen aangehouden en veroordeeld. De verdachte die vandaag voor het gerechtshof moest verschijnen liet zich zes dagen na de moord uitschrijven uit Nederland en vertrok naar de Filippijnen. Hij werd in 1999 door de rechtbank bij verstek veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen jaar voor doodslag en wederrechtelijke vrijheidsberoving.

Terugkeer naar Nederland
De verdachte verbleef lang op de Filippijnen, tot 25 januari 2016. Toen werd hij op initiatief van de Filippijnse autoriteiten als ongewenst vreemdeling het land uitgezet. Bij aankomst in ons land ging de verdachte in hoger beroep tegen het bij verstek gewezen vonnis uit 1999.

Ontlopen vervolging
De advocaat-generaal meent dat de verdachte het slachtoffer opzettelijk om het leven heeft gebracht. Hij had immers tijdens de autorit op elk moment kunnen besluiten het slachtoffer los te laten. In hoger beroep acht het OM, na een wijziging van de tenlastelegging, doodslag gevolgd door diefstal en wederrechtelijke vrijheidsberoving bewezen.

De officier van justitie in hoger beroep, de advocaat-generaal, verwijt de verdachte bovendien strafvervolging in Nederland te hebben willen ontlopen. “Door zijn handelen heeft verdachte blijk gegeven van een volkomen gebrek aan respect voor het leven van een ander. […] Hij heeft er voor gekozen zijn leven al die jaren stilzwijgend en ongestraft voort te zetten in de kennelijke hoop dat hij ongestraft zou blijven.”

Zware gevangenisstraf
Gelet op de ernst van de feiten moet de verdachte wat het OM betreft dan ook een zware gevangenisstraf worden opgelegd. “Voor de nabestaanden is het verdriet immens groot en het verlies onherstelbaar. Ook na twee decennia roept het zoveel emoties op dat de nabestaanden te kennen hebben gegeven niet in staat zijn de zitting te kunnen bijwonen.”