Verdachte van aanranding vrijgesproken

De Rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen heeft dinsdag de verdachte van aanranding van een zesjarig meisje vrijgesproken. De rechtbank is van oordeel dat er onvoldoende bewijs aanwezig is voor een veroordeling van de verdachte.

De officier van justitie had veroordeling van de verdachte gevorderd en een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan acht maanden voorwaardelijk. De rechtbank overwoog dat dat zij uitgaat van de betrouwbaarheid van de verklaring van het meisje, maar dat niet kan worden bewezen dat het deze verdachte is, die het feit heeft gepleegd. Er is geen technisch-forensisch bewijs aanwezig. DNA-onderzoek leverde geen match op. Voor het overige is er naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende ander bewijs om tot een bewezenverklaring te kunnen komen.

Het staat niet buiten redelijke twijfel dat het verdachte is geweest die zich schuldig heeft gemaakt aan de aanranding. Dit brengt mee dat de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf wordt afgewezen en dat de voorlopige hechtenis van verdachte met ingang van heden moet worden opgeheven.