Ophef om moslima-uitspraken Boris Johnson

In Groot-Brittannië is opschudding ontstaan na een column van de voormalige Conservatieve minister Boris Johnson. Daarin vergeleek hij gesluierde moslima's met brievenbussen en bankrovers. Mogelijk bedoeld als openingssalvo voor een leiderschapsstrijd, lijkt Johnson er partijregels mee te hebben overtreden en er wacht hem nu een officieel onderzoek. Maar er klinken geluiden dat de ophef Johnson en de rechterpartijvleugel alleen maar in de kaart speelt. Premier Theresa May krijgt het verwijt dat ze de kwestie eerder in de kiem had moeten smoren, nadat Johnson weigerde zich te verontschuldigen.

De opschudding bij de Conservatieve regeringspartij komt op een moment dat oppositiepartij Labour al geruime tijd worstelt met beschuldigingen van antisemitisme, waarbij leider Jeremy Corbyn hetzelfde verwijt krijgt: ook hij zou eerder met het probleem hebben moeten afrekenen.

In beide gevallen wordt binnen de partijen vermoed dat de kwesties worden aangewend om vraagtekens bij het leiderschap respectievelijk leiderschapsambities te plaatsen. Zoals de antisemitisme-beschuldigingen worden gezien als een manier om van de socialistische Corbyn af te komen, wordt de ophef rond de populistische Johnson beschouwd om diens langgekoesterde premierswens in de kiem te smoren.

Daily Telegraph
Eerder deze maand schreef Johnson in zijn column in zijn Daily Telegraph-column dat gezichtsbedekkende sluiers wat hem betreft niet zouden moeten worden verboden. Maar daaraan voegde hij toe:

"Als je het raar en kwellend vindt om te verwachten dat vrouwen hun gezicht bedekken, ben ik het daar helemaal mee eens - en laat ik toevoegen dat ik hierover geen schriftuurlijke autoriteit in de Koran heb kunnen vinden. Maar ik wil eigenlijk nog verder gaan en stellen dat het volslagen belachelijk is dat mensen ervoor kiezen om eruit te zien als brievenbussen."

De oud-minister schreef tevens dat onderwijsinstellingen volgens hem maatregelen zouden moeten mogen nemen tegen leerlingen "die eruitzien als bankrovers". Maar een verbod van overheidswege zou kunnen leiden tot een verbod op alle religieuze symbolen, en bovendien radicalen in de kaart spelen. Na de publicatie riepen premier May en partijvoorzitter Brandon Lewis Johnson op zich te verontschuldigen, maar dit weigert hij.

In de pub
Johnson kreeg daarnaast kritiek van verscheidene andere prominente Conservatieven. De Schotse partijleider Ruth Davidson noemt de uitspraken "goedkope beledigingen". Minister Jeremy Wright zegt dat Johnson zich niet moet uiten alsof hij "met vrienden in de pub zit". Barones Sayeeda Warsi stelt dat Johnson weliswaar liberaal beleid voorstelt, maar tegelijkertijd moslimvrouwen gebruikt "als politiek kanonnevoer voor zijn kandidatuur".

De mensenrechtenwaakhond van de Britse overheid bekritiseerde Johnsons na klachten, en zegt dat de uitspraken belasterend voor moslima's zouden kunnen zijn. Tegelijk stelt de waakhond dat beledigende uitspraken over het algemeen niet verboden zijn, maar ook dat politici zich beter zouden kunnen onthouden van het zaaien van verdeeldheid.

Voorbeeldfunctie
Iets dergelijks is te lezen in de regels van de Conservatieve Partij. Die stellen dat bestuursleden en afgevaardigden "met een voorbeeldfunctie moeten leiden, door respect en tolerantie aan te moedigen en te bevorderen". Ze dienen hun positie niet te gebruiken "om anderen te pesten, misbruiken, criminaliseren, lastig te vallen of te discrimineren".

Door de klachten, en het uitblijven van verontschuldigingen en een duidelijke reprimande van de premier, moet de Conservatieve Partij de ex-minister nu wel aan een onderzoek onderwerpen. Maar de invloedrijke backbencher Jacob Rees-Mogg zegt volgens de BBC dat dit neerkomt een "showproces", bedoeld om te voorkomen dat Johnson partijleider en (dus) premier wordt. Kritiek van andere Conservatieven duidt er volgens Rees-Mogg op dat zij jaloers zijn op Johnsons "vele successen, populariteit bij kiezers en charisma".