RAI Amsterdam gastheer AIDS2018

De RAI in Amsterdam is vanaf vandaag een week lang het decor van de 22e Internationale aids-conferentie. Maar geeft de grootschaligheid van AIDS2018 wel op een juiste manier weer hoe groot het aidsprobleem op dit moment is? Experts en (ervarings)deskundigen vinden van wel maar menen ook dat in Nederland nog genoeg ruimte voor verbetering is.

Zo'n 20.000 mensen uit meer dan 160 landen worden er verwacht tijdens het evenement, dat eens in de twee jaar wordt georganiseerd. Het geeft de massale aandacht weer die er over de hele wereld nog altijd besteed wordt aan de ziekte. Een van de mensen die al jaren onderzoek doet naar hiv is Peter Reiss. Reiss is hoogleraar Inwendige Geneeskunde bij het Amsterdam UMC en is een van de twee voorzitters van de conferentie. Hij is al sinds de jaren tachtig betrokken bij onderzoek naar hiv en ziet dat er sinds die beginjaren van de ziekte al enorme vooruitgang is geboekt.

Reiss: "Dat is in positieve zin dramatisch veranderd. We hebben al heel veel bereikt. De behandelingen die er nu zijn, zijn eigenlijk met heel weinig bijwerkingen en makkelijk in te nemen. Destijds overleden mensen gewoon aan aids. Dus het is echt een zwart-wit verschil en een enorme vooruitgang."

Toch meent hij dat die vooruitgang niet voldoende is en een evenement als dit nog altijd wenselijk is. Zo werd in 2016, vooralsnog het laatste jaar waarvan dergelijke cijfers bekend zijn, in Amsterdam bij nog altijd 168 mensen een nieuwe hiv-diagnose gesteld. Dat betekent over het algemeen een lichte daling ten opzichte van eerdere jaren, maar laat tegelijkertijd zien dat er zeker nog winst te behalen is.

Vooral specifieke bevolkingsgroepen lopen een verhoogd risico. Het gaat hierbij om mannen die seks hebben met mannen en dan in het bijzonder wanneer het mannen met een migratie-achtergrond betreft, legt Reiss uit. "Het geeft aan dat je deze groepen nog niet genoeg bereikt met de huidige preventiemogelijkheden. De Nederlandse preventie-aanpak voldoet in die gevallen niet. Je moet huisartsen dan ook blijven onderwijzen om aan de mogelijkheid van hiv te denken en laagdrempeliger een test aan te bieden."

Stigma
Een ander onderwerp dat tijdens de conferentie nadrukkelijk aan bod zal komen is stigmatisering. "De grootste structurele barrière is toch nog steeds stigmatisering en schaamte. En dat is in Nederland veel minder dan dertig jaar geleden, maar het is niet weg", zegt Reiss.

Iemand die hierover mee kan praten is fotografe Marjolein Annegarn. Ze kreeg in 1986, op 24-jarige leeftijd, te horen dat ze hiv-positief was en ondervindt geregeld dat er nog altijd veel onduidelijkheid bestaat over hiv en aids. Daarom maakte ze The Stigma Project, een fototentoonstelling die van 20 tot en met 29 juli te zien is op het Museumplein. De serie gaat over mensen die niet open zijn over hiv.

"Wat ik graag wil aantonen, is dat er nog zo ontzettend veel vooroordelen zijn over mensen met hiv en wat dat betekent voor mensen die hiv-geïnfecteerd zijn. Van een verpleger die bang is besmet te worden, tot iemand die aangifte doet als hij hoort van de hiv-infectie van zijn bedpartner." Het zijn voorbeelden waarmee Annegarn nog altijd persoonlijk mee te maken heeft. Maar ook haar omgeving, vertelt ze in een openhartig gesprek met AT5.

Alle foto's die Annegarn voor haar project gemaakt heeft zijn anoniem. Toch was het lastig om mensen zo ver te krijgen om mee te doen, zegt ze. Het geeft volgens haar aan hoe geheim het nog is voor veel mensen en hoe bang mensen zijn dat het uitkomt. "Daar word ik boos en heel verdrietig van, want het is zo ontzettend onnodig. Als je weet dat tegenwoordig iemand met hiv die medicijnen slikt het virus niet meer over kan dragen, gezonde kinderen kan krijgen en een levensverwachting heeft als ieder ander, wat is er dan nog om te discrimineren?"

Vooruitgang
Het feit dat de vooruitzichten voor hiv-patiënten er door de jaren heen inderdaad enorm op vooruit zijn gegaan, is voor een groot deel te danken aan het vele onderzoek dat gedaan is. Iemand die daarbij een prominente rol speelde was Joep Lange. Lange overleed in 2014 toen hij samen met andere onderzoekers aan boord zat van de MH17, op weg naar de aids-conferentie die dat jaar in Melbourne georganiseerd werd.

Toen later dat jaar bekend werd gemaakt dat Amsterdam in 2018 het toneel zou zijn van de conferentie, werd nadrukkelijk gerefereerd aan Lange. "Alle partijen willen zich samen sterk maken voor een conferentie die eer doet aan de aidsactivisten die omkwamen met vlucht MH17, onder wie ook onderzoeker en hoogleraar Joep Lange", zei de organisatie toen.

In de lijn die onder anderen Lange inzette, zal uitwisseling van onderzoeksresultaten ook tijdens de komende conferentie weer een belangrijke rol spelen. En er zijn genoeg resultaten die hoop bieden, zegt Theo Geijtenbeek, hiv-onderzoeker namens het Amsterdam UMC."Er worden af en toe ontdekkingen gedaan. Zo hadden we een jaar geleden een eiwitje gevonden in het menselijk lichaam. In hele specifieke cellen is dit eiwit zeer efficiënt in het afbreken van het virus. Dat is een bevinding waar wij dan verder op voortborduren om te kijken of we mensen resistent kunnen maken tegen het virus."

Genezing
Of het ooit zover gaat komen dat hiv te genezen is, durft Geijtenbeek niet te zeggen, maar wel wordt er steeds meer onderzoek naar gedaan, legt hij uit. "Er wordt heel veel onderzoek gedaan en iets wat in dat opzicht nieuw is, is genezingsonderzoek. Ik moet zelf nog maar zien of genezing uiteindelijk mogelijk is. Maar er wordt in zeker in Nederland veel aan gedaan om te kijken of je mensen van het virus kunt genezen, al staat dat onderzoek echt nog in de kinderschoenen."