'Archeologen lyrisch over stuk drijfhout '

Op 5  maart 1883 voeren er 22 schepen, zogenaamde blazers, het Friese dorp Paesens-Moddergat uit. In totaal waren er 84 opvarenden aan boord.  Tijdens de storm die opstak, vergingen 17 van de 22 houten bootjes, en slechts één bemanningslid overleefde de ramp, zo vertelt Klaas Wiersma van de stichting Maritieme Archeologie.

Door de ramp kwam bijna de volledige manlijke bevolking van het dorp om het leven. Hoewel er destijds 150.000 gulden werd opgehaald voor de achterblijvers kwam het 500 inwoners tellende dorpje niet meer uit het slop. Volgens Wiersma ging men kort na de scheepsramp met grote trawlers varen, en behalve dat het dorp, dat ooit hét vissersdorp van Noord-Nederland was, de financiën miste om met de grote jongens mee te doen, waren er ook geen mannen meer die het vuile werk konden opknappen.

Van drie van de bootjes die vermist werden, ontbreekt 135 jaar later nog steeds ieder spoor. Maar sinds de vondst van een stuk drijfhout in 2015, dat toebehoort aan een wrak op de zeebodem ten oosten van Schiermonnikoog zijn de archeologen lyrisch. Het wrak zou namelijk wel eens één van de drie vermiste bootjes kunnen zijn aldus Wiersma: “Op basis van eerste onderzoek vermoeden we dat het uit die tijd komt.”

Het verhaal van de overlevende van de scheepsramp vertelt dat de bootjes gewoon omgekieperd werden door de wind. Van de boten die omsloegen spoelden er een aantal aan, maar van drie stuks werd nooit meer iets vernomen. Waarom er nu pas een mogelijk onderdeel van de destijds zo noodlottige tocht boven is komen drijven? Wiersma: “De Waddenzee is een zandgebied, de bodem is voortdurend in beweging. Mogelijk is het wrak onder de zandbodem terecht gekomen en nu pas weer zichtbaar geworden.”

De stichting, waar Klaas Wiersma de voorzitter van is, vertrekt over twee weken naar het wrak voor onderzoek. Dat moet uitsluitsel bieden of het inderdaad om één van de vermiste bootjes uit 1883 gaat.