Gullit: "Niemand in de hele wereld kan dat op topniveau nog"

Ruud Gullit stelt dat voetballers tegenwoordig misschien wel anders opgeleid moeten worden dan voorheen. Er valt hem wat op tijdens het WK.

"Een geslaagde dribbel is haast onmogelijk geworden", vertelt Gullit in een interview met het Algemeen Dagblad. "De tegenstanders zijn zo ongelooflijk fit, de ruimtes zo klein. Zelfs Messi slaagde er niet in een mannetje uit te spelen. Eden Hazard ook amper. Die Japanners waren zo snel, zo fit, dat lukte gewoon niet. Neymar tegen Zwitserland: kwam er ook niet langs. Ja, alleen in de counter zie je nog dribbels, vaak in de laatste fase van de wedstrijd. Dan worden de ruimtes ietsje groter."

Volgens de oud-voetballer worden er van de moderne voetballers andere vaardigheden gevraagd: "En dat je spelers misschien ook wel anders moet opleiden. Wij zeggen in Nederland vaak: ‘Niemand kan nog een mannetje uitspelen’. Maar niemand in de hele wereld kan dat op topniveau nog! Wat belangrijker is geworden: zie je de oplossing in de kleine ruimte? Heb je de techniek om razendsnel te handelen tussen de linies? Zeker bij middenvelders is dat cruciaal, maar bij aanvallers eigenlijk ook. Spanje heeft daar de types voor, maar die hadden ook de energie en frisheid niet meer om dat spel goed uit te spelen.’’

"Ik vond het ongelooflijk dat Spanje zo lang met alleen Diego Costa in de spits bleef spelen, in plaats van met twee spitsen. Rusland speelde met drie centrumverdedigers tegen één man. De twee buitenste centrale verdedigers konden zo steeds rustig meeschuiven en simpel rugdekking geven aan de backs. De zijkanten zaten daardoor óók dicht. Als je met twee spitsen speelt, dwing je die drie Russen veel vaker om te kiezen. Dan ontstaan er ruimtes om tussendoor te spelen – en bovendien kun je veel gemakkelijker vóóruit, in plaats van steeds breed."