Wetsvoorstel seksuele intimidatie, wat betekent dit?

Op 10 maart schreven wij er al over, de PvdA en CDA willen dat seksuele intimidatie strafbaar wordt gesteld zodat de politie boetes kan uitdelen aan daders. Lodewijk Asscher (PvdA) en Madeleine van Toorenburg (CDA) hebben afgelopen dinsdag een wetsvoorstel ingediend dat de basis moet vormen voor het aanpassen van de huidige wetgeving.

Het voorstel moet de weg vrijmaken om seksuele intimidatie strafbaar te stellen met het oog op de bescherming van de openbare orde. Denk hierbij aan uitingen die iemand in een intimiderende, onvrije situatie brengen en die iemand beperken om zichzelf vrij te bewegen in het openbaar.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen de verschillende soorten uitlatingen die er bestaan. Uitingen die inbreuk maken op iemands waardigheid of persoonlijke integriteit zullen niet het eerste uitgangspunt zijn van het voorstel omdat deze al strafbaar zijn door de bestaande wetten.

Wat is de huidige situatie

In het algemeen grijpt de overheid niet in tegen geseksualiseerde uitingen, tenzij de openbare orde of de goede zeden zijn geschonden. Het gaat dan om delicten als discriminatie, belediging, laster en smaad. Ook is er reden om in te grijpen bij schendingen van de lichamelijke en seksuele integriteit of de algemene eerbaarheid. Deze gedragingen zijn strafrechtelijk genormeerd als zedendelict in het Wetboek van Strafrecht. Dit zijn de delicten verkrachting, aanranding, vormen van ontucht en schennis van eerbaarheid.

Pas op het moment dat seksuele intimidatie plaatsvindt binnen een institutionele context, dat wil zeggen in een verhouding waarin het slachtoffer zich niet zonder dat dit gevolgen heeft voor zijn rechtspositie, economische positie of gezondheid aan het gedrag kan onttrekken, bestaan er wettelijke bepalingen. Dan gaat het om bepalingen in het  Burgerlijk Wetboek (BW), de Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen (WGBMV) en de Algemene wet gelijke behandeling (AWGB) die bescherming moeten bieden op de werkplek, op school of in een zorginstelling.

Onder seksuele intimidatie in deze wetten wordt verstaan: enige vorm van verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag met een seksuele connotatie dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van de persoon wordt aangetast, in het bijzonder wanneer een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd.

Op lokaal niveau krijgt de aanpak van seksuele intimidatie al langer aandacht. In Rotterdam is het per 1 januari 2018 strafbaar en in Amsterdam sinds 2016. In beide gevallen is het per APV geregeld met als bijzonderheid dat Amsterdam de regel nog niet handhaaft omdat, zowel bij de handhavers als bij het publiek, het nog onvoldoende bekend is dat straatintimidatie strafbaar is. Ook in andere gemeenten worden voorbereidingen getroffen om seksuele intimidatie strafbaar te stellen.

Wat er verandert wanneer de wet wordt aangenomen

Seksualiserende uitingen die een persoon in een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsbare situatie kunnen brengen zullen strafbaar worden. Denk hierbij aan verbale vormen van intimidatie zoals het doen van seksueel getinte verzoeken, het maken van seksuele toespelingen, schelden, naroepen en sissen. Ook fysieke vormen van intimidatie zoals het ongewenst aanraken van iemand, iemand belemmeren de weg te vervolgen en het maken van seksueel getinte gebaren zullen strafbaar worden gesteld.

Om de overtreding aan te kunnen tonen is de constatering door de desbetreffende opsporingsambtenaar voldoende. De opzet van het strafbare feit hoeft niet te worden aangetoond. Evenmin is aangifte van het slachtoffer nodig. Al kunnen slachtoffers uiteraard wel aangifte doen. Daarbij kunnen getuigen en beeldmateriaal behulpzaam zijn.

Wetsvoorstel seksuele intimidatie Tweede Kamer (Foto: ANP)
Wetsvoorstel seksuele intimidatie Tweede Kamer (Foto: ANP)