Het vmbo loopt leeg

Het aantal leerlingen in de bovenbouw is dit schooljaar opnieuw stevig gedaald. In klas 3 van het middelbare beroepsonderwijs zitten dit schooljaar ongeveer tweeduizend leerlingen minder dan afgelopen jaar, terwijl het totaal aantal derdejaars juist licht steeg. Daarnaast neemt het aantal afstromers, leerlingen die bijvoorbeeld van havo terugvallen naar vmbo, toe.

De belangrijkste reden voor de krimp ligt volgens de scholen bij ouders; die zien hun kind liever niet terechtkomen op het vmbo. Deels komt dat door de reputatie van dat type onderwijs, maar de maatschappelijke positie van vakmensen is minstens zo belangrijk. Theoretisch opgeleide mensen die werk doen op een kantoor staan hoger op de sociale ladder dan praktisch geschoolde vakmensen. 

De komende jaren lijken echter gouden bergen te beloven voor die laatste groep, want de tekorten aan verpleegkundigen, lassers, stucadoors en bakkers nemen al een tijdje toe. Paul Rosenmöller, de voormalige GroenLinks-voorman die tegenwoordig voorzitter is van de vo-raad, zegt erover: "Er is druk vanuit de maatschappij om een hoger, vaak theoretisch schoolniveau te halen. Praktisch talent wordt in onze samenleving ondergewaardeerd." Zijn tegenhanger in het mbo, de oud-vakbondsman Ton Heerts, verwacht een stijging van het aantal gestrande havisten in het mbo en zet in op onderwijsprogramma's om deze doelgroep te bedienen.

De beide heren noemen nog een paar manieren om het vmbo weer aantrekkelijker te maken, maar ze roeien tegen de maatschappelijke wind in. Hebben Rosenmöller en Heerts gelijk in hun strijd om het vmbo weer populairder te maken, of zouden we er goed aan doen om het vmbo te laten afzinken? Laat je mening achter in de reacties!