Missers breken Liverpool op tegen Sevilla

Liverpool heeft zijn rentree in de Champions League niet weten op te luisteren met een overwinning in groep E. De Engelse topclub was in eigen huis lang de bovenliggende partij tegen Sevilla, maar miste kans op kans en kreeg daar in de slotfase uiteindelijk de rekening voor gepresenteerd.

Het duel op Anfield was een herhaling van de Europa League-finale van 2016. Sevilla won destijds met 1-3 en Liverpool had aanvankelijk opnieuw grootse moeite met de Andalusiërs. Al na vijf minuten spelen moest Loris Karius de 0-1 incasseren. Wissam Ben Yedder gaf de doelman van dichtbij geen kans nadat Dejan Lovren er niet in was geslaagd een scherpe voorzet van Sergio Escudero te onderscheppen.

Liverpool stelde echter nog in de eerste helft orde op zaken. Na een fraaie combinatie tussen Jordan Henderson en Alberto Moreno stelde laatstgenoemde eerst Roberto Firmino in gelegenheid de gelijkmaker te verzorgen, waarna Mohamed Salah negen minuut voor de onderbreking voor de 2-1 tekende met een van richting veranderd schot. Firmino kreeg op slag van rust vanaf de strafschopstip nog een uitgelezen mogelijkheid om voor een tweede maal te scoren, maar hij schoot op de paal.

Het elftal van Jürgen Klopp kreeg in de tweede helft diverse mogelijkheden om de voordelige marge alsnog op te krikken, maar onder anderen Firmino en Georginio Wijnaldum hadden het vizier niet op scherp staan. Sevilla mocht daardoor blijven hopen op een goed resultaat en wist de stand achttien minuten voor tijd uiteindelijk gelijk te trekken. Joaquín Correa nam de bal handig mee na een passje van invaller Luis Muriel en rondde vervolgens resoluut af. Liverpool eindigde het duel met tien man na een rode kaart voor Joe Gomez in de blessuretijd.

Maribor zag ondertussen hoe Aleksandr Samedov de bezoekers van Spartak Moskou op 0-1 zette na een uur spelen. Toch konden de Slovenen nog juichen voor een punt: Damjan Bohar trok de stand vijf minuten voor tijd gelijk.