Vuelta: Etappe 3 - De Vuelta begint al écht

200 kilometer lang moesten we wachten op waaiers, maar aan het eind van de rit werd ons geduld toch nog een beetje beloond. De wind was wel bijna de hele dag aanwezig, maar een geschikt moment om alles uit elkaar te trekken werd maar niet gevonden. Er kwam nog wel een halfslachtige poging, maar dat leverde niks op.

Daarom moesten we wachten op de absolute slotfase en in die slotfase ging het redelijk los. Hoewel de beslissende slag pas op twee kilometer van het eind kwam. Quick Step gaf maar weer eens een demonstratie. De hele dag reden ze eigenlijk niet in beeld, maar op het juiste moment zitten ze van voren en rijden ze weg. Omdat het pas zo kort voor het einde gebeurde kregen we niet veel tijdsverschillen, maar alsnog was het een vermakelijk einde.

Quick Step reed met zoveel overmacht weg dat ze ook meteen een overtalsituatie hadden en daar maakten ze optimaal gebruik van. Trentin liet ploeggenoot Lampaert wegrijden en de sterke Belg wist zijn beperkte voorsprong tot aan de finish te houden, ook omdat er maar een klein groepje achter hem reed, met weinig renners die nog in staat waren om een achtervolging op poten te zetten. Trentin maakte kort achter Lampaert het ploegenspel helemaal af en daardoor was het feest compleet, ook al omdat Lampaert de leiderstrui overneemt van Rohan Dennis.

Van de grote favorieten voor het algemeen klassement verloor niemand veel tijd, de schade bleeft beperkt. Nibali deed de beste zaken, hij zat helemaal vooraan en pakt acht tellen op Froome en 13 tellen op onder meer Contador en Zakarin. Voor de Belgen kan de Vuelta nu al niet meer stuk, net als vorig jaar pakken ze tijdens de eerste rit in lijn meteen een overwinning. Vorig jaar zouden er nog drie volgen, dat kan dit jaar ook niet uitgesloten worden.

De kans is alleen vrij klein dat een nieuwe overwinning tijdens deze rit gaat komen, want er gaat serieus geklommen moeten worden. We trekken richting Andorra en daar liggen behoorlijk wat bergen. Voor Lampaert zijn eerste en waarschijnlijk ook meteen enige dag in de rode trui en voor alle concurrenten van Nibali een goede gelegenheid om direct wat tijd terug te pakken. Een korte rit, met drie lastige beklimmingen. De Vuelta begint op de derde dag al echt.

De route van vandaag (Bron: Letour.fr)
De route van vandaag (Bron: Letour.fr)

Het profiel van vandaag (Bron: Letour.fr)
Het profiel van vandaag (Bron: Letour.fr)

De startplaats
In het nietige Prades is het te doen, daar is de start van de derde etappe van de Ronde van Spanje, hoewel we nog steeds in Frankrijk zijn. In Conflent Canigó, om precies te zijn, een gemeenschap van gemeenten waarvan Prades de belangrijkste plaats is. In Prades wonen amper 6000 mensen, dus als dat de grootste en belangrijkste plaats is weet je wel dat Conflent Canigó niet bijzonder memorabel kan zijn.

Vanuit Prades kijk je uit over de Pyreneeën, met name het massief van Canigou. Of Canigó, als we het bij de Catalaanse naam houden. We zitten dan nog wel in Frankrijk, maar de Catalaantjes hebben hier hun sporen wel nagelaten. Dat merk je ook aan de naam van de startplaats, bij de naam Prades denkt iedereen natuurlijk meteen aan Eduard Prades, de Catalaanse renner van Caja Rural die dit jaar zo slecht rijdt dat hij niet eens is meegenomen door zijn ploeg.

De hoogste top van het Massif du Canigou is de Pic du Canigou, een bergtop van 2784 meter hoog. Zo hoog hoeven de renners dan weer niet te gaan, maar alsnog rijden ze een aardige tocht door het massief van Canigó, op weg naar Spanje. In Prades, wat overigens in het departement Pyrénées-Orientales ligt, is ooit nog een bekend persoon geboren. Thomas Merton, een belangrijk Amerikaans katholiek theoloog, dichter, auteur en sociaal activist. Hij was trappist en monnik, lang geleden. Lang heeft hij niet in Prades gewoond, maar dat mag de pret niet drukken.

In Prades heeft ook nog een tijd Pablo Casals gewoond, een Catalaans cellist die werd beschouwd als de beste van zijn tijd. De beste man vluchtte tijdens de Spaanse burgeroorlog richting Frankrijk, omdat Franco zo nodig een klootzak moest zijn. Verder valt er niet heel veel te melden over Prades. Het is best toeristisch, omdat je vanuit hier een leuke uitvalsbasis hebt om de Pyreneeën in te trekken en ze hebben nog wel een behoorlijk kerkje in het centrum. In deze kerk, de Église Saint-Pierre, is een behoorlijk fraai barok altaarstukje te vinden. Dit schijnt het grootste barokke altaarstuk van Frankrijk te zijn en staat op een lijst van historische monumenten. Het zit ergens tussen kunst en kitsch in, ik neig eerder naar kitsch.

De kerk in Prades (Foto: Panoramio)
De kerk in Prades (Foto: Panoramio)

Kunst of kitsch? (Foto: Panoramio)
Kunst of kitsch? (Foto: Panoramio)

De route
Na een kort rondje door Prades komen de coureurs al snel op een grote, brede en recht weg terecht, die ze rechtstreeks naar Spanje gaat brengen. In eerste instantie is het een weg door de vallei, met links en rechts al wat stevige bergen. De weg loopt ook al bijna meteen omhoog, maar tijdens de eerste 10 kilometer van de rit stelt het al bij al weinig voor. In die eerste kilomters komen de renners ongeveer 200 meter hoger uit, dus is het niet meer dan vals plat.

Na 12 kilometer, in de buurt van het dorpje Olette, begint de eerste klim van de dag officieel. De Col de la Perche is volgens de organisatie 19,5 kilometer lang en 4,8% gemiddeld, daardoor is het ook direct een klim van de eerste categorie. Net voor Olette begint de klim eigenlijk al, met een kilometer aan 4,4%, maar net buiten het dorpje is er nog even een korte afdaling. Vervolgens gaat het meer dan 15 kilometer omhoog. Niet bijzonder zwaar, vooral omdat er maar weinig steile stroken zijn.

Volgens het kaartje van de organisatie is er wel een kilometer aan 8%, hoewel andere bronnen aangeven dat diezelfde kilometer amper 5,5% is. De kaartjes van de Vuelta zijn in het verleden weinig accuraat gebleken, en ook nu lijkt het via Streetview toch eerder 5,5% te zijn dan 8%. Wel is er vlak voor de top een serieuze kilometer aan 7%, dat zijn de verschillende kaartjes met elkaar eens. Na die lastige kilometer vlakt het wel weer af, richting de top is het niet meer dan vals plat.

Na 31 kilometer komen de renners door La Perche, of La Perxa in het Catalaans. Hier ligt dan ook meteen de top van de eerste echte klim van deze Vuelta. Onderweg fietst het peloton door een mooi gebied, maar richting de top wordt het wel steeds saaier. Wel prima uitzicht op wat hogere bergtoppen vanuit La Perche.

De Col de la Perche (Bron: Letour.fr)
De Col de la Perche (Bron: Letour.fr)

De omgeving is hier alvast prima (Foto: Panoramio)
De omgeving is hier alvast prima (Foto: Panoramio)

Na de klim is het een aantal kilometer zo goed als vlak, het loopt heel lichtjes omhoog. Als de afdaling daarna echt begint wordt het nog steeds niet enorm spectaculair. De weg is enorm breed en het gaat maar heel bescheiden naar beneden. In de eerste kilometers van de afdaling komen de renners maar één echte bocht tegen, verder gaat het toch vooral rechtdoor, over grotendeels vlakke wegen, met af en toe ook nog een hellende strook tussendoor. In de buurt van Saillagouse, na 42 kilometer, wordt de afdaling wel wat bochtiger en gaat het zelfs een tijdje aan 6% naar beneden, maar ook dit is eigenlijk kinderspel.

Even voorbij Saillagouse is het een aantal kilometer vlak, met een paar stukjes bergop tussendoor. Er wordt gereden naar de top van de Coll de Llus, een bultje dat de naam col eigenlijk niet mag dragen. Na de top van dit bultje gaat het nog een aantal kilometer wat feller naar beneden, richting de Spaanse grens. Na 52 kilometer rijden we na het verlaten van Bourg-Madame Spanje binnen. Hoewel dit over een tijdje misschien wel geen Spanje meer is, want we bevinden ons in Catalonië, provincie Girona. Eenmaal in Spanje rijden de renners steeds over dezelfde weg, richting La Seu d'Urgell. Dat stadje bereiken we pas na 99 kilometer, maar in die kleine 50 kilometer wordt er amper 500 meter gedaald. Eigenlijk is het zo goed als vlak, met af en toe een kleine dalende strook.

Volgens het profiel van de rit komt er tussendoor nog een kort en steil klimmetje voorbij, maar dat is weer een typische onoplettenheid van degene die verantwoordelijk is voor deze kaartjes. Er zijn namelijk nogal wat tunneltjes onderweg, die vaak een vertekend beeld geven als je zo'n kaartje in elkaar draait. Die dingetjes moet je dan nog even weggummen, maar blijkbaar zijn ze er eentje vergeten. Lang verhaal kort: Geen klimmetjes tot La Seu d'Urgell, wel heel veel brede wegen, die af en toe een beetje bochtig zijn. Toch wordt het nergens lastig, dus moet iedereen na 99 kilometer veilig La Seu kunnen passeren. Dit stadje is een vaste doorkomstplaats tijdens zo'n beetje iedere rit richting Andorra. Ze hebben er een behoorlijk fraaie kathedraal.

We rijden door La Seu d'Urgell (Foto: Panoramio)
We rijden door La Seu d'Urgell (Foto: Panoramio)

In La Seu d'Urgell slaat het peloton rechtsaf en gaat men op weg naar Andorra. Het is nog iets meer dan 10 kilometer fietsen tot de grens en in die kilometers loopt de weg licht omhoog. Nooit meer dan vals plat, met ook nog een paar stroken in dalende lijn onderweg. Na 110 kilometer rijden we tussen de Andorrese tolpoortjes door en wordt er over brede wegen koers gezet richting Sant Julià de Lòria, een plaats die ondertussen ook bekend is voor iedere liefhebber. Vanuit dit dorpje kan je beginnen aan meerdere stevige beklimmingen, zoals de Collada de la Gallina en de Coll de la Rabassa.

Tijdens deze rit kiezen we voor de Coll de la Rabassa, een beklimming die ook voorkwam in de Vuelta van 2015. Tijdens de elfde rit van die Vuelta mocht het peloton de hele dag door Andorra rijden, over een parcours dat was uitgestippeld door Joaquim Rodriguez. In slechts 138 kilometer zes zware beklimmingen, het leverde een leuke rit op. Halverwege de rit kwam de Coll de la Rabassa voorbij, ook toen werd de klim van deze kant beklimmen.

Die rit tijdens de Vuelt van 2015 was zonder meer de rit van Mikel Landa. Hij ging al vroeg in de aanval en reed zo'n beetje de hele dag in de aanval, waarna hij boven op Cortals d'Encamp zijn vlucht succesvol wist af te ronden. In de achtergrond deed zijn kopman Aru een poging om naar hem toe te rijden, maar ook toen had Landa al wat moeite met ploegentactiek. Enfin, als ik het profiel van de Rabassa in 2015 vergelijk met het profiel van nu, dan kan ik alleen maar tot de conclusie komen dat de Spanjolen weer eens te diep in het glaasje hebben gekeken.

Bij iedere kilometer kom ik een ander gemiddeld stijgingspercentage tegen, terwijl het toch echt dezelfde klim is. Die mensen hebben echt geen flauw idee wat ze allemaal aan het doen zijn. Hoe dan ook, ik kan met een gerust hard mijn stukje uit 2015 kopiëren: De Coll de la Rabassa was in 2015 bijna 14 kilometer lang en gemiddeld 6,6%, nu schijnt ie 13,3 kilometer lang te zijn en 6,8% gemiddeld. De klim begint behoorlijk steil, meteen na Saint Julià de Lòria loopt het omhoog aan 10%. Al snel is er een wat vlakker stukje, maar daarna gaat het weer twee kilometer verder aan 10%.

Ook na vier kilometer klimmen, als het dorpje Juberri wordt gepasseerd, blijft het steil. Nog even een kilometer aan 9%, gevolgd door een kilometer aan 7%. Na zeven kilometer klimmen is het zwaarste wel geweest en wordt het wat makkelijker richting de top. Een paar kilometer aan 5% en nog een paar kilometer aan 4%. Het venijn zit echt in het eerste deel van deze klim, richting het eind stelt het niet veel meer voor.

Na 127 kilometer komen de renners boven op deze col van de eerste categorie. De renners passeren tijdens de klim Naturlandia, een attractieparkje, waar je kan klimmen, rodelen, scheuren op een quad, op luchtkussens springen, boogschieten en meer van dat soort dingen. De rodelbaan begint boven op de top van de Rabassa, die we niet bereiken. Een paar kilometer voor de echte top slaan de renners linksaf en gaan ze naar beneden. De rodelbaan zien ze nog wel als ze Naturlandia passeren, gaat mooi over de weg heen.

De Rabassa in 2015:
De Rabassa in 2015 (Bron: Letour.fr)

2015 (Bron: Letour.fr)

En in 2017:

De Rabassa in 2017 (Bron: Letour.fr)
2017 (Bron: Letour.fr)

Naturlandia, hartstikke leuk (Foto: Panoramio)
Naturlandia, hartstikke leuk (Foto: Panoramio)

Een afdaling van 13 kilometer volgt, terug naar Sant Julià de Lòria. De afdaling begint makkelijk, zonder echte bochten. Daarna is er zelfs nog even een vlak stukje, maar dit duurt niet lang. De afdaling gaat verder en is op sommige punten wel vrij steil, maar niet lastig. Het tweede deel van de afdaling is wel wat lastiger, er komen ineens nogal wat haarspeldbochten in het parcours. Toch zou ook dit goed moeten lukken, we zitten weer op een brede weg die behoorlijk breed is. Goede wegen in Andorra, tot nu toe.

Na 10 kilometer afdalen en een stuk of 15 haarspeldbochten bereiken de renners Aixirivall en zijn ze bijna beneden. In Aixirivall zit nog een lastige bocht, maar verder is ook dit een makkelijke passage. Het daalt nog drie kilometer verder tot we weer in Sant Julià de Lòria uitkomen, waar de renners na 141 kilometer passeren, op een kilometer of 17 van de finish. Ook het laatste deel van de afdaling is niet heel lastig, leverde tijdens de Vuelta van 2015 ook totaal geen problemen op. Het is na Sant Julià even vlak, maar dat duurt niet lang.

We rijden over de hoofdweg van Andorra, richting de hoofdstad. Deze weg is breed en brengt ons voor we Andorra la Vella bereiken eerst nog langs Santa Coloma, waar na 145,4 kilometer de tussensprint is. Anderhalve kilometer na de tussensprint verlaten we de hoofdweg en slaan de renners rechtsaf, richting de laatste klim van de dag. Een klim die ondertussen ook bij iedereen bekend hoort te zijn, omdat deze klim zowel in de Tour als in de Vuelta nog wel eens de revue wil passeren.

Na 147 kilometer slaan de renners bij een rotonde in Andorra la Vella rechtsaf en daarna gaan ze op weg naar het kleine dorpje La Comella. Deze laatste klim van de dag is 4,3 kilometer lang en 8,6% gemiddeld, hoewel het tijdens vorige edities slechts 8,2% gemiddeld was, maar dit terzijde. Klimmetje van de tweede categorie, met meteen een steil begin. Direct gaat het aan 8,5% omhoog. De kilometer daarna is met 7,5% iets makkelijker, maar er zitten wel weer stroken boven de 10% in. Tot de top blijft de klim lastig, het zit altijd zo'n beetje rond de 8%. Als je het zo bekijkt kan het gemiddelde ook helemaal niet op 8,6% uitkomen, ook omdat het in de laatste meters richting La Comella wat afzwakt, maar we laten die Spanjaarden maar in de waan.

De klim naar La Comella
De klim naar La Comella

Op zeven kilometer van de streep komen de renners boven op deze laatste klim van de dag. Een klim die de laatste jaren enorm populair is. Tijdens de Tour van 2016 kwam deze klim voor in de rit met aankomst boven op Arcalis, daar waar Tom Dumoulin iedereen naar huis fietste. Ook in de Vuelta van 2015, in de rit ontworpen door Purito, kwam de klim voor. Daarnaast ook in de Vuelta van 2012 en 2013, iedereen kent dit pukkeltje ondertussen dus wel. Daardoor ligt het ook voor de hand dat iedereen de afdaling kent, want deze klim doen we steeds van dezelfde kant.

Afdalinkje is niet heel lastig, ook een kilometer of vier lang met een behoorlijk steil begin. Het gaat aan een procent of 10 naar beneden, met een aantal haarspeldbochten erbij. Na het steile stuk gaat het even een aantal meter omhoog, daarna is er een kilometer die zo goed als vlak is, voordat het richting Escaldes-Engordany nog even verder daalt. Stelt allemaal niet veel voor, zoals we in het verleden ook al hebben kunnen zien. In Les Escaldes is er nog een haarspeldbochtje en even verderop komen de renners op drie kilometer van de streep uit bij een rotonde, waar ze linksaf slaan.

Het blijft dalen tot op anderhalve kilometer van de streep, maar lastig wordt het niet meer. Tot op een kilometer van de streep gaat het rechtdoor, hoewel er onderweg nog wel drie rotondes in het parcours liggen. Op ongeveer 700 meter van de streep komen de coureurs nog een rotonde tegen en hier slaan ze rechtsaf, waarna ze 200 meter verderop bij de volgende rotonde weer rechtsaf slaan. Dit stukje loopt nog licht omhoog, maar al snel vlakt het weer af. Vervolgens gaat het in de laatste 500 meter van de rit rechtdoor tot aan de streep, in Andorra la Vella.

De slotkilometers van vandaag (Bron: Letour.fr)
De slotkilometers van vandaag (Bron: Letour.fr)

De finishplaats
De rit eindigt even voorbij het Novotel in Andorra la Vella, de grootste stad van het dwergstaatje Andorra, met liefst 24.000 inwoners. De hoofdstad van Andorra is de laatste jaren met enige regelmaat voorgekomen in de Tour en uiteraard ook de Vuelta. In 2015 was het de startplaats van de zeer memorabele rit richting Cortals d'Encamp en in 2016 kwam de Tour de France ook nog even voorbij tijdens de rit naar Arcalis.

Een finish in Andorra la Vella is vrij onbegrijpelijk, de stad fungeert toch vaak als startplaats of komt simpelweg tussendoor een keer voorbij. Het is ook lastig om hier te finishen, aangezien er overal fantastische beklimmingen in de buurt zijn. Zo kan je vanuit de hoofdstad ook al snel beginnen aan de Col de Beixalis, om maar een willekeurig voorbeeld te noemen. In totaal is Andorra la Vella tijdens de Vuelta al 12 keer bezocht. Onder meer in 2015 dus, maar ook in 2010, toen het de startplaats was van een rit met einde in Lleida.

Andorra la Vella ligt in een vallei en overal om de stad heen zie je de bergen liggen. Het land is dus zeker geschikt voor wielertoeristen, maar ook voor toeristen in het algemeen. Het leven in Andorra is immers zo slecht nog niet, je kan hier behoorlijk voordelig shoppen, waardoor nogal wat Spanjaarden hier vaak langskomen om wat alcohol en tabak op te halen. Sommige Spanjaarden laten het daar niet bij en vestigen zich hier zelfs definitief, zoals natuurlijk ook Joaquim Rodriguez. Wat belastingvoordeel combineren met een ideale trainingsomgeving, dat is niet zo slecht natuurlijk. Het is verder geen bijzondere stad, dat oude Andorra. Een leuk kerkje en wat nieuwerwetse kunst, dat is het wel. Bij de finishlocatie is er wel een nieuwe brug, die in ieder geval opvalt.

De brug in Andorra la Vella valt wel op (Foto: Panoramio)
De brug in Andorra la Vella valt wel op (Foto: Panoramio)

TV & het weer
De eerste lastige rit van deze Vuelta begint pas om 13:16, het is immers maar een korte rit. Een korte rit die als het goed is meteen vanaf de start wordt uitgezonden. Sporza zegt dat ze er vanaf 13:30 bij zijn, dat is natuurlijk helemaal fantastisch. De week is begonnen, dus is de NOS ondertussen afgehaakt, dat is ook echt fantastisch. De finish wordt verwacht tussen 17:26 en 17:55, de Spanjaarden vinden het wel prima om wat later te finishen.

In Andorra la Vella gaat het behoorlijk warm worden, 27 graden in de middag. Totaal geen kans op neerslag en bijzonder weinig wind, gewoon weer een enorm warme dag. In Frankrijk is het zelfs nog warmer, richting 30 graden in Prades. Ook daar geen neerslag en weinig wind.

Nog een blik op Andorra la Vella (Foto: Panoramio)
Nog een blik op Andorra la Vella (Foto: Panoramio)

Favorieten & voorspelling
Zo vroeg in de ronde al een serieuze bergrit, dat is altijd prima, maar ook onvoorspelbaar. Kan goed zijn dat niemand zo vroeg in de ronde op de leiderstrui zit te wachten, waardoor een groepje vluchters een vrijgeleide krijgt. Vooral tijdens de Vuelta wil dat nog wel eens gebeuren. Vorig jaar gaven de renners zo'n beetje iedere rit aan de vluchters, waardoor we winnaars kregen als Geniez, De la Cruz, Lagutin en Conti. De eerste twee bergritten van die ronde gingen ook naar de vluchters, het peloton had er toen bijzonder weinig zin in.

Dat zou nu ook zomaar het geval kunnen zijn, hoewel het ook kan zijn dat Quick Step gaat rijden voor Alaphilippe. Hij staat nog kort in het klassement en kan deze rit normaal gesproken perfect aan, waardoor hij dan een gooi zou kunnen doen naar de leiderstrui. Hij zou die trui wel willen, want hij hoeft ook geen ploeg op te offeren om die trui drie weken te verdedigen. Deze rit is in principe nog wel goed te controleren, zeker vanwege het lange stuk tussen de twee beklimmingen van eerste categorie. Kan ook zijn dat het enigszins bij elkaar blijft en dat een paar mindere goden wegrijden op La Comella. De echte favorieten gaan zich hier waarschijnlijk nog niet laten zien, dat wordt toch vooral de schade beperken en wachten op dat wat komen gaat.

1. Alaphilippe. Quick Step heeft de smaak te pakken na de overwinning van Lampaert. Alaphilippe staat kort in het klassement en is na zijn blessure weer in vorm. Hij lag er een tijd uit en het was de vraag hoe hij terug zou keren, maar in de Ronde van Burgos liet hij duidelijk zien nog steeds hard te kunnen fietsen. Zijn vorm zal tegen nu nog wat aangescherpt zijn en daardoor is hij meteen een kanshebber tijdens dit soort ritten. Kan goed bergop en heeft een scherpe sprint, als de koers een beetje gesloten is kan niemand hem verslaan en als de koers openbreekt is hij daar waarschijnlijk nog zelf voor verantwoordelijk ook. Flexibele jongen, onze Lollerphilippe.

2. Barguil. Warren Virenque trekt gewoon lachend zijn vorm van de Tour door naar de Vuelta. Hij zal ook wel moeten, want na dit jaar is zijn carrière voorbij. Deze niet zo snuggere Breton heeft al getekend bij Fortuneo en dat is meteen de doodsteek voor zijn loopbaan. Bij die ploeg komt niemand vooruit, zelfs niet de nieuwe Virenque. Voorlopig zit hij wel nog bij Sunweb en daar kan alles. Dus gaat Barguil weer iedere dag in de aanval en wint hij minstens twee ritten.

3. Woods. Geen idee hoe het met zijn vorm zit, want hij heeft de afgelopen tijd amper koersen gereden. Normaal gesproken is dit wel een ritje voor hem, want hij kan prima een steile beklimming overleven en is daarna nog snel aan de meet ook. Wel een renner van Cannondale, dus winnen gaat ie niet doen.

4. Roche. Altijd sterk aan het begin van de Vuelta. Daarna verdwijnt hij langzaam weer van het toneel, maar tijdens de eerste week moet je altijd rekening met hem houden. Staat ook nog goed in het klassement, dus interessant met het oog op de rode trui. Ze zullen bij BMC waarschijnlijk eerder gokken op Dennis en Van Garderen, maar ik ga dan toch voor Roche.

5. Konrad. Anonieme Boragod Konrad was bijzonder attent toen Quick Step begon te waaieren en hij zat dus helemaal vooraan. Dat is een goede voorbode voor de rest van zijn ronde, want op deze manier kan hij een serieuze gooi gaan doen naar de Maxime Monfort-trofee. De 16e plaats is goed mogelijk, zeker omdat deze rit hem ook goed ligt. Paar lastige beklimmingen onderweg en dan een sprintje aan het eind, dan kan hij wel een beetje komen bovendrijven. Daarna verdwijnt hij dan gelukkig wel weer uit beeld tijdens de serieuze bergritten, want die jongens van Bora wil je ook helemaal niet zien.