Hockeydames naar halve finale EK, maar laten ware aard nog niet zien

Zonder hun ware aard te laten zien hebben de Oranje Dames zich zondagavond geplaatst voor de halve finale van het EK hockey. Nederland versloeg België met 1-0 en kwam niet echt in de problemen, maar speelde aanvallend te weinig klaar. Zoals vaker de laatste maanden waren het gebrek aan creativiteit voorin en het maken van doelpunten het probleem.

Het publiek was vlak voor het einde van de tweede helft al ietwat in slaap gesukkeld toen het opeens reden had om van de stoelen op de staan en Oranje luidkeels aan te moedigen. Strafcorner, de eerste van de wedstrijd. Het was Caia van Maasakker die klaar ging staan en de bal over de grond richting het doel pushte. In de baan van het schot tipte Van Geffen knap de 1-0 binnen. Vanaf de bank balde bondscoach Alyson Annan haar vuist. Het was een doelpunt dat het publiek veel eerder had verwacht.

Een nederlaag zoals een paar weken geleden, tijdens de Rabo Super Serie, lag dit keer geen moment op de loer. Voor opnieuw veel Oranjepubliek bewees Nederland dat het op iedere positie een betere speelster heeft dan de Red Panthers, die onder leiding staan van de Nederlandse bondscoach Niels Thijssen. Maar net als afgelopen vrijdag in de openingswedstrijd tegen Spanje (3-1) gaven de Oranje Dames het publiek nog geen wedstrijd om van te smullen. Nederland speelde bij lange na nog niet op haar best, af en toe tegen het slaapverwekkende aan, maar kwam ook geen moment in de problemen.

De Oranje Dames startten veel beter dan afgelopen vrijdag. Toen begonnen ze veel te nerveus. Alsof ze bang waren om voor 10.000 toeschouwers te spelen. Dit keer creëerde Nederland in het eerste kwart al meteen enkele grote kansen via Maria Verschoor (schot naast) en Kitty van Male (schot op de keepster). Nu was het vooral het tweede kwart waarin Oranje eventjes slordig oogde. Een verkeerde dieptebal van Caia van Maasakker, een onderschepte pass van Marloes Keetels en ook van Lauren Stam; de slordigheden volgden elkaar in rap tempo op.

Het zorgde tot aan het doelpunt voor weinig hoogtepunten. Na rust bleef Nederland de betere ploeg, maar in het stadion kon je minutenlang een speld horen vallen. Er gebeurde weinig tot niets spectaculairs. Tot opeens de bal na een schot van Kitty van Male snoeihard op de lat uiteenspatte. Het publiek veerde overeind. Het was, op de strafcorners na, één van de weinige grote kansen van de wedstrijd. Vier minuten voor tijd schot Laurien Leurink nog een bal in kansrijke positie hoog over. Daar moest het publiek het zo’n beetje mee doen.

Het is een vreemde tegenstelling dat Nederland aan de ene kant niet het beste van haar spel liet zien en aan de andere kant snakt naar een serieuzere tegenstander, die niet achterover leunt. Nu al lijkt in de halve finale Engeland de tegenstander te zijn, het land dat twee jaar geleden in Londen Nederland in de finale via shoot-outs van het goud afhield. Nederland wordt eerste in de poule en speelt dinsdag eerst nog tegen Tsjechië, een ploeg die Jong Oranje ook makkelijk zou verslaan. Engeland eindigt door de 1-0 nederlaag tegen Duitsland van zondag waarschijnlijk als tweede in de poule. Als die twee landen elkaar inderdaad in de halve finale treffen, krijgen we misschien het echte Oranje te zien.

Nederland – België 1-0 (1-0)
’30 Margot van Geffen 1-0