Van een opgeblazen hand naar olympisch goud

Het is niet een van de bekendste verhalen uit de geschiedenis van de Olympische Spelen, maar het is wel een prachtig staaltje wilskracht en doorzettingsvermogen. We duiken even terug de tijd in, tot kort voor de Tweede Wereldoorlog.

De Hongaar Karoly Takacs was in 1938 een van de beste pistoolschutters ter wereld. Ook diende hij in het Hongaarse leger en daar ging het fout: tijdens een oefening ontplofte een granaat in zijn rechterhand, die zeer zwaar beschadigd raakte. Je raadt het al, dat is de hand waarmee hij schoot. 

Takacs was echter allerminst een opgever en na een maand in het ziekenhuis besloot hij in het geheim het schieten met links te gaan trainen. Dat ging erg goed, want in 1939 pakte hij al de titel in Hongarije, een sterk land in het schieten, en met het nationale team veroverde Takacs in dat jaar zelfs ook al de wereldtitel.

Zijn droom was echter om olympisch goud te winnen, maar door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werden de Spelen van 1940 in Tokyo en 1944 in Londen geannuleerd. De droom van Takacs ging dus de koelkast in en in 1948 verscheen hij in Londen aan de start van de Spelen.

De favoriet, wereldkampioen Carlos Valiente uit Argentinië, was bekend met het granaatongeval en vroeg Takacs waarom hij in Londen was. "Om te leren", antwoordde de Hongaar. Dat was een understatement van jewelste, want met zijn 'verkeerde' hand schoot hij het puntentotaal van de concurrentie overhoop en pakte hij olympisch goud, voor Valiente.

In Helsinki herhaalde Takacs dat vier jaar later op 42-jarige leeftijd nog eens, waardoor hij als eerste schutter ooit twee keer olympisch goud op zijn palmares bij kon schrijven. Daar ging het zilver overigens naar zijn pas 17-jarige landgenoot Szilard Kun, die hij inmiddels onder zijn hoede had genomen. 

Na zijn gouden medaille in Helsinki, waar Valiente vierde werd, kwam de Argentijn naar Takacs toe: "Je hebt nu wel genoeg geleerd denk ik? Het wordt hoog tijd dat je het mij eens gaat leren."