Tour: Etappe 3 - Explosieve finish

Zoals verwacht eindigde de tweede rit van deze Tour in een sprint. De eerste van ontelbare massasprints die we in de komende weken nog gaan krijgen. Het was een relatief geschiedenisloze rit, alleen de massale valpartij bij een rotonde was het onthouden waard. Veel renners gingen op hun plaat, waaronder enkele grote namen. Onder meer Froome, Porte, Thomas en Bardet lagen erbij. Bij die jongens was dat naar het zich laat aanzien zonder erg, dus voor het verloop van deze ronde zal het waarschijnlijk weinig uitmaken.

Wonderbaarlijk genoeg was het de enige valpartij van de rit, in een eerste rit in lijn in de Tour heb je meestal wel meer valpartijen, zelfs als het droog is. Nu regende het en had het veel slechter kunnen aflopen. Richting het eind van de rit werd het steeds droger en in de finale was het helemaal droog, dat was best prettig. De slotkilometers konden daardoor zonder incidenten verreden worden.

De sprint was alsnog vrij chaotisch, met bijna alleen maar ontsporende treintjes. De trein van Quick Step leek bijvoorbeeld helemaal nergens op en Kittel zat op 500 meter van de streep nog moederziel alleen ergens in de achterhoede. Dat maakte alleen niet veel uit, want zoals verwacht is Kittel de sterkste sprinter van het stel. Zelfs vanuit een ogenschijnlijk kansloze positie reed hij vol door de wind iedereen voorbij en won hij met gemak. De rest kwam niet eens in zijn buurt.

Kittel zou zomaar eens een rit of acht kunnen winnen tijdens deze Tour, het is bijzonder jammer dat uitgerekend dit jaar zijn concurrenten allemaal niet in topvorm zijn. Gelukkig gaan we niet iedere dag Kittel als winnaar krijgen, zo zal er tijdens de volgende rit geen massasprint zijn.

Op de derde dag van de Tour gaan we eindelijk naar Frankrijk, maar dan wel via Luxemburg. Pas op het eind bereiken we Frankrijk en in het grensgebied heeft de organisatie een dorpje gevonden dat op een heuvel ligt. Hierdoor krijgen we te maken met een aankomst die we tijdens iedere Tour in de eerste week zien. Paar heuveltjes onderweg en dan een klein muurtje aan het eind. Erg origineel is het niet, maar alles beter dan weer een vlakke rit.

De route van vandaag (Bron: Letour.fr)
De route van vandaag (Bron: Letour.fr)

Het profiel van vandaag (Bron: Letour.fr)
Het profiel van vandaag (Bron: Letour.fr)

De startplaats
Verviers is een stad met 55.000 inwoners, 30 kilometer ten oosten van Luik. We zitten dus nog steeds in Wallonië, maar dan wel in een deel van deze regio die minder vaak is aangedaan in de Tour. Het is zelfs pas de tweede keer dat de Ronde van Frankrijk in Verviers is. Meer dan 40 jaar geleden was men hiet voor het eerst. In de Tour van 1976 ging de vijfde rit van Leuven naar Verviers, de Bask Miguel Maria Lasa zou die etappe winnen.

Ondanks het feit dat Verviers geen vaste klant is in de Tour, hebben ze toch weinig te klagen in deze stad. Zo komt de Ster ZLM Toer hier jaarlijks langs, Verviers is al een tijd de startplaats van de rit die eindigt op het stuwmeer La Gileppe.

Ook de Baloise Belgium Tour is wel eens in Verviers geweest, vorig jaar nog. Dat was wel een iets minder succesvolle rit, want toen reden een paar motoren ineens het peloton in, waar met name Stig Broeckx het slachtoffer van werd. Hij belandde in een coma en de doktoren hadden hem eigenlijk al opgegeven, maar wonderbaarlijk genoeg is hij nu beter aan het herstellen dan iemand ooit had durven te dromen.

Verviers is de geboortestad van een van de grootste renners van het huidige peloton, Philippe Gilbert. De winnaar van de Ronde van Vlaanderen, die sinds hij een prestatiecontract heeft getekend bij Patrick Lefevere de stenen weer uit de straat aan het fietsen is, groeide dan wel op aan de voet van de Redoute, maar zag hier het eerste levenslicht. Daar mogen de mensen in Verviers graag mee pronken. Gilbert is over een paar dagen jarig en krijgt nu een etappe voorgeschoteld die op zijn lijf geschreven is. Dit kan zomaar een dag voor hem zijn.

Van oudsher is Verviers een stad met veel textielindustrie, maar tegenwoordig is daar niet veel van over. Als je over de snelweg aan het scheuren bent heb je een prachtig uitzicht over de stad en dan valt meteen op dat de stad twee gezichten heeft. Er zijn een aantal zeer fraaie gebouwen, maar het grootste gedeelte van de stad bestaat uit de typische Waalse zwartgalligheid waar je spontaan een depressie van krijgt. Absoluut genot dus.

Verviers heeft toch nog wel iets moois (Foto: Panoramio)
Verviers heeft toch nog wel iets moois (Foto: Panoramio)

De route
De rit start bij het centraal station van Verviers. De renners rijden na de start een rondje door de stad en gaan vervolgens richting het zuiden fietsen. We gaan op weg naar het land waar we eigenlijk horen te zijn, maar niet voordat we een ander land aandoen. Via het uiterste zuiden van België bereiken we Luxemburg, het derde land van deze grote ronde.

Voor die tijd moeten de renners nog wel een paar heuveltjes bedwingen. De eerste komt al meteen in de buitenwijken van Verviers, het gaat in het begin van de rit vier kilometer vals plat omhoog, over brede wegen. Na dit eerste heuveltje gaat het kort naar beneden, maar al snel moet er weer vier kilometer geklommen worden. Ook nu weer behoorlijk vals plat, met een paar lastigere stroken.

De renners rijden richting Tiège en in de omgeving van dit dorpje komen ze op een plateau terecht. Het is vier kilometer lang zo goed als vlak op dit plateautje, maar daarna begint de eerste serieuze klim van de dag. De Côte de Sart wordt beklommen, een bergje van ongeveer drie kilometer, met een gemiddeld stijgingspercentage van 5%. Vierde categorie, dus veel punten zijn er niet te verdienen.

Eenmaal boven zijn we bijna in Francorchamps en na de doortocht in dit dorpje rijden de renners over een bochtige, maar brede weg langs het circuit van Spa-Francorchamps. In licht dalende lijn rijdt het peloton langs dit circuit, waar Max Verstappen over enkele weken zijn bolide weer in de grindbak mag parkeren. Voorbij het circuit loopt de weg weer anderhalve kilometer omhoog aan 5%, maar daarna is het even gedaan met het klimwerk.

Over een behoorlijk rechte en nogal brede weg gaat het voorzichtig naar beneden, richting Stavelot. Dit stadje kennen we natuurlijk vooral van Luik-Bastenaken-Luik, waar het bijna jaarlijks in de aanloop naar de finale de revue passeert. Het bekendste gebouw van Stavelot is de abij, van dit ooit imposante complex heeft niet alles de tand des tijds doorstaan, maar er staan alsnog een aantal fraaie gebouwen overeind. Tegenwoordig zijn in de overgebleven gebouwen een aantal musea gevestigd, monniken kom je hier niet meer tegen.

De abdij van Stavelot (Foto: Imgur)
De abdij van Stavelot (Foto: Imgur)

In de omgeving van Stavelot liggen dan ook wat bekende en leuke heuveltjes, zoals de Stockeu en de Haute Levee, maar die slaan we tijdens deze rit allemaal over. We gaan niet de smallere wegen in de heuvels opzoeken, maar rijden rechtdoor over de grote weg verder richting Trois-Ponts. In Trois-Ponts slaan de renners linksaf en betreden ze de provincie Luxemburg, maar nog niet het land zelf.

Het peloton zal gaan rijden over een brede, kronkelige weg, door het dal van de Salm. De weg loopt steeds een klein beetje omhoog, maar echt klimmen is er niet bij. Na 50 kilometer passeert de koers het pittoreske Vielsalm, een dorpje aan het Lac des Doyards. Voorbij Vielsalm treedt er weinig verandering op. De renners blijven over dezelfde weg fietsen, door een bosrijke omgeving. Het blijft ook steeds een klein beetje omhoog lopen, met zo nu en dan een wat steilere strook. Toch is het eigenlijk zo goed als vlak en daar zal tot de grens niets aan veranderen.

Buiten Deiffelt, waar het peloton na 67 kilometer passeert, rijden de coureurs de grens over en hebben ze Luxemburg bereikt. Dat ze in een ander land zijn zal meteen opvallen, want de kwaliteit van het asfalt gaat er flink op vooruit. In België leek het af en toe nergens op, maar in Luxemburg hebben ze hun zaakjes goed op orde. Na een aantal kilometer rijden over een brede en behoorlijk vlakke weg slaan de renners linksaf en komen ze op een wat smallere weg terecht, die ze via een aantal kleinere dorpjes over wat korte klimmetjes brengt.

Luxemburg is typisch zo'n landje waar geen meter vlak is en daar komt het peloton snel genoeg achter. Het zijn allemaal geen zware klimmetjes, maar het gaat wel continu op en af en daardoor kan dit toch een enigszins vermakelijke rit worden. Na een kort klimmetje van één kilometer aan 5% rijden we door Wilwerdange van boven in dit dorp slaat het peloton rechtsaf en komt men weer op de grote weg terecht. Deze weg is behoorlijk recht en ook behoorlijk vlak.

De renners komen door een aantal dorpjes, maar qua schoonheid is tot nu toe geen enkel dorp in staat om het te winnen van Vielsalm, dus maak ik van de gelegenheid gebruik om nog even terug te blikken op dat plaatsje.

Vielsalm is het bekijken wel waard (Foto: Panoramio)
Vielsalm is het bekijken wel waard (Foto: Panoramio)

Na 77 kilometer komt het peloton door Troisvierges en dan is het nog een kleine 12 kilometer tot de tussensprint in het nietige Wincrange, waar totaal niets te beleven is. We zitten in een deel van Luxemburg waar na zes uur 's avonds alleen de brievenbus nog open is. Sowieso maar een saai land, dat Luxemburg. Tussen Troisvierges en de tussensprint is er weinig te beleven. Het is nagenoeg vlak en links en rechts van de weg liggen er bijna alleen maar weilanden.

Ook na de tussensprint wordt het niet direct beter. Het is acht kilometer volledig vlak en daarna volgt er een afdaling van drie kilometer richting Wiltz. Deze afdaling is bepaald niet spannend, want het gaat heel geleidelijk naar beneden en lastige bochten zijn er niet. In Wiltz wordt het dan wel weer wat leuker, want we krijgen bijna te maken met een serieus klimmetje. De Côte de Wiltz is drie kilometer lang en 5% gemiddeld, hoewel dat gemiddelde niet veel zegt omdat het nogal een onregelmatig klimmetje is. Er zitten een paar serieuze stroken tussen.

Na 105 kilometer komen de renners boven op dit heuveltje van de vierde categorie en daarna rijden ze weer een aantal kilometer verder op een plateau, tussen de weilanden door. Op dit plateau is het zo goed als vlak, hoewel het dus in Luxemburg nooit volledig vlak is. Na acht kilometer over relatief vlakke wegen moet er twee kilometer gedaald worden richting het fraaie Esch-sur-Sûre. Dit dorpje is gelegen in een bocht van de Sûre en boven het dorp staat ook nog een kasteelruïne, waardoor het hier de moeite loont om je fototoestel af te stoffen.

De renners zullen niet lang kunnen genieten van deze mooie omgeving, want het volgende klimmetje staat al voor de deur. Van Esch-sur-Sûre gaat er geklommen worden richting Eschdorf en dit klimmetje is kort maar krachtig. 2,3 kilometer lang en 9,3% gemiddeld, een pittige kuitenbijter. Niet voor niets een klim van de derde categorie, de eerste van deze Tour. Na 120 kilometer komen de renners boven op het bergje, in Eschdorf. Dat dorp doet qua schoonheid veel onder voor Esch-sur-Sûre.

Het lieflijke Esch-sur-Sûre (Foto: WikiCommons)
Het lieflijke Esch-sur-Sûre (Foto: WikiCommons)

Het klimmetje is dan wel prima, maar daarna krijgen we te maken met een behoorlijke flopshow. Na de klim is het vijf kilometer vlak, daarna is er een korte afdaling van vier kilometer en vervolgens is het tien kilometer vlak. De renners rijden steeds over dezelfde weg, die vooral heel recht is. Af en toe passeren ze een dorp, maar verder is het toch vooral hersenloos door allerlei bossen en langs de nodige weilanden fietsen.

Na 143 kilometer rijdt het peloton door Saeul en na dit dorp wordt het weer wat heuvelachtiger. Een kilometer aan een procentje of zes krijgen de renners meteen voor hun kiezen buiten dit dorp. Na dit klimmetje blijft het een beetje op en af gaan, zes kilometer lang. Daarna komt er weer een wat langere klim, van twee kilometer aan een procent of vijf. Na dit klimmetje wordt het weer wat vlakker, maar het parcours blijft glooiend. Vooral tussen Mamer en Dippach gaat het continu bergop en -af, door een donker bos.

De coureurs bereiken Dippach, het dorp van Laurent Didier, na 165 kilometer en vanaf dat moment wordt de rit weer wat eenvoudiger. Er is wat tijd om op adem te komen, want in Dippach wordt het vlak en niet lang daarna gaat het een aantal kilometer in licht dalende lijn verder. Het wordt zelfs helemaal vlak, als de renners door Schlifflange rijden. Van Schifflange rijden de renners naar Esch-sur-Alzette en hier komen ze na 181 kilometer aan. Het is nog 30 kilometer tot de streep en nog maar een paar kilometer tot de grens met Frankrijk. Het heeft even geduurd, maar eindelijk wordt dat land dan bereikt.

Esch-sur-Alzette is overigens geen onbekende stad in de Tour. Zo kwam hier in 2006 nog een rit aan, die gewonnen werd door Robbie McEwen. Een dag later zou vanuit deze stad de volgende rit vertrekken, met aankomst in Valkenburg. Enige wat ik nog van die rit weet is dat Erik Dekker toen ongenadig hard op z'n muil ging, maar blijkbaar won toen Matthias Kessler. Daar was Mart geen fan van. Esch-sur-Alzette is trouwens bepaald geen fraaie stad, maar ze hebben er wel een kicken voetgangersbrug, die je naar de Gaalgebierg brengt.

We laten Luxemburg inmiddels achter ons (Foto: Panoramio)
We laten Luxemburg inmiddels achter ons (Foto: Panoramio)

Na de entree in Frankrijk is het een kilometer of vijf zo goed als vlak, maar daarna moet er weer wat geklommen worden. Van Villerupt rijdt het peloton richting het dorpje Thill, waar de weg twee kilometer lang omhoog loopt, aan een procentje of vijf. Merkwaardig genoeg is hier geen bergprijs, maar even verderop is er dan wel weer een puntje voor de bergtrui te verdienen, terwijl het klimmetje dat zo volgt niet zo lang en ook niet zo zwaar is.

Na het eerste klimmetje voorbij Thil is het vier kilometer vlak, daarna is er een korte afdaling en vervolgens gaat er 1,1 kilometer geklommen worden aan 5,2%, richting Villers-la-Montagne. In het tussenstuk tussen de twee klimmetjes rijden de renners door de 'rubbish collection zone', een gebied waar de renners al hun afval mogen dumpen. Om de enorme vervuiling die zo'n koers veroorzaakt tegen te gaan is het de bedoeling dat de renners hun vuil bij zich houden, tot deze zone, waar ze dan ineens alles in de berm kunnen smijten. Lijkt mij geen slechte ontwikkeling, maar of het in de praktijk ook gaat werken valt nog te bezien.

Enfin, zonder al dat vuil op zak is het makkelijker klimmen, dus stelt dat pukkeltje richting Villers al helemaal niets voor. Vlak voor dit dorpje komen de renners boven op dit bultje van de vierde categorie en dan is het nog 15 kilometer tot de streep in Longwy. Na de klim komen de renners op een plateau terecht, waar het een aantal kilometer vlak is. Ze rijden door open vlaktes, wat bij tegenwind in het nadeel van eventuele aanvallers zou zijn. Het gaat tien kilometer voornamelijk rechtdoor, over lichtelijk glooiende wegen.

Pas op zes kilometer van de streep gaat er echt gedaald worden, met zelfs nog twee haarspeldbochten. De weg is hier alleen 20 meter breed, dus daar zou je met een peloton van 500 man nog makkelijk doorheen kunnen. Na deze twee bochten blijft het in dalende lijn verder gaan, tot op vier kilometer van de streep.

De omgeving is hier prima (Foto: Panoramio)
De omgeving is hier prima (Foto: Panoramio)

Op vier kilometer van de streep rijden de renners door het dorpje Réhon en bij het buitenrijden van dit dorp begint de weg omhoog te lopen. We zitten nu op de weg die ons rechtstreeks naar de finish zou kunnen brengen, maar die weg wordt al snel verlaten. Er volgt een bocht naar rechts en een korte duik naar beneden over een smallere weg. Ze zitten nu op drie kilometer van de streep en het gaat behoorlijk rechtdoor, over een tamelijk vlakke weg, tot op twee kilometer van de finish.

Pas op iets minder dan twee kilometer van het eind begint de slotklim. De renners zijn weer even terechtgekomen op een bredere weg, maar slaan al snel linksaf en daarna begint de weg vrijwel meteen omhoog te lopen. Tot op 1,5 kilometer van de streep gaat het rechtdoor en is het niet meer dan veredeld vals plat waar de renners mee te maken krijgen, maar op 1,5 kilometer van de streep is er een bocht naar links en dan begint de weg omhoog te lopen aan 8%.

Vrij snel daarna komt het zwaarste stuk van dit slotklimmetje, met een strook aan 11%. Helaas duurt dit niet zo lang, want na 400 meter zit dit zware stuk van de klim er al op. Op iets meer dan een kilometer van de streep is de steile straat gedaan en volgt er een scherpe bocht naar links, waarna men weer op een grote weg zit, die aanzienlijk vlakker is. In de slotkilometer volgt op 800 meter van de streep nog een bocht van 90 graden naar rechts, maar daarna gaat het volledig rechtdoor tot de streep, terwijl de stijgingspercentages niet meer indrukwekkend zijn. Van 4% zwakt het af richting 3% in de laatste meters.

In totaal is de Côte des Religieuses 1,6 kilometer lang en 5,8% gemiddeld, waarbij het venijn dus vooral in het begin zit. Dit klimmetje van de derde categorie lijkt niet lastig genoeg om veel verschillen te veroorzaken, maar het kan wel voor een interessant sprintje zorgen. De streep is getrokken in een redelijk brede winkelstraat.

De laatste kilometers van vandaag (Bron: Letour.fr)
De laatste kilometers van vandaag (Bron: Letour.fr)

De finishplaats
Longwy is een stadje met 15.000 inwoners, dat voor de zesde keer deel uitmaakt van de Tour de France. Zo was er hier een aankomst in 1982, waar de vorig jaar overleden Belg Daniël Willems zegevierde. Dat was een bijzonder goede Tour voor Willems, hij won twee ritten en eindigde op de zevende plaats in het algemeen klassement. Die prestaties wist hij daarna nooit meer te evenaren.

Sindsdien is de Tour hier ook nooit meer geweest, wat best logisch is. Het gaat namelijk al geruimde tijd niet bijzonder goed met Longwy, zeker niet in vergelijking met het verleden. In het verleden was Longwy het belangrijkste Franse centrum van de staalindustrie. Longwy was een stad vol met staalarbeiders, maar toen in de jaren '60 van de vorige eeuw de staalindustrie zware tijden kende verloren veel arbeiders heen baan. Er werden geen nieuwe banen gecreëerd en logischerwijs verpauperde Longwy in recordtijd.

Tegenwoordig werken bijna alle inwoners van Longwy net over de grens, in Luxemburg. Want in Longwy is nog steeds niet veel te beleven en als je sommige wijken bekijkt lijkt de tijd hier stil te hebben gestaan. Toch is er nog genoeg moois te zien in Longwy, want als plaats in de buurt van een drielandenpunt heeft Longwy in de loop der jaren aan vele landen, hertogdommen en koninkrijken toebehoord.

Het hoorde vooral vaak bij Frankrijk, maar het gebied was zeker niet onbetwist. Daarom werd er in Longwy een flink vestingwerk neergezet, ontworpen door Vauban. Deze Franse bouwmeester ontwierp in die tijd aan de lopende band vestingwerken, waarvan er 12 zijn opgenomen op de werelderfgoedlijst van UNESCO. De vestingwerken van Longwy horen bij die 12 en dat is niet geheel onterecht. Ziet er prima uit. Daar komen de renners in de slotmeters ook achter, want ze passeren een deel van de vestingmuren voor ze het centrum bereiken.

Longwy heeft een aantal interessante bezienswaardigheden (Foto: Imgur)
Longwy heeft een aantal interessante bezienswaardigheden (Foto: Imgur)

Het weer & TV
Om 12:15 staan de renners aan het vertrek in Verviers. Na een rondje van 10 minuten door de stad begint de koers pas echt om 12:25. Tussen 17:08 en 17:36 wordt de finish verwacht in Longwy. Ook deze rit wordt weer volledig uitgezonden door Sporza, je kan dus meteen om 12:15 de tv aanslingeren. Enige nadeel van al die lange ritten is dat ze zo vroeg beginnen, waardoor de Belg om 13:00 weer een hinderlijke onderbreking heeft in de vorm van het journaal. De NOS is er pas later bij, want die snappen er helemaal niks van.

Na twee dagen vol slecht weer schijnt het tijdens deze rit wat beter te worden. Bijna geen kans op regen in Verviers, graadje of 22 in de middag en behoorlijk weinig wind. In Longwy is het weer ongeveer hetzelfde. Iets meer kans op regen, maar naar alle waarschijnlijkheid zal het droog zijn. Ook daar 22 graden, prima weer om te koersen dus.

Longwy biedt ook vanuit de lucht wat moois (Foto: Panoramio)
Longwy biedt ook vanuit de lucht wat moois (Foto: Panoramio)

Favorieten & voorspelling
Dit wordt weer een sprintje, alleen dan niet met het hele peloton. De aankomst is niet lastig genoeg om voor grote verschillen te zorgen, maar het wordt wel een lastige sprint. In die steile straat gaan veel renners al afhaken en met die paar lastige bochten daarna is de positionering heel belangrijk. In de laatste rechte lijn kan er wel nog veel gebeuren, eigenlijk is het jammer dat het daar wat meer afvlakt. Een minder sterke klimmer die goed vooraan wordt afgezet kan er daardoor wellicht nog aan blijven hangen, maar uiteindelijk ga je waarschijnlijk toch bij de logische namen uitkomen. De specialisten op dit soort aankomsten zijn bijna allemaal aanwezig, het is alleen een aderlating dat Valverde er niet meer bij is. Dit was ook een aankomst geweest voor hem.

1. Gilbert. Sinds Gilbert terug is bij Lefevere lijkt het alsof we weer in 2011 zijn beland. Hij beschikt weer over de benen uit zijn absolute wonderjaar. In de afgelopen jaren was hij ook altijd goed, maar nooit zo goed als bij Quick Step. Daarom wilde hij ook dolgraag terug naar de ploeg. Lefevere had daar wel oren naar, maar eigenlijk had hij er maar weinig vertrouwen in. Daarom kreeg Gilbert een contract met een laag basissalaris, maar met enorme bonussen bij grootse prestaties. Ik sluit niet uit dat Lefevere ondertussen al zijn geld kwijt is, want die grootse prestaties zijn er vaak gekomen. Zo was hij in de Ronde van Vlaanderen indrukwekkend en ook een tijdje terug in Zwitserland won hij nog even een sprint. Dit soort aankomsten lijken speciaal voor hem gemaakt en dan starten we ook nog eens in zijn geboorteplaats. Quick Step gaat verdomd veel ritten winnen deze Tour.

2. Sagan. Hij viel een beetje tegen in de massasprint in Luik, maar dat lag ook vooral aan het feit dat hij te vroeg aan kop kwam. Hoewel Sagan sowieso niet de grootste favoriet is in een vlakke massasprint. Dit soort aankomsten liggen hem een stuk beter. Dat steile strookje is voor hem geen enkel probleem en een sprintje aan een paar procent is wat hem bijzonder vrolijk maakt. Hij moet hier wel dicht bij de winst zitten, anders zou de Tour goed bij de rest van zijn jaar gaan passen. Goed, maar niet top.

3. Colbrelli. Sonny deed al een poging in de eerste massasprint en ging vrij vroeg aan. Alsnog zesde geworden, helemaal niet zo slecht. Dat is veelbelovend voor de wat lastigere aankomsten, want daar moet hij het normaal van hebben. Sonny won dit jaar al de Brabantse Pijl en die aankomst daar is behoorlijk goed te vergelijken met deze aankomst, dus hij is een belangrijke kanshebber.

4. Matthews. Ook hij deed een poging om zich te mengen in de massasprint in Luik, maar dat kan hij beter niet doen eigenlijk. Hij is nogal kansloos als het totaal vlak is, dan wordt het een beetje pijnlijk allemaal. Maar het kan van pijnlijk al vrij snel indrukwekkend worden zodra de aankomst wat lastiger is. Sunweb heeft hem speciaal aangetrokken en meegenomen naar deze Tour voor dit soort ritten. Dit jaar won hij al een paar ritten, in Zwitserland en Baskenland bijvoorbeeld. Daarnaast ook bijzonder goed gereden in het Waalse voorjaar, het zou dus een verrassing zijn als hij tijdens deze rit niet vooraan eindigt.

5. Ulissi. Het is nog wat omwennig om Diego in Frankrijk te zien, normaal gesproken rijdt hij altijd de Giro en tijdens de Giro zie je hem dan vaak in dit soort ritten vooraan. In Frankrijk zou dat zomaar ook eens het geval kunnen zijn, want dit is een aankomst op zijn maat. Het is wel nog even afwachten hoe het met zijn vorm is. In de Dauphiné was hij niet per definitie heel overtuigend, maar tijdens het Italiaans kampioenschap reed hij dan wel weer vrij sterk. Als hij maar weer genoeg salbutamol in z'n mik gooit gaat hij hier vast een mooie uitslag rijden.