Giro: Etappe 19 - Wordt Dumoulin aangevallen?

De koninginnenrit in de Dolomieten heeft een Amerikaanse overwinning opgeleverd. Tejay van Garderen, aan de start verschenen een aantal weken geleden met klassementsambities, pakte vanuit een vroege vlucht de winst.

Een mooie winst voor hem, zeker nadat hij eerder in de ronde grandioos door het ijs zakte. Een klassement rijden lijkt niet zo zijn ding te zijn, maar rittenkapen gaat hem heel behoorlijk af. Hij versloeg in de straten van Ortisei Mikel Landa, die zich voor de tweede keer in een paar dagen tijd op een kinderlijke manier liet ringeloren. Hij ging weer op kop de sprint aan, liet weer heel veel ruimte aan zijn tegenstander en verloor weer kansloos. Een ezel stoot zich niet twee keer aan dezelfde steen, maar Landa wel.

In de achtergrond was er al vroeg in de rit een demarrage van Quintana. Op de Passo Gardena probeerde hij Dumoulin te verrassen met een vroege aanval. Twee van zijn knechten lieten zich terugzakken vanuit de kopgroep en moesten hem over de top van de klim helpen. Niet veel later ging Nibali achter hem aan en die kreeg steun van Cataldo, niet eens een ploeggenoot.

Dumoulin leek even een groot probleem te hebben, maar uiteindelijk reed hij zoals altijd op zijn eigen tempo weer naar zijn concurrenten toe. De Italiaan en de Colombiaan wisten toen wel hoe laat het was en durfden niets meer te ondernemen. Pas aan het eind van de slotklim probeerden ze weer wat, maar ze kwamen niet weg bij Dumoulin. Tom probeerde het toen zelf maar, ook dat slaagde niet.

Andere renners deden een poging om te profiteren en dat lukte wel. Pinot, Pozzovivo, Zakarin, Kruijswijk en Mollema, allemaal reden ze weg en Dumoulin reageerde niet. Hij vond het de verantwoordelijkheid van Quintana en Nibali, maar zo werkt dat niet. Alles is de verantwoordelijkheid van de roze trui. Dumoulin verloor wat tijd op een aantal van zijn concurrenten, maar zijn directe concurrenten hield hij af.

In de laatste kilometers kregen we een boeiend schouwspel te zien, met na de finish ook nog eens een behoorlijk geïrriteerde Dumoulin die zich niet in kon houden. Hij heeft Nibali en Quintana nu zeker op scherp gezet en deelde ondertussen ook nog een sneer uit aan zijn landgenoten. Met nog twee bergritten te gaan lijkt het nog heel boeiend te gaan worden. Iedereen is getergd, we kunnen op ieder moment actie verwachten. Daarom zou zelfs deze rit, die op papier niet geweldig is, toch leuk kunnen worden.

De route van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
De route van vandaag (Bron: Giro d'Italia)

Het profiel van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
Het profiel van vandaag (Bron: Giro d'Italia)

De startplaats
De rit start in San Candido, een dorp met 3300 inwoners, op een kilometer of 100 van Ortisei, de finishplaats van de vorige rit. We zijn nog steeds in Zuid-Tirol, maar deze keer wel verduiveld dicht bij het echte Tirol. De start is op amper 10 kilometer van de grens met Oostenrijk.

San Candido, ook wel bekend als Innichen, is vooral een wintersportoord. Dat wordt ook wel duidelijk als je kijkt naar het lijstje met bekende mensen uit dit dorp. Daar staan een aantal biatleten, bobsleeërs en zelfs curlingspelers tussen. Zo schijnen de zusjes Santer uit dit dorp te komen. Ik kende ze niet, maar de oudste van de twee, Nathalie, schijnt nog getrouwd te zijn geweest met Ole Einar Bjørndalen. Zelfs als wintersportleek komt die naam me bekend voor.

Ook ene Christian Oberstolz komt uit Innichen, hij is een rodelaar en heeft in de loop der jaren meerdere medailles op allerlei Europese en wereldkampioenschappen bij elkaar weten te verzamelen. San Candido is geen dorp van wielrenners, dat blijkt ook wel uit het feit dat dit de eerste keer is dat ze Ronde van Italië hier komt.

We zitten hier nochtans in de buurt van het Parco Naturale Tre Cime, waar je natuurlijk de Tre Cime di Lavaredo vindt. Ook in de iets directe omgeving van San Candido kom je allerlei fraaie bergtoppen tegen, ook hier zijn de Dolomieten weer om door een ringetje te halen. Net buiten het dorp kan je in de skilift stappen naar het skigebied Baranci, maar je kan ook prima in het dorpje zelf blijven.

In het centrum kom je een aantal musea tegen, waaronder een museum over de geschiedenis van de Dolomieten. In het DoloMythos vind je allerlei fossielen, waaronder zelfs de resten van enkele dinosaurussen. Ook kom je er verschillende mineralen tegen, maar dat is dan toch net even wat minder boeiend.

Innichen heeft ook de eer gehad om als decor te dienen voor een tv-serie van de Rai. Un passo dal cielo, met Terrence Hill als hoofdrolspeler. Moet haast wel fantastisch zijn. De renners starten in het winkelcentrum van San Candido, dat vernoemd is naar Peter Paul Rainer. Dat schijnt dan weer een beroemde Oostenrijkse dichter te zijn geweest, die hier werd geboren in de tijd dat dit nog stukje van de planeet nog deel uitmaakte van Oostenrijk-Hongarije.

We beginnen weer in een mooie omgeving (Foto: Panoramio)
We beginnen weer in een mooie omgeving (Foto: Panoramio)

De route
Na een korte optocht door San Candido gaan de renners al snel op weg naar het zuidwesten. Niet lang na de start begint de eerste klim al meteen. De Passo Monte Croce Comelico gaat beklommen worden, nadat het in de eerste vijf kilometer van de rit al vals plat omhoog loopt.

De klim van de derde categorie die volgt is ook niet direct heel spannend, het is immers maar acht kilometer lang en 4,3% gemiddeld. In totaal is de Passo Monte Croce Comelico, of Kreuzbergpass, 15 kilometer lang en 3% gemiddeld, maar de eerste kilometers van de klim vallen nog in de neutralisatie en nog een aantal kilometer daarna nemen we niet mee in de overwegingen omdat het zo goed als vlak is.

Pas op vijf kilometer van de top begint de klim ergens op te lijken, het gaat dan 1000 meter omhoog aan negen procent. Dit stuk komt in het dorp Moso, maar buiten het dorp wordt het al snel weer wat makkelijker. Een kilometer aan 5,5% wordt gevolgd door een kilometer aan 2,5%. Richting de top blijft het vervolgens makkelijk, steiler dan 6% wordt het niet meer. Na 14 kilometer komen de renners boven op de Kreuzbergpass, verlaten ze Trentino-Alto Adige en rijden ze Veneto binnen.

Tijdens de klim hadden ze al een aantal keer uitzicht over wederom wat prachtige Dolomietenrotsen, maar hier op de top is het zicht helemaal wonderschoon. Ondanks het feit dat deze klim niet zo moeilijk is, zal dit toch een belangrijke klim zijn. De vluchters van de dag zullen hier wel weg gaan rijden.

Genoeg mooie Dolomietenrotsen te zien hier (Foto: Panoramio)
Genoeg mooie Dolomietenrotsen te zien hier (Foto: Panoramio)

De afdaling die volgt is 21 kilometer lang en niet enorm lastig. De renners rijden over een brede weg, hoewel deze weg wel af en toe wat scheuren vertoont. Er zijn alleen niet veel vervelende bochten, bijna alles is prima in te schatten. Een paar flinke haarspeldbochtjes nog wel, maar dat is alles.

Na tien kilometer in dalende lijn is het vier kilometer vlak en daarna gaat het nog acht kilometer verder naar beneden, richting Santo Stefano di Cadore. Dit laatste deel van de afdaling is helemaal makkelijk, er zijn bijna geen bochten meer en het gaat ook niet zo steil naar beneden. Eenmaal beneden slaan de renners linksaf en daarna begint de weg meteen weer omhoog te lopen.

De renners rijden langs de rivier Piave door wederom een stukje natuur dat zeker niet lelijk is. Het peloton zet koers richting Sappada, waar de eerste tussensprint van de dag zal zijn. Tussen het eind van de afdaling en de tussensprint zit 12 kilometer. Acht kilometer lang zal het vals plat omhoog gaan, of soms zelfs helemaal plat.

Pas in de omgeving van Sappada begint het serieus omhoog te lopen, met ongeveer 2,5 kilometer aan 6%. Na dit wat steilere stuk is het vlak tot Sappada, waar dan na 47 kilometer de tussensprint is. Van Sappada wordt er verder gefietst richting Cima Sappada, een klein dorpje dat ook weer is omgeven door veel opvallende bergen.

Geklommen wordt er bijna niet meer, het is drie kilometer lang zo goed als vlak. Alleen in het laatste stuk richting Cima Sappada gaat het nog een aantal hectometer aan 5% omhoog. Na 51 kilometer zijn de renners helemaal boven en begint een lange afdaling.

Genoeg uitzicht om van te genieten voor de verveelde renner (Foto: Panoramio)
Genoeg uitzicht om van te genieten voor de verveelde renner (Foto: Panoramio)

Deze lange afdaling begint vrij serieus. Het loopt een paar kilometer behoorlijk steil naar beneden, met ook een paar venijnige haarspeldbochten. Na dit lastige stuk verlaten de renners de regio Veneto en rijden ze Friuli-Venezia Giulia binnen. In Friuli is de afdaling een stuk makkelijker, er zijn geen haarspeldbochten meer en de overige bochten zijn prima te doen. Het gaat ook niet meer zo steil naar beneden, een aantal kilometer lang zal het zo goed als vlak zijn.

Na 65 kilometer passeert de koers het dorpje Rigolato en na dit dorpje gaat het weer wat steviger naar beneden. Toch zijn er ook nu bijna geen lastige bochten, waardoor dit deel van de rit mij een prima gelegenheid lijkt om nog wat boodschappen te gaan doen. Aan het eind van de afdaling rijdt het peloton door Ovaro, een dorpje dat bij alle wielerliefhebbers bekend moet zijn. Hier ligt namelijk de voet van de mythische Zoncolan.

De Monte Crostis is hier ook in de buurt, maar helaas slaan we al die geiligheid over en krijgen we in plaats daarvan nog meer vlakke kilometers. In Ovaro hebben de renners 73 kilometer afgelegd en zijn ze nog niet eens op de helft van de rit. Het wordt nog een lange en vervelende dag.

Bergen, overal bergen (Foto: Panoramio)
Bergen, overal bergen (Foto: Panoramio)

Van Ovaro fietsen de renners verder naar het zuiden, langs de rivier Degaro. Het is nu 20 kilometer lang zo goed als vlak, hoewel het profiel van de rit je nog doet geloven dat het hier behoorlijk naar beneden gaat. In de praktijk is het voornamelijk vlak, met een paar kleine knikjes naar boven en ook een paar stroken waar het wat steviger naar beneden gaat.

Het is hier wel behoorlijk bochtig, maar de weg is breed en er zijn geen gevaarlijke punten, dus rijdt men zonder verder noemenswaardigheden richting Tolmezzo. Het laagste punt wordt hier bereikt. Buiten de stad rijden de coureurs over de Ponte Avons en daarna begint de weg weer omhoog te lopen.

De volgende klim gaat beginnen, we gaan de Sella Chiantuzan bedwingen. Dit is een klim van de tweede categorie, ongeveer 12 kilometer lang en 5,5% gemiddeld. Door het gemiddelde lijkt dit geen moeilijke klim, maar dat komt omdat er halverwege de klim een kleine afdaling is. Deze col begint met een kilometer aan 6%, maar vervolgens wordt het weer even vlak. Na dit vlakke stukje volgt een kilometer aan 7%, maar daarna vlakt het weer af. Als dit vlakke stukje gedaan is loopt het zelfs een kilometer naar beneden.

We hebben dan vijf kilometer van de klim gehad, waarvan er maar twee lastig waren. Na dat stukje in dalende lijn begint de klim pas echt, het gaat een kilometer lang aan 8% omhoog met in die kilometer ook de steilste strook van 11%. Vervolgens blijft het richting de top tussen de 7 à 8% stijgen, zonder dat het nog veel makkelijker wordt. Na 105 kilometer komen de renners boven, nadat ze richting de top nog een laatste kilometer aan 7% hebben gehad.

Het profiel van de Sella Chianzutan (Bron: Giro d'Italia)
Het profiel van de Sella Chianzutan (Bron: Giro d'Italia)

Eenmaal boven zouden de renners hier een hapje kunnen eten (Foto: WikiCommons)
Eenmaal boven zouden de renners hier een hapje kunnen eten (Foto: WikiCommons)

De afdaling van de Sella Chianzutan begint makkelijk, maar na een aantal kilometer wordt het toch wat lastiger. De renners krijgen te maken met zeven haarspeldbochten op een rij. Deze bochtjes zijn op een onorthodoxe manier neergelegd, waardoor er hier anders gestuurd zal moeten worden dan normaal.

We rijden nu sowieso door een wat apartere omgeving. Het is hier nogal rotsachtig en er zijn een aantal grotten, bovendien ligt er hier ook nog een spookstadje om de hoek. Na de haarspeldbochten wordt de afdaling weer makkelijk en na elf kilometer is de afdaling voorbij. De renners rijden langs San Francesco en het zal nu een kilometer of 12 zo goed als vlak zijn. Het gaat af en toe een paar meter omhoog en daarna weer een paar meter naar beneden, maar we noemen het voor het gemak vlak.

Via een aantal tunneltjes komen de coureurs uit in Anduins, na 128 kilometer. In Anduins slaan we linksaf en begint een tweede deel van de afdaling. Dit tweede deel heeft kort achter elkaar acht haarspeldbochten, waardoor het toch weer even technisch wordt. De weg is dan wel weer breed en het wegdek is helemaal prima, dus ook dit stukje in dalende lijn mag geen problemen opleveren.

Na drie kilometer stevig dalen wordt het weer vlak en dat zal het voorlopig ook blijven. Het gaat af en toe een beetje op en af, maar over het algemeen is het niet heel lastig. Er is een klein knikje naar boven in het dorp Pinzano al Tagliamento, maar daar ligt niemand wakker van.

Na de passage in dit dorp is het 20 kilometer zo goed als vlak tot Maniago, waar de tweede tussensprint van de dag is. Deze tussensprint komt op iets meer dan 40 kilometer van de meet. Over brede en rechte wegen rijdt men richting deze stad, zonder nog veel obstakels tegen te komen. Alleen een brug over de niet zo goed gevulde rivier Meduna springt in het oog.

De Meduna komt wat water tekort (Foto: Panoramio)
De Meduna komt wat water tekort (Foto: Panoramio)

Richting Maniago liep het al een aantal kilometer vals plat omhoog en ook na de passage in deze stad blijft dat zo. Steil wordt het nooit, maar het loopt soms wel een beetje zeurend omhoog. Over het algemeen is het toch vooral vlak. Rechte wegen, brede wegen, vlakke wegen. Het is een behoorlijk saaie tussenfase in de rit.

Pas als we in de buurt komen van de slotklim gaat er iets veranderen. Richting de voet van de slotklim volgt er nog een korte afdaling in twee schuifjes. Wel weer een afdalinkje zonder moeilijke bochten, dus ook dit is saai. Het is maar goed dat de slotklim voor de deur staat.

Na 175 kilometer, als de renners door Aviano fietsen, begint de klim naar Piancavallo. Deze beklimming van de eerste categorie is 15,5 kilometer lang en 7,3% gemiddeld. Het is een klim die vooral in het begin enorm lastig is. In de eerste zes kilometer van de klim gaat het aan 9,4% gemiddeld omhoog. Hier zit ook de steilste strook van de berg, het gaat even aan 14% omhoog.

In de zesde kilometer van de klim gaat het aan bijna 12% gemiddeld omhoog, dit lijkt me toch wel een strook waar veel kan gebeuren. Na die zesde kilometer wordt de klim wat minder lastig, dus iedereen met ambities kan er beter vroeg aan beginnen. Tussen kilometer zes en kilometer elf van de klim gaat het gemiddeld aan 7,5% omhoog, met af en toe nog een uitschieter richting de 10%. Ook nog prima, lastig genoeg.

In de laatste vier kilometer van de klim gaat dat verhaal alleen veranderen. We beginnen met een kilometer die praktisch vlak is, daarna gaat het nog twee kilometer aan 7% omhoog, maar in de slotkilometer is het letterlijk vlak. In deze slotkilometer liggen nog wel behoorlijk wat bochten, waaronder ook weer een leuke bocht van 180 graden. Enige parcourskennis zal wederom geen overbodige luxe zijn. In de laatste meters richting de finish loopt het nog even vals plat omhoog.

Het profiel van de slotklim van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
Het profiel van de slotklim van vandaag (Bron: Giro d'Italia)

De Dolomietenrotsen zijn hier niet zo goed zichtbaar meer (Foto: Panoramio)
De Dolomietenrotsen zijn hier niet zo goed zichtbaar meer (Foto: Panoramio)

De finishplaats
Piancavallo is een skiresort, dat pas in 1960 werd gecreëerd. Het is een dorpje met amper vaste inwoners, in de zomer wonen hier maar 43 mensen. Piancavallo was ooit het eerste Italiaanse skiresort waar sneeuwmachines werden ingezet om de pistes van kunstsneeuw te voorzien. Een heuse primeur, jawel.

Je vindt rond Piancavallo 25 kilometer aan piste. Dat blijkt genoeg te zijn om allerlei mooie wedstrijden binnen te halen, in de jaren '90 organiseerde men hier diverse wereldbekerwedstrijden voor vrouwen bij het alpineskiën. Dat is voor ons natuurlijk niet zo interessant, wij vinden het natuurlijk een stuk boeiender dat de Giro hier ook ooit is geweest.

In 1998, om precies te zijn. 1998 was het jaar van Marco Pantani. Na enkele jaren vol tegenslag was hij in 1998 in topvorm. Hij reed al sterk in de Giro, maar won nog geen rit. Dat veranderde tijdens de 14e rit, van Schio naar Piancavallo. Op de slotklim richting Piancavallo reed hij weg van Tonkov en Zülle en zo pakte hij zijn eerste rit van die Giro. Het roze bleef nog bij Zülle, maar daar zou een paar dagen later verandering in komen toen Pantani zijn tweede rit won. Il Pirata won de Giro, uiteraard.

Een paar maanden later won hij ook de Tour en daarmee is hij nog steeds de laatste renner die erin slaagde om die twee koersen in hetzelfde jaar te winnen. Pantani is al vaak genoemd tijdens deze 100e Giro en deze rit is duidelijk weer een extra ode aan hem. Ondanks alle fouten van de organisatie is het toch mooi om te zien dat ze Pantani zoveel mogelijk eren.

Na 1998 is de Giro hier nog één keer geweest. Dat was in 2011, tijdens de heroïsche rit richting Gardeccia. Piancavallo fungeerde toen als eerste klim van de dag, in een rit met vijf Dolomietenreuzen. Mikel Nieve zou de rit winnen, maar aangezien Piancavallo al helemaal in het begin kwam was de aandacht voor deze klim schaars. Dat zal nu anders zijn, op Piancavallo gaat alles bepaald worden. We gaan op zoek naar een opvolger voor Marco Pantani. En een opvolger voor Emanuele Sella, want die kwam hier in 2011 als eerste boven.

Het uitzicht is hier niet verkeerd (Foto: Panoramio)
Het uitzicht is hier niet verkeerd (Foto: Panoramio)

TV & het weer
De rit begint om 12:00 en de neutralisatie zal deze keer extreem kort zijn. Na amper vijf minuten op een toeristentempo zal de koers meteen in gang schieten. Ik denk dat Eurosport er om 13:15 weer bij zal zijn, maar zeker weten doe ik het niet. Als ze er rond die tijd bij zijn hebben de renners al bijna 50 kilometer afgelegd en zijn ze in de buurt van de eerste tussensprint. We vallen dan eigenlijk net midden in een minder leuk deel van de rit, maar dat is voor Eurosport wel prettig want dan hebben ze een extra reden om nog meer breaks in te plannen. De finish wordt verwacht tussen 16:57 en 17:35.

Het weer zal in Piancavallo behoorlijk goed zijn. Zelfs boven op de berg nog 17 graden, zonder neerslag en met weinig wind. In de plaats van vertrek zal het nog wat warmer zijn, dik boven de 20 graden. Ook in alle valleien tussendoor zal de temperatuur flink oplopen, het wordt dus weer een warme dag voor de renners. Ook een droge dag, het lijkt een Giro zonder regen te gaan worden.

Favorieten & voorspelling
Op papier lijkt dit een rit voor de vluchters. Het is, op de slotklim na, niet lastig genoeg voor de klassementsrenners. Alleen als je op de Chianzutan iedereen kan lossen en dan in de vallei nog wat ploeggenoten voor je hebt rijden zou een vroege aanval ergens op slaan. Oftewel, dat gaat niet gebeuren.

Niemand zal ook zin hebben om die lange stukken in de vallei te controleren, dus gaan de vluchters er weer met de overwinning vandoor. De klassementsrenners zullen wachten op de slotklim, zeker als Dumoulin een normale dag heeft. Ze gaan hem vast onder druk proberen te zetten, maar als hij geen teken van zwakte vertoont gaat niemand iets ondernemen voor de eerste kilometers van Piancavallo.

Aangezien de rit begint met een klim gaan er wel weer wat sterke vluchters wegrijden. Een aantal namen kun je ondertussen wel invullen, hoewel ik dan alsnog altijd de verkeerde weet te kiezen.

1. Landa. Hij geeft iedere keer op een extreem knullige manier de overwinning weg, maar misschien dat driemaal scheepsrecht is. Hij heeft al aangegeven dat hij tijdens de laatste ritten van deze Giro steeds in de aanval wil gaan en met het oog op de bergtrui moet hij dat ook doen. Beschikt daarnaast ook over uitstekende benen, maar helaas een gebrekkig inzicht. Nu even zorgen dat hij niemand mee naar de finish neemt en dan moet het wel een keer gaan lukken.

2. Woods. Cannondale is ineens op dreef, daar moet Woods dan ook van gaan profiteren. Tijdens deze Giro is wel gebleken dat hij vooral goed is op de wat kortere klimmen, maar misschien dat hij in een kopgroepje toch wat verder kan komen. Dat het hier in de laatste kilometer vlak is beschouw ik als een voordeel voor hem. Hij is namelijk ook nog eens behoorlijk explosief.

3. Anton. Als IgorAntonN1Fan moet ik hem toch minstens één keer hebben genoemd, ook al is dat dan helemaal nergens op gebaseerd. We rijden door bekend terrein voor hem, hij won al eens op de Zoncolan, waar we tijdens deze rit nog langsrijden. Hij is ook, zoals veel renners in het peloton, idolaat van Marco Pantani. Weten dat Pantani de enige winnaar is in Piancavallo moet dan toch extra motivatie geven.

4. Costa. Rui is niet meer zo goed als een aantal jaar geleden, maar het blijft een jongen om rekening mee te houden. De zware slotklim is wat in zijn nadeel, dus een overwinning gaat opnieuw moeilijk worden. Mocht hij de slotklim toch overleven, dan geeft hij het vast ook wel weer weg in de sprint. Het zit hem allemaal net niet mee, arme jongen.

5. Sanchez. Gaat vast nog een keer aanvallen in een poging een gooi te doen naar de bergtrui. Op de slotklim lost hij dan vervolgens als een baksteen, maar dat mag de pret niet drukken.

Overigens is Eurosport een beetje bah.