Giro: Etappe 18 - De tweede koninginnenrit

Rit 17 werd zoals verwacht een rit voor de vluchters en een rustige rit voor de klassementsrenners. Iedereen wist dat deze rit voor de vluchters zou zijn, dus wilde ook iedereen in de kopgroep zitten. Een zeer omvangrijke groep van een mannetje of 40 reed weg, nadat er eerder al drie mannen waren weggereden.

Brutt, Mohoric en Rolland reden een tijd op kop, maar Rolland liet zich na een tijd terugzakken toen hij hoorde dat er een grote groep aan zat te komen. Lange tijd leek dat een slechte beslissing, want de voorsprong van Brutt en Mohoric op die achtervolgende groep liep op tot bijna zes minuten. Na een tijd was Brutt alleen helemaal klaar, hij kwam niet meer vooruit en viel ver terug. Toen mocht Mohoric alles alleen doen, maar een grandioze solo zat er niet in.

De achtervolgende groep, die in de tussentijd uit elkaar was geslagen, kwam terug. Een grote groep zou richting de finish rijden en het zou lang duren voor de finale echt los zou barsten. Pas op een kilometer of 20 van de streep kwamen de eerste aanvalletjes. Daarna werd er slag om slinger gedemarreerd en de beslissende demarrage kwam van Pierre Rolland.

In het begin van de rit werd hij nog uitgelachen omdat hij zich terug liet zakken, maar dat bleek achteraf heel slim te zijn. Hij sloeg meteen een gat en ze zagen hem nooit meer terug. Voor Cannondale de tweede zege in de World Tour in een paar dagen tijd. Twee jaar lang wonnen ze niets op het hoogste niveau en nu ineens twee keer achter elkaar. Voor Rolland is het een mooi succes, hij bleef steeds aanvallen en zijn aanvalslust is nu eindelijk beloond. Daar kan je eigenlijk geen problemen mee hebben.

Daarachter werd Rui Costa tweede, hij zal nog wel eens nadenken over de tactieken van zijn ploeg. Nog verder daarachter kwam het peloton op ongeveer acht minuten binnen. Het was een rustige dag voor die mannen, ze namen de tijd om te herstellen van de zware rit over de Mortirolo en de Stelvio. Waarschijnlijk hielden ze zich ook in met het oog op de rit die nu komen gaat.

We duiken de Dolomieten in en krijgen daar een rit voorgeschoteld met vijf lastige beklimmingen in amper 140 kilometer. Dit wordt een belangrijke rit, voor Dumoulin is dit de grootste uitdaging die hij nog gaat krijgen. Voor zijn directe concurrenten is het de beste kans om hem het vuur na aan de schenen te leggen.

De route van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
De route van vandaag (Bron: Giro d'Italia)

Het profiel van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
Het profiel van vandaag (Bron: Giro d'Italia)

De startplaats
De start is in Moena, op 15 kilometer van de finishplaats van de vorige rit. Tijdens die vorige rit zijn de renners ook al langs Moena gereden, maar de start zal nu zijn in het midden van het dorpje. Moena is, zoals bijna alle dorpjes in de omgeving, een wintersportoord. Het ligt niet direct bij een skigebied, dus alle wintersporters die naar Moena trekken moet wel iedere dag nog een aardige tocht afleggen voor ze de latten kunnen onderbinden.

In de zomer is er niet veel te doen in dit dorpje met 2700 inwoners, maar in de winter zitten de ontelbare hotels hier wel behoorlijk vol. Het centrum van Moena is behoorlijk pittoresk, het is een mooi bergdorpje met allerlei fraaie gebouwen. Ook de rivier Avisio die dwars door de stad loopt zorgt voor wat mooie plaatjes.

De Giro is in het verleden twee keer aangekomen in Moena. Voor het eerst in 1963, toen een zware bergrit werd gewonnen door Vito Taccone, in die tijd ook wel bekend als de Gems van de Abruzzen. Hij won vijf ritten in de Giro van 1963, het was zijn beste jaar als prof. Drie jaar later kwam de Giro terug en de overwinning ging toen naar Gianni Motta. Hij zou dat jaar ook de Giro winnen en in de straten van Moena was hij onder meer Jacques Anquetil en Italo Zilioli te snel af.

De renners starten op de Strade Riccardo Löwy, bij het park dat naar dezelfde man is vernoemd. Deze man, die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Auschwitz om het leven kwam, is een van de bekendere inwoners die Moena ooit heeft gehad. Als lid van het Oostenrijks-Hongaarse leger werd hij tijdens de Eerste Wereldoorlog gestationeerd in dit dorp en hij verrichte hier zoveel goede daden dat hij door de gemeenteraad in 1916 werd uitgeroepen tot ereburger. Omdat er verder geen boeiende verhalen rond Moena zijn, start men dus in de naar hem vernoemde winkelstraat.

De startplaats van vandaag, Moena (Foto: Panoramio)
De startplaats van vandaag, Moena (Foto: Panoramio)

De route
De eerste 15 kilometer van deze rit zullen de renners over bekende wegen rijden. Ze rijden richting Canazei, de finishplaats van de vorige rit. Vooral voor Pierre Rolland zal dit een prettig begin zijn, hij kan zijn zegetocht nog eens beleven. Het slot van de vorige rit was niet bepaald lastig, dus de eerste kilometers van deze rit zijn dat dan uiteraard ook niet. Een tweetal kilometer waarin het aan 5% omhoog loopt, maar verder vals plat of gewoon plat richting Canazei.

In Canazei ligt op de plek waar tijdens de vorige rit de finish lag nu de eerste tussensprint. De renners stoppen deze keer niet, maar rijden door en komen dan meteen uit bij de eerste klim van de dag. Buiten Canazei wacht meteen de Passo Pordoi. Deze klim van de eerste categorie, die in het verleden een aantal keer de Cima Coppi is geweest, is van deze kant 12 kilometer lang en 6,8% gemiddeld.

Het is een regelmatige klim, zonder echte uitschieters. Steiler dan 9% wordt het nooit, het schommelt steeds rond de 7%. De renners rijden door de prachtige natuur, met uitzicht over imposante bergtoppen. De Passo Pordoi is een echte klassieker, de klim kwam al 40 keer voor in de Giro. Voor het eerst in 1940, toen kwam de legendarische Gino Bartali hier als eerste boven. In de jaren daarna kwam de net zo legendarische Fausto Coppi hier twee keer als eerste boven. Op de Pordoi staat ook een monument ter ere van Coppi.

Vier keer kwam er een rit aan op deze bergpas. Voor het laatst in 2001, toen ging de overwinning naar iedereens favoriete Mexicaan, Julio Alberto Perez Cuapio. Vorig jaar maakte de Pordoi ook deel uit van de Giro, toen was het een van de beklimmingen in de rit waar Steven Kruijswijk zichzelf naar het roze reed.

Veel van de beklimmingen van die prachtige rit gaan we nu weer doen, hoewel een aantal van die bergen dan wel weer van een andere kant. Ook de Pordoi doen we van een andere kant dan in 2016. Na 26 kilometer komen de renners boven op de pasovergang.

Het profiel van de eerste twee beklimmingen van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
Het profiel van de eerste twee beklimmingen van vandaag (Bron: Giro d'Italia)

Prima uitzicht vanaf de Pordoi (Foto: Google Maps)
Prima uitzicht vanaf de Pordoi (Foto: Google Maps)

De afdaling van de Pordoi is ongeveer 10 kilometer lang en goed te doen. Er zijn behoorlijk wat bochten en ook nogal wat haarspeldbochten, maar veel venijnige bochten zitten er niet tussen. Deze afdaling lijkt me er een waar de renners graag aan beginnen. De weg is ook breed genoeg, hoewel er wel af en toe wat scheuren in het wegdek te vinden zijn.

Na negen kilometer dalen komen de renners door Arabba en daar houdt het serieuze dalen op. Het gaat nog een aantal kilometer verder in licht dalende lijn, maar al snel wordt het helemaal vlak. De renners fietsen een aantal kilometer door een vallei, maar na 46 kilometer begint in Cernadoi de tweede klim van de dag. De renners gaan klimmen naar de Passo Valparola, via de Passo Falzarego.

Ook deze klim kwam tijdens de Giro van vorig jaar voorbij. In rit 14, om precies te zijn. Het was de laatste klim van de dag en hier plaatste Steven Kruijswijk zijn beslissende aanval. Chaves kon nog wel volgen, maar de rest reed hij op een flinke achterstand en zodoende nam hij een optie op de roze trui. De klim werd toen wel van de andere kant gedaan, alleen het laatste stuk richting de top en de afdaling die dadelijk volgt zijn gelijk aan de rit van toen.

De Passo Valparolo is van deze kant 12 kilometer lang en 6,4% gemiddeld. Deze klim van de tweede categorie is dus behoorlijk gelijk aan de vorige klim. Ook de Valparola is een regelmatige klim, zonder enorme uitschieters. Het gaat steeds omhoog aan 6 à 7%, er zijn weinig steilere stroken en veel simpeler wordt het ook niet.

Als de renners bovenkomen op de Passo Falzarego slaan ze linksaf en gaan ze nog even verder klimmen, richting Valparola. Dit laatste stuk van de klim is het lastigste stuk. Richting de top krijgen de coureurs te maken met een kilometer aan 8%, met uitschieters naar 14%. Na 57 kilometer komen ze boven en dan hebben ze pas de tweede van vijf bergen gehad.

Mooie natuur bovenop Valparola (Foto: Panoramio)
Mooie natuur bovenop Valparola (Foto: Panoramio)

De afdaling van de Valparola is 14 kilometer lang. De mensen die de rit van vorig jaar goed hebben onthouden zullen weten dat dit geen enorm lastige afdaling is. De weg is breed, het wegdek is behoorlijk goed en Steven Kruijswijk ging hier zonder problemen naar beneden. Dan weet je dat dit geen enorme uitdaging is.

Er zijn behoorlijk wat bochten, maar die liggen meestal goed in het zicht en daar valt prima doorheen te sturen. De omgeving is ook hier weer adembenemend, de kale bergtoppen van de Dolomieten zijn tijdens de afdaling goed in beeld. Na 71 kilometer komen de renners beneden in La Vila en hier is meteen de tweede tussensprint van de dag.

Zonder veel vlakke meters begint de weg al snel weer omhoog te lopen. We gaan fietsen richting de finishplaats van die legendarische rit 14 van de Giro van vorig jaar. Wel op een iets andere manier dan vorig jaar, toen zat er in de slotfase van de rit nog een muurtje, maar die slaan we over. Het gaat rechtdoor over een brede weg richting Corvara, daar waar vorig jaar in de absolute slotfase vroege vluchter Atapuma pas werd ingerekend en waar Preidler een waanzinnig slechte sprint reed, waar Chaves optimaal van kon profiteren.

Kruijswijk werd tweede en pakte de roze trui. Het zou voor hem een opmaat zijn naar nog meer tweede plaatsen in de dagen daarna. Hij leek ongenaakbaar op weg naar de eindzege, maar dat liep uiteindelijk toch net even anders. Richting Corvara loopt het vier kilometer min of meer vals plat omhoog, aan een procentje of drie. Van Corvara fietst men dan verder richting Colfosco en hier begint de derde klim van de dag officieel.

De Passo Gardena is een klim van de tweede categorie, 9 kilometer lang en 6,4% gemiddeld. De Gardena, of Grödnerjoch, is ook een bekende klim in de Giro. Kwam onder meer vorig jaar nog voor in de koers. Van deze kant is het vooral in het begin lastig, bij het dorp Colfosco gaat het meteen aan 11% omhoog, maar zo lastig wordt het daarna niet meer.

Richting de top blijft de stijgingsgraad tussen zes en acht procent hangen. Na 85 kilometer, op ongeveer 50 kilometer van de streep, komen de renners boven op deze prachtige klim. Overal waar je kijkt zie je hier de meest schitterende bergen liggen.

Het profiel van de Passo Gardena (Bron: Giro d'Italia)
Het profiel van de Passo Gardena (Bron: Giro d'Italia)

De natuur heeft weer veel moois te bieden (Foto: Panoramio)
De natuur heeft weer veel moois te bieden (Foto: Panoramio)

Zoals gezegd, het is hier erg mooi (Foto: Panoramio)
Zoals gezegd, het is hier erg mooi (Foto: Panoramio)

Na de beklimming van de Grödnerjoch volgt de langste afdaling van de dag. Er gaat bijna 20 kilometer gedaald worden richting de finishplaats van deze rit. De organisatie heeft het weer voor elkaar gekregen om een lokaal circuit in elkaar te draaien. De afdaling van de Passo Gardena is niet heel ingewikkeld. In het begin zijn er wat haarspeldbochten, maar daarna wordt het weer even vlak. Het loopt zelfs nog een aantal meter omhoog, met daarna twee vlakke kilometers. Vervolgens wordt er verder gedaald richting Selva-Wolkenstein en in dit tweede deel van de afdaling gaat het wel stevig naar beneden, maar lastig wordt het niet.

De bochten hier liggen er netjes bij en zijn prima te nemen. De weg is ook steeds breed en wordt richting het eind van de afdaling zelfs nog breder. In het fraaie dorpje Selva-Wolkenstein is het gedaan met het serieuze dalen, de renners passeren hier na 96 kilometer en vervolgens gaat het nog zeven kilometer in licht dalende lijn verder richting Ortisei.

Na 103 kilometer, op ongeveer 35 kilometer van het eind, rijden de renners dan door de finishplaats van deze rit. Ze rijden dwars door dit dorp en gaan als de huizen verdwijnen linksaf door een tunneltje. Hier begint de volgende klim van de dag, de Passo di Pinei. Deze beklimming van de derde categorie is vier kilometer lang en 6,3% gemiddeld. Veel stelt dit ding dus niet voor, het is ook geen klim die vaak wordt gebruikt in de Giro.

Wel is het een onregelmatige klim, die in het midden enorm steil is. De klim begint met een kilometer aan 6%, maar daarna wordt het weer even vlak. Vervolgens begint het te stijgen aan 7% en loopt het verder op naar acht procent. Er volgt dan zelfs een halve kilometer aan 10%, met een strook aan 15%. Na dit zware stuk wordt het weer even een aantal meter vlak, voor het richting de top weer gaat stijgen aan 8%. De laatste meters van deze beklimming zal het dan maar stijgen aan 6%. Met 109 kilometer in de benen komen de coureurs hier boven.

De laatste twee beklimmingen van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
De laatste twee beklimmingen van vandaag (Bron: Giro d'Italia)

Het houdt niet op met de mooie natuur vandaag (Foto: Panoramio)
Het houdt niet op met de mooie natuur vandaag (Foto: Panoramio)

Een makkelijke afdaling van vijf kilometer volgt. Het gaat niet steil naar beneden, er zijn geen lastige bochten en de weg is breed. Het gaat tussendoor zelfs nog een aantal keer licht omhoog. Na vijf kilometer in licht dalende lijn fietsen de renners door Castelrotto. We zitten nog steeds in Südtirol, dus is er ook een Duitse naam voor dit dorp. Die halve Duitsers hier noemen het ook wel Kastelruth.

Dan beginnen er bij de goed geïnformeerde lezer natuurlijk allerlei belletjes te rinkelen, we passeren nu dus het dorp van de allerbeste schlagermuzikanten ooit aller tijden van deze planeet en ver daarbuiten: Kastelruther Spatzen. In Kastelruth, waar alle volwassen vrouwen een witte roos vinden, loopt de weg nog even flink omhoog. Er wordt één kilometer geklommen en daarna is het buiten Kastelruth nog even vlak, maar dan slaan de renners rechtsaf en beginnen ze aan het tweede deel van de afdaling.

Dit deel is ongeveer zes kilometer lang en een stukje lastiger dan het eerste deel. Het gaat steiler naar beneden en er zijn wat meer haarspeldbochten te vinden. De weg is wel steeds breed en goed, dus alsnog voorzie ik hier weinig problemen. Het is bepaald geen afdaling om even het verschil te maken. Tegen het eind van de afdaling rijden de renners door een aantal goed verlichte tunneltjes en daarbuiten is er een prachtig uitzicht over de vallei.

Na 123 kilometer komen de renners beneden bij Ponte Gardena en hier slaan ze rechtsaf, waarna ze door een tunnel fietsen. Licht aan het eind van de tunnel is er alleen nog niet, want na de tunnel begint de slotklim. Boven die tunnel staat overigens een leuk kasteeltje.

Een mooi kasteel in de buurt van Kastelruth (Foto: Panoramio)
Een mooi kasteel in de buurt van Kastelruth (Foto: Panoramio)

De slotklim is 9,3 kilometer lang en 6,8% gemiddeld. Voor het profiel moet je hierboven even kijken. De organisatie is een beetje lui geweest en heeft besloten om de klimmetjes niet los op de site te zetten, maar aan elkaar geplakt. Ik ben ook een beetje lui, dus ik ga geen moeite doen om dat los te knippen. Ze zoeken het maar uit met hun hele handel.

In ieder geval, de klim naar Pontives begint makkelijk. Het gaat eerst vals plat omhoog, voordat het wat serieuzer wordt. In de eerste kilometer van de klim wordt het niet steiler dan 5%. Vervolgens wordt het wel wat serieuzer, er komt anderhalve kilometer aan 7,5% aan. Daarna zwakt de klim weer wat af, een tussenstuk van twee kilometer aan 4 à 5%.

Met nog vier kilometer tot de top van de klim begint het pas echt serieus te worden. Het begint te stijgen naar 7% en daarna zelfs richting 9%. In de laatste drie kilometer van de klim gaat het aan 9,3% omhoog, met richting de top een kilometer aan meer dan 10% en zelfs een paar stroken aan 12%. Op vier kilometer van de streep komen de renners boven op deze klim van de eerste categorie, tevens de lastigste klim van de dag.

Na de klim is het één kilometer zo goed als vlak, het lijkt zelfs licht naar beneden te lopen. Daarna is het tot op twee kilometer van de streep vals plat, maar dan rijden de renners Ortisei binnen en hier slaan ze linksaf. Vervolgens slaan ze rechtsaf en rijden ze over een lange, rechte weg. Ze zien de ellende dan al liggen. De weg loopt op tot op 500 meter van de streep en het wordt steeds steiler.

De slotkilometer begint aan 6%, maar het blijft stijgen tot 13%. Dit laatste stuk is enorm zwaar, maar eenmaal boven op dit knikje slaan de renners rechtsaf en rijden ze in dalende lijn het pittoreske en schilderachtige centrum van Ortisei binnen. Op 400 meter van de streep rijden ze het centrum in en hier liggen steentjes. Er volgen nog twee bochten in de vlakke laatste meters, want het blijft wel de Giro natuurlijk. Na 137 kilometer zit deze korte Dolomietenrit er dan op.

Het profiel van de slotkilometers van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
Het profiel van de slotkilometers van vandaag (Bron: Giro d'Italia)

Ortisei/St. Ulrich ligt er prachtig bij (Foto: Panoramio)
Ortisei/St. Ulrich ligt er prachtig bij (Foto: Panoramio)

De finishplaats
Ortisei, of St. Ulrich, is een dorp met 4700 inwoners. Het ligt in de regio Trentino-Alto Adige. Tijdens de rit reden we even Veneto binnen, maar uiteindelijk eindigen we toch in Zuid-Tirol. Ortisei ligt in de Val Gardena en wordt gezien als het belangrijkste wintersportoord van deze vallei. Het is in ieder geval het meest pittoresk, je struikelt in het centrum van dit dorp over de prachtige huizen. Ook zijn er veel restaurants en barretjes, want het is hier extreem toeristisch.

Dit dorp is een van de weinige plaatsen waar de bevolking nog overwegend Ladinisch spreekt. Dit oude taaltje is tegenwoordig bijna overal vervangen door het Italiaans en in sommige gevallen het Duits, maar van de 4700 mensen in Ortisei spreekt 80% het nog. Ortisei is samen met een aantal andere dorpjes in de omgeving ook belangrijk als het gaat om de Tiroler beeldhouw- of houtsnijkunst.

De Giro is hier twee keer eerder geweest. Voor het eerst in 1940, in een rit waarin de renners ook voor het eerst over de Passo Pordoi gingen. De rit werd gewonnen door Gino Bartali, terwijl Fausto Coppi in de roze trui reed. Pas in 2005 kwam men weer terug en de overwinning ging ditmaal naar een iets minder bekende renner.

De Colombiaan Ivan Parra won in Ortisei, terwijl hij reed bij Colombia-Selle Italia, de toenmalige ploeg van Gianni Savio. Af en toe moet Savio toch genoemd worden, het blijft een schande dat Androni niet van de partij is. In Ortisei versloeg Parra onder meer Juanma Garate en José Rujano. Eén dag later zou Ivan Parra dit kunstje herhalen, hij won weer. Daarna hebben we nooit veel meer gehoord van Ivan, de broer van Fabio. Alleen in 2015 liet hij nog even van zich horen, toen hij op 40-jarige leeftijd werd betrapt op doping.

Ortisei gaat nu in ieder geval op zoek naar een derde winnaar. Kijkend naar het profiel van de rit zal dat wel weer een sterke klimmer gaan worden. Een tweede Colombiaantje op de erelijst behoort tot de mogelijkheden.

Het pittoreske centrum van Ortisei/St.Ulrich (Foto: Panoramio)
Het pittoreske centrum van Ortisei/St.Ulrich (Foto: Panoramio)

TV & het weer
Deze korte rit begint logischerwijs pas vrij laat. Om 13:00 staan de renners aan het vertrek. Na ee korte neutralisatie van tien minuten begint de koers echt. Eurosport zal er meteen om 13:00 bij zijn, hebben ze ons beloofd. Het is wel een lekker ritje om vanaf het begin te kijken, dus wanneer je de mogelijkheid hebt raad ik je aan om ook meteen klaar te gaan zitten. Je mist dan alsnog de helft, want Eurosport, maar daar is niets aan te doen. Het is dan wel hemelvaart, maar dat is toch een nietszeggende feestdag. Gewoon met de hand in de broek op de bank, niks mis mee. Tussen 16:57 en 17:28 worden de renners in Ortisei verwacht.

In Ortisei wordt het in de middag 16 graden, niet heel warm dus. Het dorp ligt ook op 1200 meter hoogte, dus geheel onlogisch is dat niet. In de startplaats zal het wat warmer zijn, maar het schijnt sowieso geen extreem warme dag te worden. Ook weer een dag zonder regen, de renners hebben de hele Giro al geluk op dat gebied.

Favorieten & voorspelling
Dit is eigenlijk de tweede koninginnenrit van de Giro. Wel een korte rit, maar korte ritten kunnen juist heel leuk zijn. Het is alleen jammer dat de vorige rit relatief makkelijk was, de rit die we nu krijgen had eigenlijk na de rit met de Stelvio moeten komen. Dan hadden we gegarandeerd spektakel gehad, maar dat verwacht ik nu alsnog. Quintana en Nibali staan nog steeds achter Dumoulin en ze zullen hem bergop op een grote achterstand moeten rijden, willen ze de Giro winnen. Deze rit is daar ideaal voor.

We gaan weer een aantal keer boven de 2000 meter komen en dan roepen de darmen van Dumoulin om hun moeder. We gaan waarschijnlijk hetzelfde scenario krijgen als tijdens de 16e rit. Movistar gaat mannetjes meesturen en Bahrain zal dat nu ook wel gaan doen. Dan is het vervolgens wel de vraag of Nibali en Quintana nu meer durven. Vooral Quintana durfde eigenlijk niet op de Umbrailpass. Misschien kon hij ook niet beter, dat zullen we tijdens deze rit wel ontdekken.

In ieder geval gaat het een spannende rit worden. Er zullen wat ploegen zijn die al vroeg in de rit oorlog willen maken, omdat de laatste beklimmingen van de dag minder hoog liggen. De laatste klim is dan wel weer het lastigste, dus dat zou ook weer enigszins verlammend kunnen werken. Alsnog verwacht ik veel actie en de klassementsrenners vooraan in Ortisei.

1. Quintana. Schijnt nog steeds niet in topvorm te zijn en schijnt ook nog last te hebben van zijn valpartij van eerder, desondanks is hij nog steeds de sterkste in koers. Er zijn geen lastige afdalingen en er is een behoorlijk stevige klim aan het eind. Niemand gaat Quintana hier kunnen stoppen. Alleen zijn eigen lafheid kan hem parten spelen, maar als hij hier serieus gaat koersen wint hij.

2. Nibali. Deze keer geen lastige afdaling aan het eind, dus gaat hij Quintana niet kunnen lossen. Op dat laatste steile stukje zal Quintana hem lachend voorbij fietsen, als hij dat niet al eerder heeft gedaan. Hij is verder wel beter dan de rest, dus dan wordt hij alsnog tweede.

3. Zakarin. Als er geklommen moet worden is Ilnur niet te stoppen. Vervelende is alleen dat er dan ook wel eens gedaald moet worden. Gelukkig voor de Tartaar zijn er tijdens deze rit geen lastige afdalingen. Daarom kan zelfs hij de aansluiting met de rest houden. Hoewel hij op de slotklim vast weer gelost wordt door Quintana en Nibali, want die zijn simpelweg beter.

4. Pozzovivo. Domenico rijdt eindelijk weer eens op hoog niveau rond. Begon ondertussen ook wel een keer tijd te worden. Bergop hoort hij bij de beteren, alleen is deze aankomst niet zo geschikt voor hem. Er zullen er altijd wel een paar bij zijn die in de laatste kilometer sneller gaan.

5. Landa. Ik voorspel voor Mikel hetzelfde scenario als in de rit naar Bormio. Hij gaat uiteraard weer vroeg in de aanval, al was het maar om punten te verzamelen voor zijn bergtrui. Maar waarschijnlijk gaan er ook weer wat gasten mee die hoog in het klassement staan, waardoor ze nooit veel voorsprong krijgen. Vervolgens wordt hij dan op de laatste klim bijgehaald en in de straten van Ortisei verneukt hij het zelf door de bocht weer slecht aan te snijden.

Overigens is Eurosport echt een Mourinho.