Giro: Etappe 8 - Finishplaats met dopinghistorie

De finale van rit 7 van de Giro van 2017 was zoals verwacht best geinig. Lekker veel bochtjes, versmallingen en andere dingen die je eigenlijk helemaal niet in zo'n slotfase wil zien. Wonder boven wonder ging het allemaal goed en waren er geen valpartijen.

Door die hectische finale was het lastig sprinten, positionering bleek enorm belangrijk en Orica-Scott had dat het beste voor elkaar. Ewan kon in de ideale positie aan de laatste meters beginnen en de rest was niet meer in staat hem nog in te halen. Zo heeft Ewan na een aantal mislukte pogingen tot een ritzege te pakken en zo hebben de drie sprinters waarvan vooraf het meest werd verwacht ook allemaal voldaan aan die verwachting.

Verder was het maar een saaie rit, zonder veel spettacolo. Dat spektakel komt dan misschien tijdens de volgende rit. We gaan weer de heuvels in, hoewel het de vraag is in hoeverre de klassementsrenners zich gaan inspannen, met de rit van zondag in het achterhoofd. Het lijkt vooraf op een ideale kans voor wat vluchters, wat deze rit toch wel weer redelijk saai zou maken. Past wel weer perfect bij deze eerste week van de Giro, die nog niet echt veel vertier heeft gebracht.

Vermoedelijk moeten we voor het echte vuurwerk wachten op de tweede en derde week. In ieder geval hebben we tijdens deze rit wel genoeg natuurpracht, waardoor het aanzetten van de tv nog de moeite waard is. Bovendien is het interessant om te zien wie er überhaupt wil winnen in Peschici, aangezien de finishplaats de vorige winnaars vooral veel tegenspoed heeft gebracht.

De route van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
De route van vandaag (Bron: Giro d'Italia)


Het profiel van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
Het profiel van vandaag (Bron: Giro d'Italia)

De startplaats
Op een kleine 90 kilometer van Alberobello, de finishplaats van de vorige rit, start de volgende rit van deze tot nu toe weinig enerverende Giro. We zijn aanbeland in Molfetta, een stad met 60.000 inwoners in de buurt van Bari. Zoals te doen gebruikelijk deze Giro zijn we weer eens aanbeland in een kustplaats. Deze keer aan de Adriatische kust, is weer eens wat anders. We zitten wel nog steeds in Apulië en deze regio gaan we tijdens deze rit ook niet verlaten.

Molfetta is een debutant in de Giro, het was nog nooit een start- of finishplaats. Dat is niet geheel verwonderlijk, aangezien er meer aansprekende steden in de buurt liggen. Molfetta heeft weinig hoogtepunten. Een aantal kerkjes, waarvan eentje uit de 12e eeuw vooral in het oog springt, maar verder zijn hier weinig architectonische hoogstandjes te vinden. Van oudsher is Molfetta wel een redelijk belangrijk vissersplaatsje, met een behoorlijke haven.

Een aantal kilometer buiten Molfetta ligt Miragica, een klein pretparkje. In de nabijheid ligt ook nog een behoorlijk uit de kluiten gewassen outletcenter, het is hier blijkbaar het shoppingcentrum van Apulië. In de stad zelf is er ook nog een Beatles pub, voor de mensen die in Italië toch liever naar een Britse kroeg gaan. Maar toch, als ik zulke dingen moet gaan benoemen weet je dat het tijd is om snel andere oorden op te gaan zoeken. Na de start in de haven van Molfetta en een tocht langs het historische centrum van de stad gaan de renners snel richting het westen fietsen.

De haven van Molfetta (Foto: WikiCommons/Tango7174)
De haven van Molfetta (Foto: WikiCommons/Tango7174)

De route
Het begin van deze rit is buitengewoon saai. De renners mogen bijna 90 kilometer langs de kust gaan fietsen. Over grotendeels rechte en brede wegen, die ook nog eens vlak zijn, wordt er koers gezet richting Manfredonia. Een aantal dorpen en steden wordt vereerd met een bezoekje, zoals Bisceglie, Trani en Barletta. Na 42 kilometer fietsen de renners langs Margherita di Savoia, een toeristisch oord met een overdaad aan strand.

Even verderop volgt dan het voorlopige hoogtepunt van de rit, een passage over een smalle strook land, met aan de rechterkant de zee en aan de linkerkant een binnenzee. Het landschap is hier, op het water na, net zo saai als het parcours zelf. Het is zo vlak als wat, er groeit bijna niets en er staan alleen nog wat vervallen bouwwerken langs de kant van de weg. Bij het smalste punt van deze landengte staat een torentje, maar zelfs dat is het aanzien niet waard.

Het gaat ondertussen ook al een kilometer of tien volledig rechtdoor, zonder echte bochten. Alleen de wind kan het begin van deze rit redden, maar die schijnt hier doorgaans in de rug te staan. Na een kilometer of 70 passeert het peloton Ippocampo, waar een aquapark is. Ze hebben er een roze en een gele glijbaan dus dat is wel helemaal fantastisch.

Over wegen die bijna niet rechter en breder kunnen zijn wordt er verder gefietst, door een gebied dat volgens Google Maps talloze meertjes bevat, maar in de praktijk blijkt dat alles hier droog staat zodra de zon voorzichtig begint te schijnen. Enfin, even verderop rijden de renners Manfredonia binnen. In deze behoorlijk mooie stad, met een fraai kasteel, is na 84 kilometer de eerste tussensprint van de dag.

Een blik op Manfredonia met 'il drone', voor de liefhebber (Bron: YouTube)

Na Manfredonia gaat de koers dan gelukkig echt beginnen. We hebben het vlakke deel van de rit gehad en gaan nu door met het heuvelachtige deel. Dit heuvelachtige deel begint zeven kilometer buiten Manfredonia, als de renners in Madonna delle Grazie linksaf slaan en aan de bochtige klim naar Monte Sant'Angelo beginnen. Dit is een beklimming van de tweede categorie, bijna 10 kilometer lang en 6% gemiddeld.

Ondanks liefst 20 haarspeldbochten is de klim toch behoorlijk regelmatig, het gaat bijna continu rond de 6% omhoog. Alleen het begin van de klim is nog behoorlijk pittig, met een aantal stroken boven de 7% en zelfs een enkele uitschieter richting 10%. Richting de top zwakt de klim wat af, maar dit is alsnog een vrij serieuze klim, zeker na 90 vlakke kilometers. Door het behoorlijk steile begin zal dit een aanslag zijn op veel benen, de omslag is immers nogal bruusk.

Na ongeveer 101 kilometer komen de renners dan boven aan in Monte Sant'Angelo, een dorpje dat eigenlijk niet heel mooi is. De wegen en de huizen donderen hier van de ellende bijna uit elkaar. Wel hebben ze er een heiligdom en een kasteel, dat door de Aragoneesjes is gebouwd. Boven in Monte Sant'Angelo heb je wel een mooi uitzicht over een deel van de klim en ook over de afdaling die zo gaat volgen.

Het profiel van de klim naar Monte Sant'Angelo (Bron: Giro d'Italia)
Het profiel van de klim naar Monte Sant'Angelo (Bron: Giro d'Italia)

Zoals gezegd, een prima uitzicht (Foto: Panoramio)
Zoals gezegd, een prima uitzicht (Foto: Panoramio)

De afdaling terug naar de kust kent minder bochten dan de klim, maar alsnog is het behoorlijk bochtig en daardoor ook vrij technisch. De weg is wel redelijk breed en het wegdek is ook in orde. Het gevaar zit vooral in het begin van de afdaling, daar is het continu draaien en keren met een aantal bochten die niet lopen zoals je zou verwachten. Een beetje parcourskennis is hier geen overbodige luxe, anders ben je voor je het weet een vangrail aan het omhelzen.

Na een aantal lastige bochten wordt het wel wat makkelijker en is er wat meer tijd om van de omgeving te genieten, die steeds mooier wordt. Door een groen gebergte met opvallende rotsformaties wordt er verder gedaald, terwijl de zee steeds beter in beeld komt. Richting het einde van de afdaling verschijnen er nog een paar haarspeldbochten, maar aangezien het niet meer zo steil naar beneden loopt en omdat de bochten goed in te schatten zijn, zou dit geen problemen mogen opleveren.

Na een afdaling van ongeveer 18 kilometer fietsen de renners dan door Mattinata, waar de weg alweer omhoog begint te lopen. Er gaat een aantal kilometer langs de kust gefietst worden, over een enorm bochtige weg. De omgeving is wonderschoon, het contrast met het begin van de rit kan bijna niet groter. Ondertussen moeten er wel wat korte klimmetjes bedwongen worden, zo gaat het direct na Mattinata drie kilometer omhoog aan ongeveer 5%. Vervolgens is het drie kilometer vlak, waarna het nog even een kilometer vals plat omhoog gaat.

Een korte afdaling met een aantal bochten volgt, maar de weg is breed en het gaat ook weer niet direct heel fors naar beneden, dus dat is allemaal te doen. Al snel begint het volgende klimmetje, het gaat nog even twee kilometer omhoog aan 5%. Op de top van dit heuveltje zijn de renners dicht in de buurt van Baia delle Zagara, waar de klifkust bijzonder fraai is en waar ook nog wat opvallende krijtrotsen in het water staan.

Mooie rotsen bij de Baia delle Zagara (Foto: Panoramio)
Mooie rotsen bij de Baia delle Zagara (Foto: Panoramio)

Een korte afdaling zonder veel moeilijkheden volgt en al snel begint de tweede gecategoriseerde klim van de dag. De Coppa Santa Tecla is 8 kilometer lang, 4% gemiddeld en behoorlijk onregelmatig. In het begin gaat het nog serieus omhoog, met zelfs een kilometer aan 7%, maar na drie serieuze kilometers vlakt het af en wordt het nooit meer heel steil. Na 143 kilometer, op 45 kilometer van de streep, komt iedereen boven en volgt er weer een afdaling.

Deze afdaling is zes kilometer lang en brengt de renners door een dichtbegroeid bos. Dit stuk in dalende lijn is niet zo lastig, vooral vanwege het geringe aantal bochten. Eenmaal beneden bij de kust is het tien kilometer zo goed als vlak als de renners richting Vieste fietsen. Onderweg komen ze weer meerdere keren de krijtkust tegen, waar soms de mooiste creaties van moeder natuur te bewonderen zijn. Het is nu dan wel tijdelijk vlak, maar het blijft enorm bochtig.

Het prachtige schiereiland Gargano staat niet bepaald bekend om haar rechte wegen. Na een recordaantal bochten rijdt men dan na 160 kilometer door het pittoreske Vieste, waar tevens de tweede tussensprint van de dag is. Na deze tweede tussensprint blijft men nog een tijd langs de kust rijden, waar het wel vlak is, maar ook nog steeds enorm bochtig. Je zou er bijna duizelig van worden.

Het oude centrum van Vieste (Foto: WikiCommons)
Het oude centrum van Vieste (Foto: WikiCommons)

Het blijft vlak tot op 13 kilometer van de streep. Dan krijgen de renners nog te maken met een ongecategoriseerde klim. Dit is een klim in twee schuifjes. Eerst gaat het twee kilometer aan 6% omhoog, waarna een korte afdaling van een kilometer volgt. Dit korte afdalinkje heeft geen lastige bochten, alleen is het wegdek nog slechter dan Twan Castelijns.

Na dit korte intermezzo gaat het vervolgens weer twee kilometer omhoog, eerst een kilometer aan 6%, voor het richting de top wat verder afvlakt richting 4%. Op zes kilometer van de streep wordt die top bereikt. Een relatief vlakke kilometer volgt nu, voor de echte afdaling van twee kilometer begint.

De renners komen op een slecht weggetje terecht, dat wel vrij breed is. Dit weggetje heeft een tweetal haarspeldbochten, maar die lijken goed te nemen. Op drie kilometer van de streep bereikt het peloton dan een rotonde, waar ze rechtsaf slaan. Vervolgens is het ongeveer anderhalve kilometer lang vlak, maar wel weer bochtig. Als je het van boven bekijkt is het net alsof we aan de reuzenslalom gaan beginnen.

Op 1,5 kilometer van de streep, aan de rand van Peschici, begint de weg al voorzichtig omhoog te lopen. Het begint met een paar hectometer aan 3%, maar eenmaal in de straten van Peschici loopt het al snel omhoog aan 6%. Net na het passeren van de boog van de laatste kilometer is er een bocht van 180 graden naar rechts, waar positionering essentieel is. Vlak voor de bocht loopt het niet heel steil omhoog, maar net na de bocht is er even een steil stukje.

Even verderop vlakt het weer wat af, terwijl de renners langs wat huisjes gebouwd in de rotsen fietsen. Deze slotkilometer is overigens weer behoorlijk hilarisch, want op 500 meter van de streep volgt er weer een fantastische bocht van 180 graden, ditmaal naar links. Het is ondertussen min of meer vals plat, hooguit 3%, en heel steil zal het ook niet meer worden tot op 200 meter van de streep.

Voor die tijd is er kort na de tweede bocht van 180 graden een scherpe bocht naar rechts, snel opgevolgd door een tweede bocht naar rechts en meteen weer een bocht naar links. Meteen na de laatste bocht van de dag begint de weg ineens ridicuul steil omhoog te lopen. Tot de finish gaat het nu zo goed als rechtdoor, maar wel aan percentages boven de 10%. 12% zelfs, volgens de organisatie. Een explosief einde van deze rit. Het had zelfs nog explosiever kunnen zijn, want na de finishlijn gaat de klim nog een tijdje behoorlijk steil door.

Het profiel van de slotkilometers van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
Het profiel van de slotkilometers van vandaag (Bron: Giro d'Italia)


De slotkilometers van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
De slotkilometers van vandaag (Bron: Giro d'Italia)

De finishplaats
Peschici is een klein dorpje met 4000 inwoners, gebouwd op de rand van een klif. Het is een stadje dat daardoor vooral bij toeristen populair is, omdat het er nogal aantrekkelijk uitziet. Het dorp beschikt ook nog eens over een strand, waardoor het al helemaal een ideale bestemming is voor veel toeristen.

In Peschici vindt je verschillende smalle straatjes war de huisjes kort op elkaar gebouwd zijn. Je vindt ook een aantal huizen die half in de rotsen gebouwd zijn, terwijl bovenop die rotsen ook huizen staan. Een vrij fascinerend beeld. Ook heeft het dorp nog een aardige kerk en een klein kasteeltje. Verder zijn er natuurlijk ook genoeg restaurantjes en hotels te vinden, voor al die toeristen.

Het dorp is pas vrij laat ontdekt door de Giro, maar sinds de ontdekking komt het met enige regelmaat terug. Men was hier voor het eerst in 2000, toen ging de overwinning naar de Killer van Spoltore, Danilo Di Luca. Hij zou later nog 500 keer betrapt worden en dat is een terugkerend fenomeen in Peschici.

De volgende winnaar, in het jaar 2005, was namelijk Franco Pellizzotti, de Dolfijn van Bibione. Een van de weinige renners die de dubieuze eer heeft gehad om via het bloedpaspoort tegen een schorsing aan te lopen. Die rit in 2005 was overigens een prooi voor de vluchters. Theo Eltink, waarvan we toen nog dachten dat het een geweldige ronderenner zou worden, werd toen vijfde.

Drie jaar later kregen we helemaal een mooie winnaar. Matteo Priamo versloeg in de straten van Peschici tot mijn groot ongenoegen de Baskische god Alan Perez in de sprint. Later bleek wel waarom Priamo zo sterk was in de sprint. De Giro van 2008 was toch vooral de Giro van Emanuele Sella, zijn ploeggenoot. Sella reed iedereen in de bergen helemaal de vernieling in en won drie ritten.

Niet lang daarna werd hij betrapt op doping en Priamo werd aangewezen als degene die Sella de doping zou hebben bezorgd, dit leverde Matteo een schorsing van vier jaar op. Ik denk dat Matteo tijdens de Giro van 2008 zelf ook een deel van de voorraad naar binnen heeft gegooid. Enfin, de conclusie mag zijn dat winnen in Peschici niet goed voor je carrière is. Vroeg of laat loop je dan tegen de dopinglamp, op wat voor manier dan ook.

Peschici, een prachtig dorpje (Foto: Panoramio)
Peschici, een prachtig dorpje (Foto: Panoramio)

TV & het weer
De rit richting het beruchte Peschici, waar je dus eigenlijk niet wil winnen, begint om 12:25. Na een rondje door de haven van Molfetta is dan tien minuten later het echte vertrek. De finish in Peschici wordt verwacht tussen 16:58 en 17:26. Als je de eerste 90 kilometer wil overslaan omdat er toch niets te zien valt raad ik je aan om ergens rond 14:30 in te schakelen, dan zouden we in de buurt van Manfredonia en daarmee ook de eerste klim van de dag moeten zitten. Vanaf dat moment is het verstandig om te kijken, zelfs als de koers tegenvalt. De natuur gaat hoe dan ook niet tegenvallen. Helaas zijn we nog steeds afhankelijk van Eurosport, dat er om 13:15 weer bij is. Genieten.

In Peschici zal het 's middags 22 graden zijn, met weinig wind en geen kans op neerslag. In de buurt van de startplaats zal het ook niet hard waaien, dus ondanks het vlakke begin door open terrein hoeven we nergens rekening mee te houden. Dat deel van de rit kan echt schriftelijk worden afgedaan.

Favorieten & voorspelling
De laatste twee keer dat we in Peschici aankwamen ging de overwinning naar een vluchter. Dat scenario verwacht ik nu ook. Daar zijn een aantal redenen voor te bedenken. De eerste is dat de volgende rit een aankomst bergop is, waar alle klassementsrenners zich voor zullen willen sparen. De tweede reden is dat deze rit enorm lastige te controleren zal zijn, door al die bochten en het feit dat het steeds op en af gaat.

De derde reden is dat dit veel te lastig is voor de sprinters, die totaal geen poging gaan wagen en de vierde reden is dat we een ernstig gebrek aan puncheurs hebben in het peloton. Er zijn maar weinig renners die op een aankomst als deze zegezeker zijn. Daarom gaat hier een kopgroep lopen, die naar alle waarschijnlijkheid ook vrij omvangrijk zal zijn, aangezien iedereen wel snapt dat dit een rit voor de vluchters is.

Dan is het vervolgens nattevingerwerk om tot vijf namen te komen. Eén ding is wel zeker: Een Italiaan gaat winnen, die vervolgens tegen de lamp loopt. In het peloton zien we dan wel weer dezelfde namen vooraan als tijdens rit 6. Woods, Yates, Thomas, dat soort jongens.

1. Villella. Het schijnt vandaag exact twee jaar geleden te zijn dat Cannondale nog een rit won in een koers op World Tour-niveau. Zo'n mooi jubileum kan je natuurlijk niet ongemerkt voorbij laten gaan. Het kan dan natuurlijk bijna niet anders dan dat Cannondale gaat winnen. Dat moet dan vervolgens wel met een Italiaan gebeuren, want Peschici is voor de Italianen. Het is vervelend voor Villella dat zijn carrière dan meteen voorbij is, maar ach, het talent kwam er sowieso niet meer uit. Zou trouwens de eerste Italiaanse overwinning van deze Giro zijn, Italiaantjes zijn nog niet echt op dreef.

2. Fraile. Mensjes van Dimension Data gaan best vaak in de aanval, alleen de laatste dagen zijn ze een beetje rustig. Voor Fraile is dit wel een aardige rit, zeker omdat hij onderweg nog wat punten voor de bergtrui mee kan pakken. Is op zo'n aankomst ook nog eens behoorlijk sterk. Hij is alleen geen Italiaan en ik hoop ook niet dat hij betrapt wordt, dus met een tweede plaats neem ik nu ook genoegen.

3. Stuyven. Heeft al aangekondigd weer in de aanval te gaan en aangezien daar deze Giro nog niet bij veel renners animo voor is zou het hem zomaar weer kunnen lukken. Winnen lukt dan natuurlijk niet, daar is deze aankomst te zwaar voor.

4. Mohoric. Probeerde in rit 6 al in de aanval te gaan, maar dat lukte net niet helemaal. Daarom gaat hij nu ongetwijfeld weer een nieuwe poging wagen. Misschien met wat meer succes.

5. Busato. Er gaat sowieso iemand van Wilier in de aanval en dan kan je eigenlijk maar het beste Busato meesturen. Probeerde het net als Mohoric in rit 6 al, maar ook hij kan nu meer geluk hebben. Hij kan op zulke aankomsten nog wel aardig presteren in een kleiner groepje. Niet aardig genoeg, want anders had hij niet voor Wilier gereden.

Overigens vind ik Eurosport werkelijk een plaag, dat blaag.