Giro: Etappe 5 - Opvolger van Blijlevens gezocht

De eerste bergrit van deze Ronde van Italië heeft ons niet veel wijzer gemaakt. Zo'n lastige rit in het begin van een grote ronde is altijd een beetje een gok. Het kan spektakel opleveren, maar het kan de renners ook afschrikken. Dat tweede gebeurde nu, mede ook door het feit dat het nogal hard waaide op de Etna.

Grote aanvallen van de klassementsrenners zaten er dus niet in. Een paar jongens, waaronder Nibali, deden voorzichtig een poging, maar het leek allemaal nergens op. Alleen Zakarin kwam met een redelijk geslaagde aanval, die hem uiteindelijk bijna niets opleverde. Het was een beeld dat je niet vaak ziet op zo'n lastige klim, een peloton dat in groep naar boven rijdt en op een gegeven moment zelfs een soort van waaiertje bergop.

Omdat geen enkele ploeg zich volledig op kop durfde te zetten hielden de koplopers nog lang een behoorlijk grote voorsprong. Al snel werd het één koploper, want niemand bleek opgewassen tegen Jan Polanc, die ook richting het eind van de klim knap stand wist te houden en zo voor de tweede keer een bergrit wist te winnen in de Giro.

Na de Etna, die uiteindelijk toch een muis baarde, gaan we nu door met de tweede rit op Sicilië. Een rit die een stuk makkelijker zal zijn. Kort en relatief vlak, zeker het tweede deel van de rit. De kans op een nieuwe massasprint is dus vrij groot. We gaan naar Messina, de stad van Vincenzo Nibali. Ondanks een kort aanvalletje op de Etna deed Lo Squalo uiteindelijk weinig moeite om in het roze door zijn stad te kunnen fietsen.

De route van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
De route van vandaag (Bron: Giro d'Italia)

Het profiel van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
Het profiel van vandaag (Bron: Giro d'Italia)

De startplaats
De rit start aan de voet van de zuidkant van de Etna, in het stadje Pedara. Dit stadje van 14.000 inwoners is de buurman van Nicolosi, waar in rit 4 de slotklim richting de Etna begon. Pedara debuteert in de Giro, maar het zal geen debuut worden dat iedereen lang zal onthouden. In Pedara is niets te doen, het is een stadje van niks. Er staat een aardig kerkje en er is uiteraard nog de Etna in de achtergrond, maar dan heb je het wel zo'n beetje gehad. Je hebt nog wel wat heuveltjes rond de stad, met ook een paar parkjes. Dat levert wel een mooi vergezicht over de stad en de Etna op.

Het grootste deel van Pedara is relatief nieuw, omdat veel mensen uit deze regio recentelijk hebben besloten naar Pedara te gaan. De bevolking is daardoor in de laatste 30 jaar verviervoudigd. Geen idee waarom, het is niet zo alsof je hier ineens veilig zit als de Etna echt een keer besluit om grandioos uit te barsten. Wat de reden ook is, de koers gaat hier in ieder geval van start in het centrumpje. Daarna wordt er richting het zuiden gefietst, wat eigenlijk nogal om is. We moeten naar het noordoosten, maar maken eerst nog een extra rondje richting Catania.

Pedara met de rokende Etna op de achtergrond (Foto: Panoramio)
Pedara met de rokende Etna op de achtergrond (Foto: Panoramio)

De route
De rit begint met een afdaling. Pedara ligt op een hoogte van 600 meter, maar er wordt gefietst richting de kust. Logischerwijs gaat het dus naar beneden. In de eerste kilometers fietst men langs Torre del Grifo, het in 2011 in gebruik genomen multifunctionele sportcomplex van het door wanbeleid en omkoopschandalen ver weggezakte Catania Calcio. Dit overigens geheel terzijde. Er wordt verder gefietst door de metropool van Catania. Verschillende dorpjes passeren de revue.

Ondertussen gaat het dus een aantal kilometer licht naar beneden, maar veel lastige passages zijn er niet. Na iets meer dan 10 kilometer begint het alweer ligt omhoog te lopen. Het zuidelijkste punt van deze rit is bereikt en we gaan naar het noorden fietsen, weer in de richting van de Etna. Voorbij Viagrande, na een kleine 20 kilometer, loopt de weg ongeveer drie kilometer omhoog aan 5%. Een korte opwarmer, want er gaat nog meer klimwerk komen. We laten ondertussen ook de metropool achter ons en komen wat meer in de natuur terecht.

Na het eerste klimmetje is het een aantal kilometer relatief vlak, tot Zaffarana Etnea. Vrij snel na de passage in dit dorp begint de enige gecategoriseerde klim van de dag, de Andronico-Sant'Alfio. Een klim van de vierde categorie, ongeveer zes kilometer aan 5%. Best een aardig klimmetje, al worden de renners nog wel gematst, want er liggen hier nog wel wat zwaardere beklimmingen in de buurt. Na 38 kilometer komen de renners boven op de Via Andronico, net buiten Sant'Alfio.

Ook hier is de omgeving weer mooi (Foto: Panoramio)
Ook hier is de omgeving weer mooi (Foto: Panoramio)

Na de klim is het een drie kilometer vlak, maar daarna begint een bochtige en vrij technische afdaling. Na het dorpje Vena, aan het begin van de afdaling, wordt de weg ook wat smaller en de afdaling daarmee nog net even een tikkeltje lastiger. Even verderop is er ook nog een passage door een ander dorpje waar het helemaal smal wordt. Het gaat in totaal bijna zeven kilometer naar beneden, aan ongeveer 6%.

Eenmaal beneden, bij Piedimonte Etneo, begint de weg direct weer omhoog te lopen. De renners krijgen tien kilometer vals plat voor de kiezen, op weg naar Castiglione di Sicilia. Dit is best een mooi dorpje, gelegen op een heuvel, maar de klim richting dit dorp stelt niet veel voor. Meer dan 3% gemiddeld is het niet, wel zitten er een paar steilere stroken bij.

De weg richting Castiglione is ook mooi, er is een mooi uitzicht over de heuvelachtige omgeving. Na ongeveer 70 kilometer komen de renners hier boven. Een lange afdaling richting de kust gaat beginnen. Het eerste deel van deze afdaling, richting Francavilla di Sicilia, is nog vrij lastig omdat de weg redelijk smal is en omdat het ook nog fors naar beneden gaat. Na vijf kilometer dalen komen de renners dan in Francavilla op een bredere weg terecht en is het gedaan met de moeilijkheden.

Castiglione di Sicilia, het bekijken waard (Foto: Panoramio)
Castiglione di Sicilia, het bekijken waard (Foto: Panoramio)

Na Francavilla gaat het nog acht kilometer lichtjes naar beneden, over een brede weg. Wel wat bochtenwerk, maar niets bijzonders. De renners fietsen langs de rivier Alcantara langs de Gole dell'Alcantara, een kloof die is ontstaan als gevolg van een uitbarsting van de Etna. Een populaire bestemming in dit deel van Sicilië, in de zomer komt iedereen hier naartoe om te zwemmen. Aan het eind van de afdaling gaat het bij Gaggi nog een kilometer vals plat omhoog, maar daarna is het voorlopig even vlak.

Bij Giardini Naxos, na 90 kilometer koers, bereiken de renners de kust en gaan ze op weg naar de eerste tussensprint van de dag. Deze tussensprint ligt op de top van een klimmetje, bij het idyllische kustdorpje Taormina. Bij het binnenrijden van dit dorp slaan de renners linksaf en beginnen ze op een extreem kronkelige weg aan een klim van drie kilometer aan 5% gemiddeld. Langs steile rotswanden, luxueuze villa's en oude gebouwen zigzaggen de renners zich een weg naar boven, naar het centrum van Taormina. Ondertussen hebben ze een paar keer een grandioos uitzicht over het strand en de zee.

Na 98 kilometer, op 60 kilometer van de streep, komen de renners boven en gaat er gesprint worden voor wat puntjes. Niet voor het bergklassement, wat hier meer op z'n plaats was geweest, maar de Italiaantjes doen wel vaker gekke dingen. Boven in Taormina hebben we ook meteen het laatste echte klimwerk van de dag gehad, vanaf nu zal het vlak zijn tot Messina. In Taormina zijn de Griekjes en de Romeintjes ook nog geweest en die hebben hier wat bouwwerken achtergelaten, zoals een theater.

Het profiel van het klimmetje naar Taormina (Bron: Giro d'Italia)
Het profiel van het klimmetje naar Taormina (Bron: Giro d'Italia)

Een Romeins theater, midden in Taormina (Foto: WikiCommons/Giovanni Dall'Orto)
Een Romeins theater, midden in Taormina (Foto: WikiCommons/Giovanni Dall'Orto)

Voorbij de tussensprint gaat het bijna direct weer naar beneden. De klim was drie kilometer lang en ook de afdaling heeft die lengte. De afdaling is ook bijna net zo bochtig als de klim, maar omdat hier dagelijks busjes vol toeristen naar boven moeten rijden hebben ze gelukkig wel besloten om brede wegen aan te leggen. Daardoor zou deze afdaling probleemloos te nemen moeten zijn. Eenmaal beneden zijn de renners weer bij de kust en daar blijven ze ook.

Het gaat nu in één rechte lijn door tot Messina, zonder veel obstakels. De weg langs de kust is wel een tikkeltje bochtig, maar vooral heel vlak. Af en toe passeren de renners nog een rivier die op het punt staat uit te monden in de zee, waardoor ze nog even over een brug moeten, maar dat is het dan wel qua hoogteverschil. Met geregeld een mooi uitzicht over de zee aan de rechterkant en een heuvelachtig landschap aan de linkerkant is het hier prettig toeven.

Na 118 kilometer komen de renners door Roccalumera, waar de tweede tussensprint van de dag is. Voorbij de tussensprint is het nog 40 kilometer tot de streep. In die 40 kilometer blijft het scenario tot Messina steeds hetzelfde. Bochtige, grotendeels vlakke wegen langs de kust. Af en toe een passage door een dorpje, maar vooral toch genieten van de natuur.

Op 11 kilometer van de streep rijden de renners Messina binnen, waar we voor het eerst worden geconfronteerd met een typisch Italiaanse specialiteit: een lokaal circuit. De renners rijden alvast voor de eerste keer richting de streep, om daarna nog een rondje te rijden. Het circuit in Messina is behoorlijk bochtig, dus dit kan wel weer een lollige finale worden.

Het profiel van het lokale rondje (Bron: Giro d'Italia)
Het profiel van het lokale rondje (Bron: Giro d'Italia)


De slotkilometers van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
De slotkilometers van vandaag (Bron: Giro d'Italia)

Op iets minder dan zes kilometer van de streep, na de eerste passage aan de meet, volgt er een behoorlijke versmalling en vrij snel daarna twee bochtjes kort achter elkaar. Op vijf kilometer van de streep is er dan weer een bocht, een scherpe naar rechts dit keer. De weg is hier ook weer iets smaller. Even verderop ligt de volgende scherpe bocht naar rechts, maar daarna wordt de weg wel weer breder. De renners rijden nu ook weer op bekend grondgebied, want op de weg waar ze nu zitten reden ze eerder ook al.

Tot de finish zou het nu voor de oplettende renner bekend moeten zijn. Op vier kilometer van de streep is er een flinke bocht naar links, maar de weg is hier wel breed genoeg voor een heel peloton. Even verderop is er een bocht naar rechts, die ook wel makkelijk is en daarna gaat het gelukkig even een tijd rechtdoor. Op iets minder dan drie kilometer van het eind is er een flauw bochtje naar links en dan gaat het rechtdoor tot op anderhalve kilometer van de streep. Dit stuk loopt een beetje vals plat omhoog.

Op anderhalve kilometer van de streep maken de renners een bocht van 180 graden, een beetje een bocht als op de Champs-Élysées. Daarna komen de renners niets meer tegen. In licht dalende lijn gaat het volledig rechtdoor tot de finish, op de brede Via Garibaldi.

Messina, de finishplaats van vandaag (Foto: Panoramio)
Messina, de finishplaats van vandaag (Foto: Panoramio)

De finishplaats
Messina is een havenstad met 237.000 inwoners. Vanwege de haven is Messina altijd een belangrijke stad geweest en hebben door de jaren heen meerdere volkeren hun verblijf hier gehad. De Grieken, onder meer. Tegenwoordig is Messina nog steeds belangrijk, vooral omdat de afstand met het Italiaanse vasteland hier niet zo groot is. Op een bepaald punt is de afstand zelfs maar vier kilometer. Er varen dus dagelijks vele veerboten de haven van Messina binnen.

De stad heeft overigens ook wel eens wat mindere tijden meegemaakt. In 1908 bijvoorbeeld, toen een aardbeving voor een tsunami zorgde, de stad verwoestte en tegelijkertijd ook aan 70.000 mensen het leven kostte. Toen de stad opnieuw werd opgebouwd koos men voor een rechtlijnige aanpak. Daarom lijkt Messina van boven nogal op een blokkendoos. Toch zijn er ook nog wel wat mooie gebouwen bewaard gebleven, zo beschikt Messina nog steeds over een mooie kathedraal en nog een aantal fraaie kerken. Ook staat in de haven nog een aardig standbeeldje van Maria.

Buiten dat alles is Messina toch vooral de stad van Vincenzo Nibali. De haai van de straat van Messina werd hier geboren en rijdt dus een thuiswedstrijd. In het verleden is de Giro best vaak in deze stad geweest, maar de laatste jaren lijkt men de kustplaats uit het oog verloren te zijn. Voor het laatst kwam hier een rit aan in 1999, toen niemand minder dan Jeroen Blijlevens won.

In 2011 was het dan wel weer de startplaats van de rit naar de Etna, maar verder moet je toch diep in de archieven gaan zoeken naar ritten in Messina. In 1993 won Francesco Bontempi en in 1976 kwam hier een rit aan die door Francesco Moser gewonnen werd. Ook de Belg Albert Van Vlierberghe en de Zwitser Urs Freuler wisten ooit te winnen in Messina. Er staan toch vooral veel sprinters op de erelijst, de verwachting is dat die lijst ook nu aangevuld zal worden met een sprinter.

Blijlevens sprint naar de zege in Messina tijdens de derde etappe van de Giro in 1999, doorspoelen naar 10:00 minuten (Bron: YouTube)

TV & het weer
Deze rit begint om 13:15. Er is een korte neutralisatie van vijf minuten, daarna begint de koers echt. De finish in Messina wordt verwacht tussen 17:01 en 17:25. Eurosport schijnt er rond 14:00 bij te zijn. Dan kunnen we weer urenlang genieten van al die fantastische reclames, die hinderlijk onderbroken worden door de koers. Ik ben benieuwd of de zender zichzelf kan overtreffen, door nóg meer reclames uit te zenden dan tijdens rit 5.

Ik begin met de dag Sporza meer te missen. Wat Eurosport doet is een minachting van de kijker, maar ook vooral een minachting van de sport. Helaas zitten we er tot 2020 aan vast en tegen die tijd hebben ze vast ook alle rechten van de koers van de ASO gekocht, dus dan wordt het helemaal tijd om wat anders te gaan doen.

In Messina zal het overigens goed weer zijn, ongeveer 22 graden, weinig kans op regen, maar wel een aardig briesje.

Favorieten & voorspelling
Dit moet normaliter gewoon een massasprintje worden, aangezien vooral de finale van deze rit makkelijk te controleren zou moeten zijn. Er zijn ook nog een aantal rappe jongens zonder overwinning, die vast nog wel een poging willen wagen. Het begin van de rit is wel weer wat meer in het voordeel van de vluchters, maar uiteindelijk is er tijd genoeg voor het peloton om het weer bij elkaar te brengen. Sprintje dus.

1. Gaviria. Sterk in de waaierrit richting Cagliari en ook in de rit naar de Etna reed hij sterk, hoewel het dan wel weer jammer was dat hij een bocht oversloeg en daarmee een valpartij veroorzaakte. Enfin, van de sprinters is hij een van de betere, zeker als hij een keer goed weet te timen.

2. Ewan. De kleine knul heeft nog weinig geluk deze Giro. Mag van mij wel zo blijven, want ik vind het niks. Nog steeds hopen dat hij een keer van de fiets kukelt, zodat hij gewoon normaal gaat sprinten.

3. Greipel. Als ik Greipel op drie zet wint hij, dus dan weten jullie dat vast.

4. Modolo. Valt me eigenlijk nog wat tegen. Voor de Giro was hij bijzonder sterk, maar in de eerste rit werd hij slechts vijfde, tijdens de tweede rit had hij krampen en in rit 3 mistte hij de slag bij de waaiers. Staat dus op dit moment een eindje achter de jongens hierboven, maar een vierde plaats moet dan wel weer moeilijk zijn.

5. Nizzolo. Weinig gekoerst voor de Giro door een blessure en schijnt nu weer wat fysieke ongemakken te hebben, maar ondanks dat is hij tot nu toe in de korte, vlakke ritten wel steeds vooraan te vinden. Al een keer derde en een keer vierde, valt gezien zijn gebrek aan koersritme niet tegen. Zodra het omhoog gaat hangt hij voor de bezemwagen, maar het gaat tijdens de laatste kilometers van deze rit niet meer omhoog dus dan heeft hij nog genoeg tijd om weer aan te sluiten.