Minimumloon voor jonge mbo'ers gaat niet omhoog

Om voldoende leerwerkplekken in bedrijven te garanderen voor jongeren die een beroepsgerichte mbo-opleiding volgen, wil minister van Onderwijs Jet Bussemaker (PvdA) de kosten voor die bedrijven zo laag mogelijk houden. Dat betekent dat jonge mbo'ers de verhoging van het minimumloon, waar de PvdA toch echt voorstander van zegt te zijn, op hun buik kunnen schrijven.

In haar laatste weken als minister in het kabinet Rutte-II jaagt de PvdA-bewindsvrouw er nog even wat plannen rondom het beroepsonderwijs doorheen. Werd eerder al bekend dat het in de toekomst misschien helemaal niet nodig is om een vmbo-diploma te halen alvorens door te stromen naar het mbo, vandaag kwam de minister met nog meer plannen rondom het middelbaar beroepsonderwijs, als reactie op een rapport van de Sociaal Economische Raad.

De vaste tijdsduur voor mbo-opleidingen moet worden losgelaten, waardoor het bijvoorbeeld voor havo-leerlingen sneller kan gaan om het mbo af te ronden. Doordat de weg naar een diploma korter dan drie jaar wordt, moet het voor havisten aantrekkelijker worden om een vak te leren aan het mbo dan om een hbo-opleiding te kiezen.

Verder moet het aantal leerlingen dat een beroepsbeleidende leerweg (bbl) volgt (combinatie van leren en werken), weer gaan stijgen. In de afgelopen jaren is het aantal bbl'ers bijna gehalveerd, doordat er te weinig leerwerkplekken beschikbaar zijn. Scholen moeten afspraken met bedrijven in de regio om dat aantal weer te laten stijgen, en daarnaast oppert Bussemaker dus de opmerkelijke maatregel om de verhoging van het wettelijke minimumjeugdloon, vanaf 1 juli dit jaar, voor mbo'ers niet door te laten gaan.

Bussemaker: teveel dyslexieverklaringen (Foto: ANP)
Bussemaker: leerwerkplekken voor mbo'ers moeten goedkoper (Foto: ANP)