FOK! Kiest: de VVD van Mark Rutte

Met minder dan drie maanden te gaan tot de Tweede Kamerverkiezingen probeert FOK! een overzicht te geven van wat er te kiezen valt. In de rubriek FOK! Kiest nemen we iedere week een grote en een kleinere partij onder de loep. In de elfde aflevering: de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie.

Ooit begonnen als afsplitsing van de PvdA, de nodige keren coalitiepartner van het CDA en haar voorgangers, deel van de succesvolle paarse kabinetten, en nu is Mark Rutte de eerste liberale premier sinds Cort van der Linden (in 1913). Mag hij op voor zijn derde kabinet, en hoe liberaal is de VVD eigenlijk nog?

De geschiedenis
De VVD werd opgericht in 1948 toen een aantal ontevreden liberalen de PvdA de rug toekeerden. Onder leiding van Pieter Jacobus Oud werd de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie opgericht, die bij de verkiezingen van 1948 prompt 8 zetels (van de 100) behaalde. De term ‘liberaal’ werd overigens bewust vermeden in de partijnaam, omdat het liberalisme te veel negatieve associaties opriep met betrekking tot de economische crisis en de werkloosheid van de jaren ’30.

Onder leiding van Oud en later Edzo Toxopeus bleef de VVD een relatief stabiele factor in de politiek, met telkens rond de 16 zetels nam ze deel aan een aantal kabinetten. Omdat ze als liberalen enigszins wars waren van een uitgebreide partijstructuur, en ze daarnaast ook niet konden bogen op een grote betalende achterban, zoals de andere partijen die in het toenmalige verzuilde politieke landschap wel hadden, bleef de partij altijd krap bij kas zitten. De VVD heeft altijd tegen subsidie voor politieke partijen gestemd, maar sinds dat het bestaat maken ze er wel gebruik van.

Begin jaren ’70 werd Hans Wiegel (u weet wel, de beste premier die Nederland nooit heeft gehad) politiek leider, en dankzij de ontzuiling groeide de partij behoorlijk. Door een coalitie te sluiten met het CDA ontstond het kabinet Van Agt-I en werd de PvdA van Joop den Uyl buitenspel gezet. Na dit kabinet verloor de VVD iets, trad Wiegel af en kwam de partij onder Ed Nijpels weer in de oppositiebankjes. Een ander opmerkelijk moment in de geschiedenis van de partij vond plaats tijdens het kabinet Lubbers-II (CDA+VVD), toen fractievoorzitter Joris Voorhoeve het kabinetsplan rondom het reiskostenforfait torpedeerde en Lubbers zijn ontslag moest indienen. De VVD betaalde de electorale prijs voor deze breuk.

De volgende winstperiode voor de VVD kwam in de jaren ’90, onder aanvoering van Frits Bolkestein. Met 31 zetels wist hij een coalitie te smeden met politieke tegenpool Wim Kok, met name door de onderhandelingsvaardigheden van D66-icoon Hans van Mierlo: Paars was geboren. De inbreng van Gerrit Zalm als minister van Financiën wordt nog steeds geroemd, mede vanwege de Zalm-norm: financiële meevallers worden niet als cadeautje uitgekeerd aan de burger, maar gebruikt voor het verlagen van de staatsschuld. Toch kan moeilijk worden ontkend dat deze succesvolle kabinetten het economische tij wel erg mee hadden.

De VVD heeft een wat lossere partijstructuur dan veel andere partijen, waardoor situaties als de stunt van Voorhoeve, de Nacht van Wiegel en ook de ruzie tussen Zalm (minister in Balkenende-I) en Jozias van Aartsen (fractievoorzitter) konden ontstaan. De partijtop besloot de touwtjes wat strakker te trekken, met als gevolg dat de mondige Ayaan Hirsi Ali, Geert Wilders en later ook IJzeren Rita Verdonk de partij de rug toekeerden.

Mark Rutte werd de eerste gekozen lijsttrekker voor de partij, ten koste van Verdonk. En met succes: de VVD werd voor het eerst in haar bestaan de grootste partij en kreeg het initiatief tot (in)formatie. Het leidde tot het eerste minderheidskabinet in jaren, dat vrij snel stukliep omdat gedoogpartner Geert Wilders de begrotingsonderhandelingen stopte. Bij de erop volgende verkiezingen waren de PvdA en de VVD duidelijk tot elkaar veroordeeld, wat leidde tot een mini-paars kabinet dat als eerste kabinet in 20 jaar de rit uit lijkt te zitten, en ons land relatief succesvol door de crisis loodste.

De standpunten
In de stationshal van Den Haag Centraal presenteerde de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie op 7 oktober haar verkiezingsprogramma. In een document van 101 pagina's komen alle onderwerpen van het politieke spectrum aan bod. In een notendop: veel aandacht voor de klassieke VVD-speerpunten lage lasten voor ondernemers en burgers, en ook voor de Nederlandse 'normen en waarden'.

In het verkiezingsprogramma, getiteld 'Zeker Nederland', gooit de VVD de concessies die het heeft moeten doen bij de samenwerking met de sociaaldemocraten van zich af. Het maakt een einde aan de Wet Werk en Zekerheid van Lodewijk Asscher, die de drempel naar vaste contracten had moeten verlagen maar dat absoluut niet doet. Voor kleine werkgevers moet de doorbetaling bij ziekte worden teruggebracht van 2 naar 1 jaar, en duur en aantal tijdelijke aanstellingen moet weer omhoog. Verder worden loon- en vennootschapsbelasting verlaagd en de precariobelasting (gemeentelijke belastingen op ondergrondse leidingen) afgeschaft.

Op het gebied van de zorg weinig baanbrekende plannen - het huidige stelsel (natuurlijk vooral van VVD-makelij) moet blijven, maar op details worden bijgestuurd. Het woord 'eigen risico' komt in het programma niet voor. Onder het kopje 'onderwijs' vinden we veel ideeën, maar weinig concrete plannen. Kern van het verhaal: goede docenten zijn belangrijk, hebben het liefst een master, het moet eenvoudiger worden om een nieuwe school te starten en scholen die het goed doen moeten op allerlei gebieden meer vrijheid krijgen. En tot slot: de basisschoolleerkracht geeft zijn of haar advies tegelijk met de score van de cito-toets, en de hoogste van de twee telt.

Uitgebreid wordt er stilgestaan bij de Nederlandse cultuur en het behoud daarvan. Vluchtelingen worden opgevangen in de regio, economische migranten zonder kans op een status worden sneller teruggestuurd en er worden meer eisen gesteld aan verplichte integratie. Nieuwe Nederlanders maken pas na 10 jaar kans op een paspoort en "moeten hun plek in Nederland bevechten". Ook komt er meer geld voor wijkagenten, en een agent kan ook niet meer als verdachte worden aangemerkt na gebruik van geweld.

De kandidaten
De kandidatenlijst van de VVD wordt logischerwijs aangevoerd door de minister-president: Mark Rutte. Hij wordt komende Valentijnsdag 50, dus hopelijk heeft de eeuwige vrijgezel dan toch een leuke dag. Rutte heeft geschiedenis gestudeerd in de tijd dat langstuderen nog de norm was, en was daarna onder meer voorzitter van de VVD-jongerenorganisatie JOVD en werkte vele jaren als personeelsfunctionaris bij Unilever. Voor hij in de Tweede Kamer kwam, was hij al staatssecretaris van Sociale Zaken in Balkenende-I en II. Rutte staat bekend als iemand die de lijntjes met zijn ministersploeg erg kort houdt. Hij is een aardig pianospeler, en geeft een dag in de week les op een vmbo-school.

Verder staat de lijst vol met bekende namen, maar valt op dat het grootste deel van de ministersploeg ontbreekt op de lijst: minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert staat als tweede op de lijst, maar Kamp, Schulz-van Haegen, Schippers en Blok ontbreken allemaal. Net als de pas opgestapte Ard van der Steur, overigens. Wel twee staatssecretarissen hoog op de lijst: de populaire Klaas Dijkhoff (asielzaken; tevens Slimste Mens van Nederland) staat op plek vijf en de staatssecretaris die persoonlijk het Voortgezet Onderwijs om zeep probeert te helpen staat op zes: Sander Dekker.

Huidig fractievoorzitter Halbe Zijlstra is net 48 geworden, en staat bekend als een goed debater. Hij komt uit de liberale school van Bolkestein. Als staatssecretaris van OCW voerde hij in het kabinet Rutte-I stevige bezuinigingen door op de cultuursector. Plek 4 op de lijst is ingeruimd voor een wat onbekender Kamerlid: Tamara van Ark. Zij is de woordvoerder voor emancipatie en gelijkheid, arbeid en zorg.

Een opvallende naam op de VVD-lijst is Dennis Wiersma, omdat hij een vakbondsverleden heeft. Hij was voorzitter van de Landelijke Studenten Vakbond en van FNV Jong. Als lijstduwer helemaal onderaan de lijst staat Olympisch Kampioen openwaterzwemmen Maarten van der Weijden.

Waarom zou je op de VVD stemmen?
Omdat het huidige kabinet, ondanks alle kritiek, bijzonder goed werk heeft verricht. De samenwerking met de linkse PvdA in stand houden is een prestatie van formaat van Mark Rutte, en uiteindelijk is en blijft Nederland een van de beste landen om in te wonen. Als je een beperkte rol voor de overheid ziet en een grote rol voor eigen verantwoordelijkheid, dan is er in het verkiezingsprogramma van de VVD genoeg voor je te vinden. Mark Rutte is daarnaast een van de weinige reële opties om premier van het volgende kabinet te worden.

Waarom zou je niet op de VVD stemmen?
Omdat je juist wel graag een grotere rol voor de overheid ziet, zoals op het gebied van de zorg waar de zogenaamde marktwerking niet brengt wat het zou moeten. Of omdat je vindt dat de wel het liberale woord verkondigt, maar vervolgens in beleid het tegenovergestelde doet. Beide zijn goede redenen om de VVD de rug toe te keren. Wat de partij ook niet helpt, is de personele ellende: het ministerie van Veiligheid en Justitie, echt een VVD-plan, heeft al vier partijkopstukken de kop gekost.

Verder discussiëren over de ideeën van de VVD kan op het FOK! Verkiezingenforum.

In de volgende aflevering: de rest.

Rutte ziet handelskansen voor Europa (Foto: ANP)
Mark Rutte hoopt natuurlijk op Rutte-III - maar met wie? (Foto: ANP)