Soloslim en de toekomst van de cross

Wie de afgelopen maanden op Sporza naar het veldrijden kijkt zal het niet ontgaan zijn dat commentatoren Michel Wuyts en Paul Herygers regelmatig over de 'soloslim' praten. Soloslim is een typisch Vlaams woord en komt voort uit het kaartspel. Letterlijk betekent het alle slagen halen en in de context van de cross is een soloslim een overwinning waar je het grootste deel van de cross solo op kop rijdt. Afgelopen zondag in de Druivencross in Overijse reed Mathieu van der Poel soloslim naar de overwinning, hij demarreerde op de eerste beklimming van de Tenotsberg, reed iedereen snel uit het wiel en is daarna niet meer van kop geweest tot de finish.

De soloslim lijkt in Vlaanderen in de mode te zijn of is er meer aan de hand? Natuurlijk haalden in het verleden de groten ook vaak een solo overwinning. Toch lijkt er dit jaar maar geen duel te ontstaan tussen de twee dominante figuren, Wout van Aert en Mathieu van der Poel. Dat komt omdat Van der Poel sinds zijn terugkeer regelmatig de explosievere en technische meer begaafde bleek terwijl Van Aert een aantal parcoursen tegenkwam die hem niet lagen. De wedstrijden die Van Aert won waren vaak op zijn maat (Francorchamps), Van der Poel had eens pech of maakte een foutje. Het is amper tot een showdown in de slotronde gekomen.

De koers is daarmee al maanden niet spannend. Vanuit de start wordt vol doorgetrokken en na één of twee rondjes ligt de wedstrijd in een definitieve plooi. Als Van der Poel of Van Aert een slechte dag heeft is geen enkele andere crosser in staat om voor een spannende wedstrijd te zorgen.

De organisatoren hebben het probleem dat de toeschouwersaantallen teruglopen. Daar zijn een paar oorzaken voor. Sven Nys is gestopt en dat scheelt nogal wat trouwe supporters. De crossen zijn niet spannend en de youngsters hebben nog niet de fanbase die Nys had. Van Aert en Van der Poel flirten bovendien met de weg. Van der Poel heeft al door laten schemeren dat hij na het WK 2018 een overstap naar de weg maakt en Van Aert stapt in januari over naar een andere ploeg waar meer ruimte is voor zijn wegprogramma. Dat maakt dat de fans niet van deze coureurs gaan houden zoals ze van Nys zijn gaan houden. De andere cyclocrossers zijn subtop en hebben veel minder aanhang.

Minder supporters betekent op termijn dat er veldritten verdwijnen en dat de startgelden omlaag gaan. Talenten stappen vervolgens sneller over naar de weg. Is de cross op weg naar een tweederangs bestaan in Vlaanderen? Dat is wel iets waar de crossliefhebbers en organisatoren zich zorgen om maken.

Voor het veldrijden kan een snelle overstap van Van der Poel en Van Aert ook een zegen betekenen. Het veld achter deze twee is aan elkaar gewaagd en dat betekent meer spannende wedstrijden met verschillende winnaars. Bovendien hebben de Vlamingen de kans supporter te worden van een Vlaamse winnaar. Van der Poel is een halve Vlaming maar blijft ook een Ollander en Van Aert is niet zo geliefd bij de fans.

De oudere Vlaamse coureurs zullen geen grote fanbase meer opbouwen maar een snelle doorbraak naar de top van Sweeck, Aerts, Vanthourenhout en beloftes Hermans en Iserbyt kan de redding van het veldrijden in Vlaanderen betekenen. Daarmee is het paradoxaal zo dat het voor de toekomst van de cross beter kan zijn dat de beste crossers snel naar de weg verkassen.