Dag van de mensenrechten

10 december is sinds 1950 de internationale dag van de mensenrechten. De dag werd ingesteld ter viering van het feit dat op 10 december 1948 de Universele verklaring van de rechten van de mens werd aangenomen door de Algemene vergadering van de Verenigde Naties.

Zodra de Verenigde Naties een commissie voor de mensenrechten hadden geïnstalleerd, begon die aan de taak die haar als de belangrijkste was opgedragen: de opstelling van een mensenrechtenverklaring met een universele strekking. Een kerngroep onder leiding van presidentsweduwe Eleanor Roosevelt maakte een ontwerp waarvan ze dachten dat het een hamerstuk zou zijn. Niets was minder waar, er werden in totaal 86 vergaderingen in 2 maanden aan gewijd.

Roosevelt wilde geen grote opsomming maar een minimumverklaring waarmee idereen het eens kon zijn. Vandaar ook dat een aantal gevoelige onderwerpen (zoals abortus, doodstraf, rechten van minderheden) eruit zijn weggelaten. Even voor middernacht op 10 december 1948 nam de Algemene Vergadering van de VN de verklaring aan. De stemverhouding was 48 voor, 0 tegen en 8 onthoudingen (Zuid-Afrika, Saudi-Arabië en zes landen in de invloedssfeer van de Sovjet-Unie).

Op 4 december 1950 verklaarde de Algemene Vergadering van de VN dat 10 december voortaan de Dag van de Mensenrechten zou zijn.