Geert Wilders schuldig aan aanzetten tot discriminatie

De rechtbank heeft Geert Wilders schuldig verklaard aan het aanzetten tot discriminatie. Het aanzetten tot haat is niet wettig en overtuigend bewezen. Deze vaststelling is volgens de rechter voldoende straf voor de PVV-leider.

De vorderingen van de 'slachtoffers' zijn verworpen en Wilders en de zogenaamde "benadeelde partijen" dragen hun eigen kosten. Volgens de rechtbank hebben ze geen rechtstreekse schade geleden aangezien Wilders hen niet persoonlijk of specifiek heeft aangesproken. De "benadeelde partijen" zijn dus niet ontvankelijk verklaard door de rechtbank.

Volgens de rechtbank heeft het OM Geert Wilders mogen vervolgen, de verdediging heeft altijd bepleit van niet. Ook verklaart de rechtbank dat 'ras' in het strafrecht een veel breder begrip is, dan in spraakgebruik en wetenschap. Juridisch gezien zijn Marokkanen dus een ras. Volgens de rechter moet hiervoor gekeken worden naar het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie (IVUR). Daarin wordt onder "rassendiscriminatie" verstaan elke vorm van onderscheid, uitsluiting, beperking of voorkeur op grond van 'ras', 'huidskleur', 'afkomst' of 'nationale of etnische afstamming'.

19 maart 2014
Wilders heeft tijdens zijn speech op 19 maart 2014 een groep landgenoten op een voor iedereen heldere en duidelijke wijze geïdentificeerd door te verwijzen naar hun gemeenschappelijke afkomst. Hij zou de nationaliteit gebruikt hebben als ethnische aanduiding. Daarmee verwijst de gebruikte term Marokkanen naar de in het IVUR opgenomen kenmerken 'afkomst', 'nationale afstamming' en 'etnische afstamming' en is dus sprake van 'ras' in de zin van de strafwet.

Tevens heeft Wilders op 19 maart 2014 zijn publiek op een opruiende en opzwepende manier toegesproken. Dit leverde volgens de rechtbank een daadkrachtige conclusie op die direct via de televisie in de huiskamers kwam. Dat hij naderhand zei dat hij niet alle Marokkanen bedoelde maakt de boodschap niet minder beledigend. Die was al luid en duidelijk doorgekomen.

Volgens de rechtbank heeft Wilders bewust gekozen voor opruiende vraagstelling. Het publiek zou van tevoren geinstrueerd zijn om "minder minder minder" te roepen op de vraag of ze meer of minder Marokkanen wilden tijdens de bijeenkomst op 19 maart 2014. De rechtbank acht Wilders dus schuldig aan groepsbelediging. 

12 maart 2014
Anders was het, volgens de rechtbank, op 12 maart 2014. Op die datum lijkt sprake van een uitspraak die op dat moment uit de lucht kwam vallen en niet zo goed doordacht was als de uitspraak op 19 maart. Hij wordt dus vrijgesproken voor groepsbelediging en aanzetten tot haat en discriminatie op 12 maart 2014, en ook voor het aanzetten tot haat op 19 maart 2014. Volgens de rechtbank is daarvoor te weinig bewijs.

Vrijheid van meningsuiting
De heer Wilders kan geen beroep doen op het recht op vrijheid van meningsuiting zoals dat is neergelegd in artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden. Dit verdrag staat namelijk in dit geval toe dat de vrijheid van meningsuiting wordt beperkt.

OM en Wilders hebben 14 dagen om in beroep te gaan.

"De verdediging van de heer Wilders heeft kennisgenomen van de uitspraak van de Rechtbank. Om meerdere redenen getuigt de uitspraak van een onjuiste rechtsopvatting en onjuiste uitleg van de feiten. De heer Wilders heeft ons te kennen gegeven tegen de uitspraak in hoger beroep te gaan en is van mening dat de uitspraak een groot verlies voor de democratie en de vrijheid van meningsuiting is. Het hoger beroep zal komende week worden ingesteld," aldus Geert-Jan Knoops, advocaat van Geert Wilders.

(bericht gaat verder onder de verklaring van Geert Wilders)

Update 14:00 uur:
"De schuldigverklaring van Geert Wilders is belangrijker dan het feit dat hem geen straf is opgelegd", zegt het Openbaar Ministerie in een reactie op het vonnis tegen de PVV-leider.

Volgens persofficier van justitie Alexandra Oswald is het OM tevreden met de uitspraak, ook al heeft de Haagse rechtbank hem geen boete opgelegd. Het OM had een boete van 5000 euro geëist wegens de 'minder-Marokkanen'-uitspraken van Wilders.

"Het is belangrijk dat het Openbaar Ministerie een norm heeft gesteld, namelijk dat ook een politicus geen groepen mensen mag wegzetten op basis van hun afkomst. Het principe en de normstelling is belangrijker dan de boete'', aldus Oswald. Volgens het OM is vastgesteld dat Wilders zijn uitspraken goed heeft geregisseerd om zo veel mogelijk nieuwswaarde te genereren.

Of het OM in navolging van Wilders in hoger beroep gaat, kan zij nog niet zeggen. Het OM wil eerst het vonnis bestuderen. "Bij het vervolgingsbesluit tegen Wilders zijn we ook niet over een nacht ijs gegaan.''

Uitspraak van belang voor alle Marokkanen
Volgens 2M-verslaggever Ahmed Ben-Lahman, gestationeerd in Rotterdam, is het vonnis wegens de 'minder-Marokkanen'-uitspraken van Wilders van belang "voor alle Marokkanen wereldwijd''. Zijn omroep bereikt via de kabel, internet en schotel veel van zijn landgenoten in vele landen.

Ben-Lahman: "Dit houdt al jarenlang vele Marokkanen in het buitenland bezig. De uitspraken van Wilders hebben veel angst en beroering veroorzaakt en het proces is in Marokko en daarbuiten op de voet gevolgd.''

Hij zegt verheugd te zijn over de uitspraak. "Het is niet goed voor een samenleving als groepen worden gediscrimineerd. De rechter heeft duidelijk uitgesproken dat dat niet mag en dat vonnis trekt terecht internationale aandacht.''

De publieke belangstelling voor het vonnis was gering. Op de publieke tribune namen slechts twee aanhangers van Geert Wilders plaats, alsmede iemand die aangifte deed tegen de PVV-leider.

Pers massaal aanwezig
De internationale pers heeft zich vrijdag massaal gestort op het vonnis dat de rechtbank in Amsterdam vrijdag tegen Geert Wilders uitsprak.

Alle grote internationale persbureaus zoals Reuters, Deutsche Presse-Agentur, Agence France-Presse en het Amerikaanse Associated Press hadden verslaggevers in de rechtszaal zitten die het nieuws snel verspreidden.

Ook grote internationale kranten sprongen direct op het nieuws in. Nederlandse rechtbank: populistische parlementariër Wilders schuldig aan haatspeech, schreef The New York Times binnen enkele minuten. The Washington Post bracht het nieuws vrijwel even snel en onder dezelfde kop. Overigens achtte de rechtbank Wilders niet schuldig aan het aanzetten tot haat.

Ook grote toonaangevende Europese kranten waren er vlot bij. De Frankfurter Allgemeine Zeitung ('discriminatie'), de Neue Zürcher Zeitung (met foto van zoenende Marine Le Pen en Wilders), Le Monde ('discriminatie maar geen straf'), El País in Spanje (met brede foto van Wilders eerder in de rechtbank) en The Guardian besteedden alle prominent aandacht aan de strijd van de Nederlandse politicus met justitie.