Bond wil vissport op Olympische Spelen 2020

De internationale visfederatie CIPS heeft een verzoek ingediend om de vissport op het programma van de Olympische Spelen van 2020 te krijgen. Als het aan de bond ligt gaat men in Tokyo al strijden om de olympische vismedailles, maar in alle eerlijkheid lijkt de kans dat dit daadwerkelijk gaat gebeuren niet al te groot.

Volgens CIPS zou het toevoegen van vissen aan het programma goed zijn voor de olympische idealen, met name omdat het een wereldwijd populaire sport is. De vissen die het geluk zouden hebben zich een olympische vis te mogen noemen zouden ongeschonden terug in het water worden gezet. Een herhaling van de olympische duivenslachting in Parijs zit er dus niet in: in 1900 schoot men niet op kleiduiven, maar op vele honderden levende duiven. 

Volgens critici is de vissport juist helemaal niet zo goed voor op het olympisch programma. Er zou teveel sprake zijn van geluk, het is lastig te volgen voor leken en het zou te saai zijn om te kijken. Ze zijn het dan ook niet eens met de president van CIPS, de Hongaar Ferenc Szalay, die het 'oeroude en eerlijke wedstrijdsysteem' van het vissen juist perfect aan vond sluiten op de olympische idealen. 

Het zou overigens niet de eerste keer zijn dat men op de Olympische Spelen gaat vissen. In 1900 was het in Parijs een demonstratiesport, maar wie destijds won weet niemand. Dat is dan ook weer niet heel vreemd, want tijdens de Spelen van 1900 had vrijwel niemand überhaupt door dat ze meededen aan de Olympische Spelen. 

De kans dat de vissport in Tokyo te zien zal zijn is bijzonder klein: eerder dit jaar werden honkbal/softbal, skateboarden, surfen, karate en sportklimmen al gekozen als sporten die over vier jaar in principe éénmalig op het olympisch programma staan. Of nog een eventuele toevoeging besproken gaat worden is niet bekend.