'Ook buitenlandse vakanties helpen economie'

De Nederlandse economie houdt steeds meer over aan de vakanties die Nederlanders over de grens vieren. Het rechtstreekse belang van buitenlandse vakanties voor de economie steeg in de afgelopen vijf jaar met 17 procent, heeft het economisch bureau van ABN AMRO uitgerekend.

Van de totale uitgaven die landgenoten doen voor een buitenlandse reis blijft nu zo'n 29 procent in Nederland hangen, onder meer in de vorm van brutomarges voor de reisbranche, luchthavengelden en aankopen en consumpties op luchthavens. Ook de marges van reisorganisaties als TUI en Kras en ook KLM horen hierbij. Die geven ook een impuls aan de Nederlandse economie.

Nederlanders zoeken de laatste jaren steeds vaker een vakantiebestemming over de grens op. In de afgelopen kwart eeuw steeg het aantal vakanties naar het buitenland met zeker 68 procent. Ook tijdens de crisis wilden Nederlanders de economische terugval niet ten koste laten gaan van hun zomervakantie. Zij bezuinigden de laatste jaren wel, maar vooral op kortere trips en op de wintersportvakantie.

Rechtstreekse bijdrage
ABN gaat er vanuit dat de rechtstreekse bijdrage van de buitenlandse vakanties in 2016 uitkomt op 7 miljard euro. Dat is ongeveer 1 procent van het totale bruto binnenlands product (bbp). Daarbij rekent de bank op een totaal van 18,6 miljoen buitenlandse vakanties, oftewel 3 procent meer dan vorig jaar.

Verder wordt er in Nederland natuurlijk ook nog een hoop uitgegeven aan zaken die gerelateerd zijn aan vakanties, zoals caravans, campers, tenten en koffers. Het is volgens ABN echter moeilijk te om vast te stellen welk deel hiervan bestemd is voor gebruik tijdens een verblijf in het buitenland. Hetzelfde geldt voor zonnecosmetica, zwemkleding, boeken en etenswaren.

'Ook buitenlandse vakanties helpen economie'
'Ook buitenlandse vakanties helpen economie' (Foto: ANP)