Tour: Etappe 2 - Op naar Cherbourg

Zo, de Tour is begonnen. Zoals te verwachten viel was het een behoorlijk saai begin. Te weinig open stukken waar de wind invloed had, dus reed men in niet eens zo heel gestrekte draf richting Utah Beach. De spanning moest komen van wat valpartijen, die altijd onvermijdelijk zijn aan het begin van de Tour.

Dat Contador een van de slachtoffers was maakt dit nog een eningszins memorabele etappe. Hij zal er nog wel een tijdje last van hebben, want hij was toch behoorlijk geraakt. Uiteindelijk kwam er richting Utah Beach de verwachte massasprint. Een sprint die toch nog behoorlijk ontspoorde, dankzij wat valpartijen. Vooral Morkov ging behoorlijk hard op z'n plaat. Groenewegen had er nogal veel last van, maar wist op een of andere manier toch op z'n fiets te blijven. Z'n sprint was evenwel meteen over, hoewel het sowieso een lastig verhaal ging worden. Zijn fantastische lead-out Robert Wagner was in geen velden of wegen te bekennen en de briljante tacticus Sep Vanmarcke ging met meer dan een kilometer te gaan maar vast op kop beuken.

De overwinning ging naar Mark Cavendish, wat we toch nog wel een verrassing mogen noemen. Zo heel sterk was Cavendish dit jaar nog niet, terwijl zijn Duitse concurrenten veel meer hadden laten zien. Blijkt maar weer dat Utah Beach bijzondere krachten losmaakt. De Duitsers dolven weer het onderspit en de winst ging naar de geallieerden. Cavendish kreeg ook meteen de gele trui, wat voor hemzelf en zijn ploeg een primeur is. Na een stuk of 500 ritoverwinningen in de Tour heeft hij nu pas voor het eerst de gele trui. Ergens ook wel weer een beetje terecht. Hij maakte meteen van de gelegenheid gebruik om nog wat aandacht te vragen voor Qhubeka, wat ik alleen maar kan prijzen. Tijdens de tweede rit zal hij minder kans hebben. De aankomst is een stuk minder vlak.

De route van vandaag (Bron: Letour.fr)
De route van vandaag (Bron: Letour.fr)

Het profiel van vandaag (Bron: Letour.fr)
Het profiel van vandaag (Bron: Letour.fr)

De tweede rit begint in een stadje dat voor het eerst de Tour mag verwelkomen. Saint-Lô is de hoofdplaats van het gelijknamige arrondissement en het departement La Manche. We zitten tijdens deze rit dus nog in dezelfde regio, Normandië. Saint-Lô is een stadje met 18.000 inwoners en een behoorlijk nieuwe stad. Net als tijdens de vorige rit zitten we nu ook weer in een gebied dat zwaar werd getroffen tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Tijdens D-Day werd de stad door de Amerikanen platgebombardeerd. 95% van de stad veranderde in een ruïne. Saint-Lô was strategisch gezien een belangrijke stad en daarom moesten de Duitsers hier verdreven worden. Veel inwoners van Saint-Lô kwamen ook om, omdat de briefjes die ze hadden moeten waarschuwen door harde wind in verderop geleden dorpen terechtkwamen. Best lullig, ineens had het stadje 2000 inwoners minder. Saint-Lô werd na de bombardementen de hoofdstad van de ruïnes genoemd. In de weken nadien werd er in Saint-Lô en omgeving nog veelvuldig gevochten.

Saint-Lô ligt er vandaag hopelijk beter bij (Foto: WikiCommons)
Saint-Lô ligt er vandaag hopelijk beter bij (Foto: WikiCommons)

Gelukkig werd de stad weer opgebouwd en kon de kerk zelfs nog gerestaureerd worden. Saint-Lô debuteert dan wel in de Tour, maar is niet onbekend met de edele sport die wij wielrennen noemen. In de Tour de Normandie komt de plaats bijna jaarlijks voor. Er is vaak een proloog in Saint-Lô, die de laatste jaren werd gewonnen door sterke en talentvolle Zwitsers als Tom Bohli en Stefan Küng. Ook is er jaarlijks een wedstrijd voor amateurs in dit stadje. Nu is het dan tijd voor het echt grote werk. Na een rondje door Saint-Lô, waar het goed zoeken is naar de oude gebouwen, zal de rit dan echt beginnen. 

De kerk in Saint-Lô (Foto: WikiCommons)
De kerk in Saint-Lô (Foto: WikiCommons)

In de eerste vijftig kilometer krijgen de renners drie klimmetjes voor hun kiezen. We zitten zo'n beetje in het midden van deze streek en gaan weer naar de kust toe. Na tien kilometer krijgen de renners met het eerste klimmetje te maken. Côte de Torigny-les-Villes, 1,4 kilometer lang aan 5,7%. Na 23 kilometer is het tijd voor het tweede klimmetje, Côte de Montabot, die twee kilometer lang is en vijf procent gemiddeld. Allemaal niet zo spannend, maar voor de bergtrui zal het wel een geinig strijdje opleveren.

Via wat kleine Normandische nederzettingen fietsen we na een tijdje richting het noorden, naar de kop van het schiereiland Cotentin. Over het algemeen mogen de renners over brede wegen fietsen, alleen richting het derde klimmetje van de dag wordt het wat smaller. Dat klimmetje komt na ongeveer 50 kilometer, is 1,2 kilometer lang en 6% gemiddeld. Alle klimmetjes zijn van de vierde categorie, dus veel puntjes zijn er niet te sprokkelen. Dezelfde renner zal drie keer als eerste boven moeten komen, wil hij de bergtrui afsnoepen van Paul Voss. Boven in het dorpje Montpinchon komen de renners weer op een grote weg en dalen ze af richting Coutances, waar het peloton na 64 kilometer koers aankomt. Kicken kerkje daar.

Prima kerkje, daar in Coutances (Foto: WikiCommons)
Prima kerkje, daar in Coutances (Foto: WikiCommons)

In Coutances is er ook nog een kort klimmetje, maar daar zijn dan weer geen puntjes te verdienen. Na Coutances gaan de renners over de grote weg verder naar het noorden. Zonder verdere noemenswaardigheden bereiken ze na 74 kilometer Montsurvent. Een paar kilometer verderop zal net als tijdens de vorige rit Lessay gepasseerd worden. Toen weken de renners in Lessay af van de kust om wat verder richting het binnenland te fietsen, nu gaan we na een tocht door het Normandische binnenland dan juist weer richting de kust. We volgen een tijd lang de kust en komen ondertussen langs Portbail, waar de tussensprint van de dag is. Na 107 kilometer mogen de jongens met ambitie voor de groene trui zich weer eens uitsloven. Portbail is nog best een geinig plaatsje. Oud kerkje, oud bruggetje, oude huisjes. Lekker authenthiek.

Van Portbail rijden we verder naar het noorden en komen we door enkele kleine dorpjes. De grote provinciale wegen hebben we achter ons gelaten en we komen nu op wat minder brede wegen terecht, die ook wat ouder lijken en wat meer mankementen vertonen. Dit duurt een kilometer of tien, tot de coureurs na het verlaten van het dorpje Barneville weer op een fatsoenlijke weg terechtkomen. Die goede weg houdt alleen na het volgende dorpje, Carteret, weer op.

Het gaat weer een aantal kilometer over een wat verouderde, smalle weg met enige slijtage. Na Carteret begint de weg zo nu en dan ook weer een beetje op te lopen. Een paar korte hellingen, maar dat zal voor de renners niet echt veel voorstellen. Na 124 kilometer koers komen ze weer op een grote weg terecht. Via Les Pieux wordt er rechtdoor richting de kust gefietst, die na 144 kilometer wordt bereikt. Het eerste kustplaatsje dat wordt aangedaan heet Siouville-Hague.

Schitterend kerkje in Portbail (Foto: WikiCommons)
Schitterend kerkje in Portbail (Foto: WikiCommons)

We zijn al bijna in Cherbourg, nog maar een kilometer of 40 tot de finish. In Siouville hebben we het voorlopig laagste punt bereikt en gaan we weer klimmen. In het slot van deze etappe zitten enkele korte klimmetjes, maar veel stelt het niet voor. Een van die klimmetjes brengt ons naar een dorp met de naam Helleville. Echt hels is het dan weer niet echt. Van Helleville fietsen we over een prima weg naar Vasteville. Ondertussen gaat het drie keer op en af, maar nooit echt lang. Alleen richting Sainte-Croix-Hague gaat het even wat langer omhoog. De passage in dit dorp is vrij smal en er zit ook nog een klein stukje afdaling in, maar heel spannend hoeft het niet te worden.

Na Sainte-Croix-Hague is het voorlopig even gedaan met het klimmen en dalen we af richting de kust. We hebben een aantal kilometer gehad met wat heuveltjes erin, maar het wordt nooit zwaar genoeg om echt veel renners te lossen. Over een grote weg wordt er langzaam afgedaald richting Querqueville, waar de renners na 167 kilometer passeren. Enige nadeel aan die grote weg is dat er redelijk veel vluchtheuvels in het midden liggen.

Het fort bij Querqueville (Foto: Flickr)
Het fort bij Querqueville (Foto: Flickr)

Als de renners Querqueville verlaten is het nog maar 16 kilometer tot de streep in Cherbourg. Zes kilometer na Querqueville rijden we de buitenwijken van Cherbourg al binnen. In plaats van dwars door het centrum van Cherbourg te fietsen zullen we eerst door Octeville scheuren. In deze wijk van Cherbourg ligt op negen kilometer van de finish nog een kort klimmetje, dat 1,3 kilometer lang is. Dit klimmetje is 4,6% gemiddeld. Veel stelt dat niet voor, maar het zal al een eerste teken voor de sprinters zijn dat dit niet hun dag is.

Op de top van dit klimmetje slaan de renners twee keer linksaf en dalen ze af richting de haven van Cherbourg. Deze afdaling stelt niet heel veel voor, hoewel er wel een paar stukken zijn met vluchtheuvels in het midden. Dat is altijd gevaarlijk, zoals we tijdens de eerste rit ook weer zagen. De renners rijden de haven in, gaan een bruggetje over en komen zo heel even door het centrum van het afgrijselijke Cherbourg. Snel slaan de renners weer af en rijden ze over een of ander aftands industrieterrein de stad weer uit.

Er zijn heel wat obstakels op de weg, zoals wegversmallingen en vluchtheuvels, altijd leuk. We zitten nu op een kilometer of vier van de streep, de slotklim gaat bijna beginnen. Langzaam begint het omhoog te lopen en je hebt het gevoel alsof je midden in de finale van Luik-Bastenaken-Luik zit. We fietsen door een of andere sloppenwijk die sterk doet denken aan Saint-Nicolas. Ook qua percentages scheelt het niet veel.

Het profiel van het beslissende klimmetje van vandaag (Bron: Letour.fr)
Het profiel van het beslissende klimmetje van vandaag (Bron: Letour.fr)

De eerste kilometer van de klim is nog makkelijk, met ongeveer 6% gemiddeld, maar daarna volgt een stuk van 500 meter aan meer dan 10%. Het eerste deel van de klim is nog over een brede weg, tot we op twee kilometer van de streep een rotonde bereiken, die we voor drie kwart nemen, waarna de weg echt sterk omhoog begint te lopen. Hier bereiken we het steilste punt van de klim, dat 14% is.

Na dit steilste stuk loopt het nog 500 meter verder door, maar dit is al een stuk makkelijker. Richting de top van de klim stijgt het maar een een procentje of vijf. We zijn inmiddels al een tijdje buiten Cherbourg, maar het blijft hier godsgruwelijk lelijk. Er staan wat afgetrapte flats langs de kant van de weg, het is bepaald geen lust voor het oog. Op de top van de Côte de la Glacerie is het nog iets meer dan een kilometer tot de finish van de rit. We hebben twee kilometer aan 6,5% geklommen, dus alle sprinters zijn er al lang af.

Heel even dalen we af, maar dit zal niet echt veel gevaar opleveren. Een paar redelijk makkelijke bochten en een rotonde, maar de wegen zijn redelijk braaf en in goede staat. Na de rotonde is er een redelijk smalle bocht naar links, waarna de renners op de laatste rechte strook terechtkomen. Het zal nog 700 meter lang rechtdoor gaan, richting de streep. Deze meters loopt het nog aan ongeveer zes procent omhoog. Het is bepaald geen muurtje, maar nog wel behoorlijk lastig. Uiteindelijk finishen we ergens in het midden van het niets, net buiten La Glacerie.

De slotkilometers van vandaag (Bron: Letour.fr)
De slotkilometers van vandaag (Bron: Letour.fr)

De finish is dus zoals gezegd eigenlijk helemaal niet in Cherbourg, maar in het dorpje La Glacerie. Omdat er over La Glacerie verder helemaal niets te vertellen is, zullen we ons toch maar focussen op Cherbourg. Ik weet niet of ik het al heb vermeld, maar Cherbourg is echt spuuglelijk. De Amerikaanse band Beirut heeft wel eens een nummer gewijd aan de stad. Veelzeggend is de volgende tekst in dit nummer: "It's been a long time since I've seen you smile." Dat is het Cherbourg-effect. De stad heeft een haven en ook die is lelijk. In het verleden kwam er een nogal bekend bootje aan in die haven. De Titanic. De boot vertrok van Southampton naar Cherbourg en de rest is geschiedenis.

Ook dit is weer een teken dat Cherbourg absoluut een ramp is. Er wonen 83.000 mensen hier en vanwege de haven schijnt het economisch gezien nog wel enigszins belangrijk te zijn. Een van de inwoners van Cherbourg doet mee aan de Tour, ik heb het dan over Amaël Moinard. De knecht van BMC is hier geboren. Logisch dus ook dat hij een knecht is, veel meer zit er niet in als je hier het levenslicht ziet. Toch is Cherbourg ondanks alles een stad die best vaak voorkomt in de Tour. Dit wordt de 18e keer dat het peloton hier langskomt.

Het is wel echt een eeuwigheid geleden dat er nog eens een rit aankwam of vertrok vanuit Cherbourg. Blijkbaar ben ik niet de enige die ontdekt heeft dat de stad eigenlijk niet de moeite waard is. De vorige keer dat de Tour in Cherbourg was is al meer dan 20 jaar geleden. We noteren 1994. De rit begon in Cherbourg, eindigde in Rennes en werd gewonnen door Gianluca Bortolami. In 1986 kwam er een rit aan in Cherbourg, die werd gewonnen door de bekende Italiaanse sprinter Guido Bontempi. Verder kwam de Tour tussen 1911 en 1914 drie keer achter elkaar in Cherbourg. Kan me niet voorstellen dat dit iemand boeit.

Het modernste gebouw van Cherbourg (Foto: WikiCommons)
Het modernste gebouw van Cherbourg (Foto: WikiCommons)

Het zou best wel eens kunnen gaan regenen tijdens deze rit. Warm gaat het in ieder geval niet worden, met 17 graden mogen de renners hun handjes al dichtknijpen. Door de eventuele regen kan het nog wel een interessante rit worden. Er zijn nog wel wat obstakels en bochten in de slotfase, dus nieuwe valpartijen zijn niet uit te sluiten. Het zal niet harder waaien dan tijdens de eerste rit, waarschijnlijk zelfs zachter. Op waaiers hoef je niet meteen te rekenen, zeker niet omdat er weinig open stukken zijn. Veel beschutting, dus niet direct een groot waaierfeest.

Om 12:40 zullen de renners rustig gaan beginnen aan de rit. Rond 13:00 zal de rit dan echt gaan beginnen. Volgens het schema zal de finish ergens tussen 17:09 en 17:34 zijn, uiteraard afhankelijk van de hoeveelheid zin die de renners er in hebben. De uitzending zal om 14:10 beginnen bij de NOS en Sporza. Ik raad wel iedereen aan om naar Sporza te kijken, want de NOS is kut. 

Voorspelling

Dit wordt een rit voor de punchers van het peloton. De sprinters gaan geen rol van betekenis spelen, tenzij je Sagan ziet als een echte sprinter. Voor Cavendish, Greipel en Kittel gaat dit te zwaar zijn. Vooral die ene strook aan 14% zal ze gegarandeerd slopen. Op dit soort aankomsten zijn er echter nog genoeg specialisten. De wereldkampioen is met name een man om in de gaten te houden. Hij heeft veel moeite om ritten te winnen in de Tour, maar dit is volledig op zijn lijf geschreven. Ik verwacht dat een redelijk grote groep hier toch wel om de zege gaat sprinten, hoewel er van alle jongens in de eerste groep wel niet heel veel daadwerkelijk voor de winst zullen gaan. Er gaan gaten vallen, dus enkele favorieten of semi-favorieten voor de eindzege kunnen ook zomaar een paar seconden gaan verliezen. Redelijk listige finale toch wel. Als je goede benen hebt zul je ze toch meteen moeten laten zien. Slechte benen gaan je een klein verlies opleveren.

1. Sagan. Dit moet hij winnen. Kan dit soort werk uitstekend aan en is ook goed in vorm. Dit jaar al zoveel mooie dingen laten zien en ook tijdens de eerste rit kwam hij al best aardig in de buurt. Zo'n vlakke sprint is toch lastig voor hem, maar hij deed het niet onverdienstelijk. Op zo'n aankomst als tijdens deze rit staat er waarschijnlijk geen maat op hem. Kan dan ook meteen de gele trui gaan pakken, dat lijkt me een extra motivatie, hoewel hij altijd al in een mooie trui rond mag rijden.

2. Alaphilippe. Julian is een jonge Fransoos die alles kan. Klimmen, tijdrijden, sprinten, hij vindt alles leuk. Ook op muurtjes is hij ijzersterk, zo liet hij al twee keer zien in de Waalse Pijl. Ook Luik-Bastenaken-Luik spreekt hem wel aan, derhalve moet deze finale hem ook aanspreken. Liever had hij waarschijnlijk gehad dat het hier nog wat steiler was, maar alsnog verwacht ik wel van hem dat hij mee gaat sprinten voor de zege. Vervolgens ga ik dan wel weer klagen dat Lollerphilippe ongeloofwaardig is, want zo gaan die dingen.

3. Van Avermaet. Olvarit Krek is wel een beetje van zijn complex af. Kon net als Sagan eigenlijk ook niet makkelijk winnen, maar het gaat steeds beter. Hij is natuurlijk meegenomen voor ritten als deze. Laat het een beetje omhoog lopen en Van Avermaet fietst van voren. Voor de overwinning zal het lastig worden, maar je weet het nooit.

4. Valverde. Alejandro is bezig aan een piek van drie jaar en gaat vrolijk door. Hoewel de verwachting wel is dat hij nu toch echt in dienst van Quintana zal moeten rijden. Meestal gaat Valverde dan voor een compromis. Geef hem op een aantal dagen wat kansen en dan zal hij zich voor de rest wel wat rustiger houden. Dit kan een kans voor Valverde zijn, hoewel het eigenlijk niet steil genoeg is. Toch gaat hij vooraan te zien zijn, dat geef ik je op een briefje. Kan hij daarna lekker voor Nairo gaan fietsen.

5. Pantano. Ik heb echt vier ontzettend voorspelbare namen, dus doen we er ook nog maar een iets minder voorspelbare tussendoor. Onze Jarlinson, Colombiaantje van IAM. Kan goed klimmen en is heel erg rap. Dit alles liet hij in de Ronde van Zwitserland nog zien. Kan op zo'n aankomst best aardig mee en dat moet hij dan ook maar laten zien. Wie weet lijkt het er dan nog een beetje op alsof ik er kaas van gegeten heb.