Olympische geschiedenis in het kort - 9

Veel sporters zijn al volle bak bezig met de Olympische Spelen van Rio de Janeiro, die in augustus 2016 van start gaan. Ook bij FOK!sport zijn we in voorbereiding en dat gaan we onder meer doen met deze nieuwe rubriek. In de aanloop naar Rio komen we elke zondagochtend met een tiental statistieken, weetjes, korte verhaaltjes en meer uit de bijzonder rijke olympische geschiedenis, vaak geholpen door de enorme hoeveelheid informatie van Sports-Reference. Een vaste lijn zit er niet in: we houden geen chronologische volgorde aan en dus kan een statistisch weetje uit 2012 zomaar onder een opmerkelijke anekdote uit 1896 staan, maar we blijven zoeken naar opmerkelijke wetenswaardigheden. De vorige edities van deze rubriek zijn hier te vinden. Let the Games begin!

De VS werd tijdens de eerste moderne Olympische Spelen - in 1896 in Athene - onder meer vertegenwoordig door dertien studenten. Na een reis van drie weken kwamen ze aan in Athene, twaalf dagen voor de Spelen begonnen. Althans, dat dachten ze…de Amerikanen hadden echter geen rekening gehouden met de in Griekenland destijds gebruikte Gregoriaanse kalender en dus kregen ze bij aankomst te horen dat ze één nachtje konden slapen om bij te komen, waarna de Spelen van start gingen.

Op de Spelen van 1924 in Parijs sprong de Amerikaan Robert LeGendre naar 7,77 meter, een nieuw wereldrecord. Hij won er echter geen goud in het verspringen mee, want LeGendre was een deelnemer in de vijfkamp. Zijn landgenoot DeHart Hubbard won het goud in het verspringen: hij sprong 'slechts' 7,45 meter.

Hermann Maier ging tijdens de olympische afdaling van 1998 gruwelijk hard onderuit en er werd voor het nodige letsel gevreesd. Drie dagen later stond de super-G al op het programma....en de Herminator won. Nog eens drie dagen later maakte hij gehakt van de concurrentie op de reuzenslalom, om zo zijn tweede gouden medaille te claimen. (Bron: YouTube)

De Pools/Amerikaanse atlete Stanislawa Walasiewicz had in 1932 olympisch goud gewonnen op de 100 meter. Vier jaar later wilde ze in Berlijn haar titel verdedigen, maar ze moest genoegen nemen met zilver achter de Amerikaanse Helen Stephens. Die werd ervan beschuldigd een man te zijn en moest vernederende tests ondergaan om het tegendeel met succes te bewijzen. In 1980 kwam Walasiewicz, inmiddels Stella Walsh geheten, bij een overval in Cleveland om het leven. Bij de autopsie bleek ze zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken te bezitten, hoewel er nog altijd geen duidelijkheid is over hoe het nou precies zat met haar lichaam.

Silvio Cator won in Amsterdam in 1928 olympisch zilver in het verspringen. Niet veel later sprong hij naar 7,93 meter, een nieuw wereldrecord. Die sprong van Cator staat nog altijd als nationaal record van Haïti en is het oudste nationale atletiekrecord ter wereld.

De finale van het olympisch basketbaltoernooi van 1936 was maar een treurige aangelegenheid. De Amerikanen versloegen Canada met 19-8, een bizar lage score in het topbasketbal, ook toen al. De wedstrijd werd buiten op een zandveldje gespeeld in de zeikende regen, waardoor dribbelen al niet eens mogelijk was. Een bal die tijdens die finale - de eerste olympische basketbalfinale ooit - gebruikt werd, werd in 2014 geveild door de zoon van een van de Canadese spelers.

Een Nederlands kippenvelmomentje mag natuurlijk niet ontbreken. Gerard van Velde behoorde al tien jaar tot de absolute sprinttop van Nederland en toch op z'n minst de subtop van de wereld, maar het lukte doorgaans nét niet. In 1992 werd hij vijfde en vierde op de Spelen - op de 1000 meter eindigde hij op 0,01 seconde van het brons - en ook op WK's was hij op die plekken nog wel eens terug te vinden. Toen kwamen de Spelen van 2002 in Salt Lake City, met de 500 meter....Van Velde werd vierde, 0,02 seconden achter de medailles. Een paar dagen later, de 1000 meter. In een perfecte rit klopte alles en dit keer was het eindelijk raak! 1:07.18, het is een wereldrecord die tal van Nederlandse liefhebbers nog zo op kunnen dreunen. "En laat nou alsjeblieft niemand meer eraan komen. Laat niemand meer hieraan komen!", klonk het tv-commentaar door de Nederlandse huiskamers. En zo geschiedde, Gerard van Velde was olympisch kampioen. (Bron: YouTube)

De Spelen van 1952 in Helsinki kenden maar liefst drie olympische dorpen: één voor mannen, één voor vrouwen en één voor landen van achter het IJzeren Gordijn. Dit had men te danken een aan aanvraag van de Sovjet-Unie.

In 1912 stonden er voor het eerst 'kunstcompetities' op het olympisch programma. Dat was te danken aan de vader van de moderne Olympische Spelen, Baron Pierre de Coubertin. De gouden medaille voor literatuur ging direct naar ene Baron Pierre de Coubertin.

Margaret Abbott was de eerste Amerikaanse vrouw ooit die olympisch kampioene werd, maar dat heeft ze zelf nooit geweten. Ze deed in 1900 in Parijs op vakantie met haar moeder mee aan een golfwedstrijd, waarvan zij en vele anderen dachten dat het simpelweg deel uitmaakte van de Wereldtentoonstelling die op dat moment gaande was. Pas na haar dood in 1955 (!) kwam men erachter dat het golf op het olympisch programma stond, en dat Abbott dus olympisch kampioene was. Ze kreeg er ook geen gouden medaille voor, maar een mooie porseleinen schaal, om de verwarring nog wat groter te maken. Overigens deed haar moeder Mary ook mee, zij werd zevende. Het is nog altijd de enige olympische wedstrijd waarin moeder en dochter samen meededen.