Owusu-Abeyie: "Het beste moet nog komen"

Quincy Owusu-Abeyie was een jaar of tien geleden hét talent van Nederland. Na vele omzwervingen zoekt de snelle aanvaller wederom een nieuw onderkomen. Inmiddels is Owusu-Abeyie 29 jaar oud en clubloos. Hij liet zijn contract bij het Portugese Boavista ontbinden. Tien jaar na zijn vlammende optreden tijdens het WK onder-20 in Nederland is hij zoekende. Naar wederom een nieuwe uitdaging. Naar geluk en succes.

De aanvaller brak door, maar daarna ging het mis. "Of ik een moeilijke jongen ben? Ik denk het niet. Ik heb altijd een goede verstandhouding gehad met mijn ploeggenoten en clubs. Oké, ik heb een eigen mening, en heb die ook nooit onder stoelen of banken gestoken, maar ik ben altijd respectvol geweest", vertelt hij aan het Algemeen Dagblad.

Arsenal

"Ik was zestien toen ik bij Arsenal kwam. Arsène Wenger gaf me meteen het gevoel dat ik erbij hoorde. Dat ik belangrijk was. Ik kon uren kijken naar Henry. Van hem heb ik zo veel geleerd. Hij legde me bijvoorbeeld uit wanneer ik moest versnellen, op welk moment je acties maakt en ook hoe in dienst van het elftal te spelen. Ik heb zo veel naar hem gekeken."

Owusu-Abeyie is lovend over de momenten waarop hij werkte met Dennis Bergkamp. "Een groot voorbeeld. Altijd op tijd, voor wedstrijden en trainingen en hij verslapte geen moment. Gaf altijd honderd procent", blikt de aanvaller teurg.

Eredivisie

Na vijf duels in het shirt van Arsenal te hebben gespeeld, volgde een transfer naar Spartak Moskou. Financieel gezien een goede zet, maar sportief gezien niet. "Het was niet het goede moment", vertelt Owusu-Abeyie, die daarna als een nomade door de voetbalwereld zwierf.

"Het beste moet nog komen. Ik denk dat ik nog zeven jaar vooruit kan op topniveau. Ik ben 29, topfit, train elke dag voor mezelf, maar mis het veld, het spel en de jongens in de kleedkamer. Ik ben gegroeid, als mens en voetballer. En geloof me, ik kan nog steeds het verschil maken."