'Israël testte vuile bommen in woestijn'

Israël heeft zogenoemde 'vuile bommen' - explosieven verpakt met radioactief materiaal - gebouwd en laten ontploffen in de Negev-woestijn, om te zien wat het effect zou zijn als het land met zulke wapens wordt aangevallen. Dat heeft het dagblad Haaretz maandag gemeld.

Het project liep vier jaar en werd in 2014 afgesloten. Het werd uitgevoerd door medewerkers van de kernreactor in Dimona en in totaal werden twintig van zulke bommen getest, schrijft Haaretz. Minidrones maten de radioactiviteit die vrijkwam en sensoren registreerden de kracht van de explosies. Onderzoekers zeggen in de krant dat de tests uitsluitend defensieve doeleinden dienden. De hoge straling die bij het centrum van de explosies werd gemeten en de kleine deeltjes die door de wind werden verspreid vormden niet echt een gevaar, afgezien dan van het psychologisch effect van zo'n aanval.

Een ander experiment betrof het achterlaten van een radiologische substantie, zonder dat er een explosie aan te pas komt. Volgens het artikel in Haaretz werd radioactief materiaal vermengd met water in het ventilatiesysteem gebracht van een gebouw dat een winkelcentrum moest simuleren. Het effect was gering, omdat de meeste straling achterbleef in de filters van de airconditioning. De uitkomsten van de experimenten werden volgens Haaretz gepresenteerd op niet nader gespecificeerde wetenschappelijke fora.

Israëlische defensiefunctionarissen en wetenschappers wilden niet op het bericht reageren.

'Israël testte vuile bommen in woestijn'
'Israël testte vuile bommen in woestijn' (foto: ANP)