G7 wil deze eeuw af van fossiele brandstoffen

De leiders van de Groep van Zeven willen voor het einde van deze eeuw af van het gebruik van fossiele brandstoffen. Dat is nog ver weg, maar er is wel 'dringende en concrete actie nodig om klimaatverandering aan te pakken', aldus een verklaring die aan het slot van een tweedaagse conferentie van de G7 in Zuid-Duitsland werd uitgegeven.

Bij het verbranden van fossiele brandstoffen als olie, aardgas en steenkool komt koolstofdioxide vrij, dat de warmte van de zon vasthoudt in de atmosfeer, het zogenoemde broeikaseffect. De leiders van de G7 mikken op een reductie van de uitstoot van broeikasgassen van veertig tot zeventig procent in 2050 ten opzichte van die in 2010. Zij leggen zich ook vast op een 'transformatie van de energiesectoren' in hun land om minder CO2 te produceren.

De in de verklaring gebezigde term 'decarbonisering' houdt de overschakeling in van fossiele brandstoffen naar alternatieven als wind- en zonne-energie. Wat precies onder 'volledige' decarbonisering wordt verstaan wordt in het midden gelaten en het lijkt er op dat het gebruik van sommige fossiele brandstoffen toch zal worden toegestaan. Evenmin wordt het gebruik van kernenergie uitgesloten.

Bondskanselier Angela Merkel plaatste klimaatverandering hoog op de agenda van de bijeenkomst in Beieren, net zoals de vorige keer dat zij als gastvrouw optrad, in 2007. Haar streven was om een gezamenlijk standpunt in te nemen voor de komende klimaattop in december in Parijs. Daarmee zouden opkomende landen als China en India makkelijker van het nut van beperkende maatregelen kunnen worden overtuigd.