VN hekelen opmars seksueel geweld in conflicten

Het jaar 2014 werd overschaduwd door gruwelijke verhalen over verkrachtingen, seksuele slavernij en gedwongen huwelijken in naam van extremistische bewegingen zoals Islamitische Staat en Boko Haram. Dat heeft secretaris-generaal van de Verenigde Naties Ban Ki-moon maandag gezegd.

Ban schrijft in zijn rapport zich 'ernstig zorgen te maken' over de wijze waarop gewapende groepen in onder meer Irak, Syrië, Somalië en Nigeria seksueel geweld gebruiken om hun doelen te bereiken. "De samenloop van diverse crises die zijn toe te schrijven aan gewelddadig extremisme heeft een schokkende trend blootgelegd, waarbij seksueel geweld wordt gebruikt als terreurtechniek", aldus Ban. Het 'terugdringen of vernietigen' van groepen als IS, Boko Haram, Al-Shabab en Al-Qaida 'is essentieel in de strijd tegen seksueel geweld in conflictgebieden", zei de secretaris-generaal.

In het rapport wordt ingegaan op negentien landen waar tijdens conflicten sprake is geweest van seksueel geweld. De meeste slachtoffers zijn vrouwen en meisjes, maar jongens en mannen blijven niet buiten schot. Maar liefst 45 groepen maken zich schuldig aan seksueel geweld, aldus het rapport. Een van de meest in het oog springende incidenten was de ontvoering van 276 meisjes Nigeria door Boko Haram, dinsdag precies een jaar geleden.

Een andere groep mensen die het moest ontgelden in 2014 waren de yezidi's, een geloofsgemeenschap in Noord-Irak die het slachtoffer werden van de opmars van terreurbeweging IS. De yezidi's sloegen op de vlucht, maar velen van hen werden gevangengenomen. Honderden vrouwen en meisjes werden naar Syrië gebracht en daar verkocht als seksslaven.