Staat aansprakelijk voor nabestaanden Sulawesi

Nederland is aansprakelijk voor de schade van kinderen en weduwen van geëxecuteerde mannen in Zuid-Sulawesi in Indonesië. Dat heeft de rechtbank in Den Haag woensdag besloten. Ons land kan volgens de rechtbank, net als eerder bij het bloedbad in het dorp Rawagede op Java, geen beroep doen op verjaring.

Zeker 3100 mannen zijn eind 1946 en begin 1947 doodgeschoten. Het bloedbad is de Zuid-Celebes-affaire gaan heten. Kapitein Raymond Westerling had carte blanche om het hevige verzet tegen Nederland in Zuid-Sulawesi de kop in te drukken. Hij en zijn ondergeschikten deden dat met veel geweld. Ook andere militairen kopieerden de methodes van Westerling.

Of alle nabestaanden die de Nederlandse Staat hebben aangeklaagd ook echt een schadevergoeding krijgen staat nog niet vast. Dat geldt ook voor de hoogte van de vergoeding. Een aantal nabestaanden moet meer bewijs aandragen dat hun vader of man eind 1946 en begin 1947 is geëxecuteerd door het Nederlandse leger.

De rechtbank benoemt ook een deskundige die onder meer moet gaan kijken naar de erebegraafplaatsen in Zuid-Sulawesi. Het gaat dan bijvoorbeeld om de vraag of op die plekken uitsluitend mannen zijn begraven die door het Nederlandse leger standrechtelijk zijn geëxecuteerd.

Vijf kinderen en een aantal weduwen hadden de rechtszaak aangespannen. Voor weduwen bestaat al een schikkingsregeling. Maar veel vrouwen zijn daarvoor afgewezen. Het staat volgens de rechter van negen weduwen inmiddels vast dat hun man daadwerkelijk is geëxecuteerd.

In augustus waren enkele van de 'kinderen' in Nederland. "Voordat we sterven hoop ik dat we rechtvaardigheid krijgen", zei Shafiah Paturusi toen tegen de rechtbank. De vrouw die inmiddels zelf in de tachtig is verloor haar broer en haar vader, die vaccinateur was voor het Nederlandse bestuur.

"Wij vonden dat het we het recht hadden om onszelf te besturen. We begonnen te denken dat onder het kolonialisme geen ontwikkeling mogelijk was voor ons", legt ze uit waarom er verzet bestond tegen de Nederlanders in de regio Bulukumba, waar ze nog steeds woont.

Volgens Jeffry Pondaag van de het Comité Nederlandse Ereschulden betekent de uitspraak gerechtigheid voor de nabestaanden. De stichting is de motor achter de rechtszaak. Advocate Liesbeth Zegveld noemt de erkenning van de aansprakelijkheid 'erg belangrijk'.